Zoals in onze editie van gisteren verteld, kennen we nu dankzij de eerste semesterrapportering de stand van zaken van het gevoerde beleid per 30 juni 2020.
Zo ook een overzicht van de gedane uitgaven in het investeringsbudget.
Laten we het vandaag eens enkel daarover hebben, want de tripartite heeft met de welwillende hulp van de reguliere pers de mythe (de perceptie) geschapen van een waar en historisch ongezien investeringscollege te zijn.
1.
Hoe zag het oorspronkelijke investeringsbudget er uit voor het jaar 2020? (We hebben het hier uitsluitend over Stad, niet over het OCMW.)
Het initieel uitgavenbudget bedroeg 61.781.987 euro.
Men heeft daar intussen de overdracht van overschotten uit de jaarrekening 2019 (dus van vorig jaar niet gerealiseerde projecten) aan toegevoegd en komen momenteel aldus aan een nieuw investeringsbudget van 70.867.804 euro.
2.
De vraag is nu hoeveel daar tot op de dag van 30 juni is van vastgelegd.
Dat wil zeggen: voor welke bedragen zijn er dan wel transacties ingeschreven in een budgettair dagboek voor één boekjaar, als gevolg van een al aangegane of voorgenomen verbintenis met een welbepaalde derde (een mogelijke aannemer bjjv., of een studiebureau, of een leverancier). Dat kan gebeuren met een bestelbon, of door een beslissing van het schepencollege of zelfs van de gemeenteraad.
Welnu, van dat nieuwe investeringsbudget 2020 van 70 mio en zoveel is in het eerste semester van dit jaar 18.347.474 euro vastgelegd. Ge moet dat een keer bepeinzen, als gewone mens of als ambtenaar. Dat is slechts 25,88% van wat je allemaal had bedacht om te doen, dus nog ver verwijderd van wat een ideaal (utopisch?) streefdoel zou moeten zijn, namelijk 50% of de helft van het budget. Nou ja.
Het stadsbestuur zoekt voor zichzelf troost (soelaas) voor deze uiterst geringe realisatiegraad.
Men merkt daarbij op dat de vastleggingen niet volledig zijn. De stad werkt sinds 2020 met nieuwe boekhoudsoftware en daardoor konden de gemaakte vastleggingen uit 2019 (nog) niet automatisch overgezet worden. (Eerlijk gezegd, we begrijpen dit niet.) Men raamt dit effect op 7,5 miljoen en komt zo aan een meer “reëel” vastleggingspercentage van ca. 36,5%. Bon, het is nog altijd geen 50%.
Stad zal moeten “voortdoen” in het volgende (nu lopende) halfjaar!
3.
Wat zijn nu de aanrekeningen of effectieve boekingen per 30 juni?
Welk bedrag aan facturen is er daadwerkelijk geboekt op het gepaste begrotingsartikel?
Haha! Een bedrag van welgeteld 9.318.899 euro of 13,14%. We zitten goed bij kas dus. Doe zo voort!
O ja!
We waren het bijna vergeten.
Stad heeft voor 2020 ook investeringstoelagen beloofd voor onder andere Fluvia, de kerkfabrieken, Kortrijk Voetbalt. Voor een bedrag van 3.2002.488 euro. Wat is daarvan in het eerste semester gerealiseerd? 558.355 euro oftewel 17,4%.
Een vergelijking met het eerste semester van vorig jaar is leerrijk.
Het vastleggingspercentage lag toen al op 60,5%.
Maar het aanrekeningspercentage was toen ook heel laag: 12,5% !
Hoe verklaart Stad nu het beduidend lage vastleggingspercentage?
U raadt het !
“Voor een stuk” zegt Stad is een en ander door corona uit te leggen en de bijgaande lock-down waarbij ook een deel van de bouwsector stillag. Tja. Vastleggingen zijn wél verbintenissen hé (plannen, projecten), die daarom absoluut niet onmiddellijk moeten uitgevoerd, zelfs niet binnen het boekjaar.
Corona of niet. Gedachten (voornemens) zijn vrij!
Overigens zijn er wel werken geweest met toch grote uitgaven (aanrekeningen van meer dan 500K): parking station (1,7 miljoen), vernieuwen straten (998K), centrum Warande (962K), investeringen in bestaand patrimonium (593K).
In de gemeenteraad van 14 september a.s. houdt VB-raadslid Wouter Vermeersch een uitgebreide interpellatie over de financiële impact van de coronacrisis.
Schepen van Financiën (Kelly Detavernier) en schepen van stadsontwikkeling (Wout Maddens) kunnen van de gelegenheid profiteren om een keer in detail op te lijsten welke investeringen er helaas niet konden doorgaan, uitsluitend door de schuld van Corona, en van niets, maar dan ook van totaal niets anders.
We vonden in het rapporteringsdocument op pag. 6 een merkwaardig, intrigerend zinnetje dat immers ook een en ander kan verklaren: “De capaciteit op vlak van projectleiders was ook nog in opbouw in het 1ste semester.”