Ja, dat is al het vijfde stuk gewijd aan het prestigieuze project om van de Groeningeabdij en omgeving in het Begijnhofpark een kunst- en tentoonstellingssite te maken. En er zullen nog veel stukjes volgen aangezien de opening van de tentoonstelling pas wordt verwacht in 2024.
Men is wel al minstens van in 2019 in de weer met het project. En toen al vermoedden wij sterk dat de studieopdracht zou gaan naar een Tijdelijke Vereniging (TV) van drie bureaus, te weten Barozzi/Veiga (uit Barcelona), Koplamp-Architecten (Roeselare) en Tab Architects (Gent).
Om niet telkens de namen van de drie studiebureaus te moeten opsommen hebben we de groep de naam “TV Sentimentele Monumentaliteit” gegeven. En dit omdat zij in hun hoogdravende motivatietekst bij de gunning van de studie (30 maart 2020) hun ontwerp zelf beschreven als zijnde een getuigenis van architecturale “sentimentele monumentaliteit”. (We vinden dat niet uit hoor. Die tekst bevatte ettelijke eerder potsierlijke toelichtingen, waarvan we één voor de rest van ons journalistieke leven zullen onthouden: “De context bepaalt onze ingreep en de ingreep versterkt de context.”)
Allez, we gaan verder. U wil weten wat het ons gaat kosten.
In oorsprong bedroeg het voorziene projectbudget van stad 6,78 miljoen euro. Maar er is recent een subsidietoezegging gekomen van de Vlaamse Overheid (van de als cultuurbarbaar bekende Jan Jambon) van 7 miljoen, zodat het beschikbare budget nu verhoogd is tot 13,78 miljoen. (Voor onze wat oudere lezers: zowat 551 miljoen Belgische franks.)
Het bouwbudget op zichzelf (er is nog een “inhoudelijke” projectkost!) wordt nu geraamd op 8.761.198 euro (excl. BTW), want door de verhoging van de bouwkost is het ereloon (12,5 procent) voor de TV “Sentimentele Monumentaliteit” opgelopen tot 1.359.097 euro (incl. BTW).
In de scope van fase 1 zit de volledige aanpak van de Groeningeabdij met inbegrip van volgende onderdelen:
– nieuwbouwpaviljoen (café – “stadsliving”) met onderkeldering voor sanitair, horeca en ruimte voor kinderen;
– dormitorium met de salons van de stadsliving en op de verdieping een workshopruimte;
– 19de-eeuwse kapel met tentoonstellingsgang en op de verdieping een auditorium en meeting room;
– 16de-eeuwe kapel als tentoonstellingsruimte;
– ondergrondse tentoonstellingsruimten;
– herenwoning, dienstig als administratief gebouw.
Wat is er evenwel in deze fase NOG NIET voorzien?
De renovatie van de oude wasserij en de restauratie van enkele erfgoedelementen in het park (een muur, een grafmonument).
De kostenraming zal dus nog evolueren en dan wordt het nog wachten op de gunning aan de aannemers (pas in maart 2022) en later nog op de werkelijke prijs bij de oplevering. De echte bouwkostprijs zullen we hoogstwaarschijnlijk te weten komen in – laat ons zeggen – het jaar 2026.
P.S.
Over het inhoudelijke concept nog even wachten op een volgende editie van deze elektronische stadskrant.