In vorige edities hadden we het over 1) het halveren van twee strategische buffers, 2) over het schrappen van twee investeringen – dit alles om de putten te dempen veroorzaakt door de steunmaatregelen aan de Kortrijkse burgers die lijden onder de coronaramp.
Het stadsbestuur voorziet nog een derde luik aan financiële maatregelen en daarover hebben we het nu.
Men wil uit de aard der zaak ook ingrijpen in het explotatiebudget van het meerjarenplan.
De voornemens staan weerom opgesomd op pag. 24 in het plan “De Weg uit de Crisis”. Zij behoren duidelijk eerder tot de meer paniekerige budgettaire ingrepen onder wat wij – in stadsbudgetten althans – beschouwen als de toepassing van de ietwat ridicule leuze “alle beetjes helpen”.
– Vooreerst zegt men in het algemeen dat wordt uitgekeken naar “slimme keuzes” in het exploitatiebudget. Die slimme keuzes zijn niet nader toegelicht. Het zou gaan om verschuivingen van enkele budgetten. Ten koste van welke andere dan?
– Misschien deze dan: “Meer telewerk en meer digitaal werken betekent ook een daling op sommige kosten (bv. papier, inkt, kopies, postzegels…).”
Hierbij willen we wel even aanmerken dat niettegenstaande men op het stadhuis sinds jaren al verwoed allerlei ICT-tools invoert, de papierberg nauwelijks daalt, of globaal zelfs niet vermindert. En vergeet niet dat al die ICT-dinges die men hier de laatste jaren heeft bedacht daarenboven schatten van mensen kosten. Ook aan studies, opleidingen, onderhoud en bijstand van externen. Soms méér dan begroot.
– En van hiernavolgende maatregel begrijpen we waarlijk niets. Niks. We citeren:
” In 2021 passen we éénmalig een indexsprong toe op de werkingskosten, die ook in de volgende jaren impact heeft (effect 200.000 euro per jaar of samen 1 MIO).”
Werkingskosten of -uitgaven zijn bij ons weten alle exploitatie-uitgaven nodig voor de werking van de gemeentediensten. Bijvoorbeeld energiekosten, kantoorbenodigdheden (printers!), telefoon, onderhoud voertuigen. Maar dan zonder de personeelskosten! En bij ons weten zijn die kosten nu in het budget globaal te vinden onder de rubriek “goederen en diensten”. (Details ontbreken evenwel.)
In 2020 bedragen de uitgaven onder deze rubriek althans 65,79 miljoen en 66,09 miljoen in 2017. In 2022 voorziet het meerjarenplan 66,19 miljoen. Op zo’n bedragen 200.000 euro per jaar besparen is een peulschil.
Maar wat betekent die “éénmalige indexsprong”? Waarover heeft men het?? Wij weten het echt niet.
P.S.
Tot daar onze serie commentaarstukken over “De Weg uit de Crisis”.
Maar we kunnen er meer verwachten…