In oktober krijgen de Kortrijkzanen – ouder dan 16 jaar – de kans om zich uit te spreken over de vraag of er iedere maand een autoloze zondag moet komen.
Evenwel: niet iedere Kortrijkzaan krijgt evenveel kans, want er kan enkel online gestemd worden. Vandaar dat we in de vorige editie van deze krant stelden dat die steekproef per definitie niet representatief is.
(Het stadsbestuur zal dit nooit toegeven, en de pers weet uiteraard van toeten noch blazen. Vele raadsleden en zelfs schepenen evenmin. Kennen zelfs het verschil niet tussen een ‘bevraging’ en een ‘referendum’.)
En dat alles heeft niets te maken met de grootte van de steekproef. (De bevraging zal ontvankelijk worden verklaard wanneer minstens 2.000 Kortrijkzanen deelnemen aan de bevraging en bij het resultaat een minimum van 2,5 % verschil is tussen de JA- en NEE-stemmers.)
Er stelt zich hierbij evenwel nog een ander en politiek getint probleem.
We kunnen statistisch zelfs niet eens nagaan of de steekproef een goede afspiegeling is van de populatie waaruit hij is getrokken. Immers, men zal aan de deelnemers – volgens het reglement – geen enkele vraag stellen over de subpopulatie waartoe men eventueel behoort. Die geschikte hulpvariabelen zijn niet eens voorhanden om te weten of niet een of andere groep in de uitslag van steekproef over- of ondervertegenwoordigd is.
In die bevraging over het al of invoeren van autoloze zondagen (bijv.) kunnen ongetwijfeld mogelijke hulpvariabelen nochtans een grote rol spelen.
Bijvoorbeeld kan het percentage van stemmers uit de subpopulatie genaamd ” bewoners van het centrum met een auto” (bijv.) duidelijk anders uitvallen dan het percentage van de gehele populatie.
Even concreet. Stel dat bovengenoemde subpopulatie van “centrumbewoners met auto” slechts 5% bedraagt terwijl uit de vraag naar deze hulpvariabele blijkt dat niet minder dan 10 % daarvan hebben geantwoord op de steekproef, dan is die subgroep (waarschijnlijk met een nee-stem) duidelijk oververtegenwoordigd. Wat dan? Hoe moeten we de uitslag van de bevraging dan interpreteren?
Statistisch betrouwbare besturen (hier dus niet Kortrijk) maken dan de steekproef representatief door een zgn. weging door te voeren. We geven die “centrumbewoners” dan bijv. in de uitslag een een gewicht van 5/10=0,5. In die gewogen steekproef telt elke stem van centrumbewoners met auto dan maar voor de helft mee.
Probleem is dat in de “grote” bevraging geeneens een weging mogelijk is.
En in de vraag naar autoloze zondagen (bijv.) zijn zelfs meerdere hulpvariabelen (subpopulaties) denkbaar. Ook politiek. Stel dat al wie groengezind is massaal gaat deelnemen aan de bevraging…
P.S.
In een volgend stuk hebben we het nog even over tekortkomingen in het reglement. Weerom lachen geblazen!