Quote van de dag: “geen oorzakelijk verband met beleid”(1)

Een samenvatting (voor de gehaaste lezer).
Toen indertijd de socialisten in de oppositie zaten en de kinderarmoede-indicator plotseling 18 procent bedroeg was dat de schuld van het gevoerde beleid. Van de christen-democraten én de liberalen.
Nu men weer dat cijfer bereikt heeft, met de SP.a in de meerderheid, heeft het beleid er niets mee te maken.
(Zo, nu moet u niet meer verder lezen.)

De meeste recente (kinder)armoede-index van Kind en Gezin is lichtjes (niet significant?) gedaald van 18, 6 % naar 18,2%.
Commentaar van schepen Armoedebestrijding Philippe De Coene (SP.a) : “De cijfers hebben geen oorzakelijk verband met het lokaal beleid in Kortrijk.” (HLN, 14 juni, pag.17.)
– De schepen maakte al een keer dergelijke wonderlijke analyse, toen in 2016 de index van K&G tot zijn verbazing steeg van 12,9 naar 17,4 procent. (Hij zou toen wel het beleid “bijsturen”.)
– Ook toen voor de periode 2015-2017 er een gevoelige stijging viel waar nemen van 12,9 % naar niet minder dan 18,6 % was de schepen opnieuw van oordeel dat er “geen oorzakelijk verband was tussen de index en de lokale inspanningen of het gebrek eraan.’

Zijn analyse is ooit anders (tegenovergesteld) geweest.
Toen bleek dat Philippe De Coene zou toetreden tot de meerderheid (de eerste tripartite) ontdekte hij tot zijn stomme verbazing dat onder de vorige coalitie (CD&V en VLD) de kinderarmoede in Kortrijk flagrant was gestegen van 14,4 % in 2011 naar 18,0 % in 2012. Hij schreeuwde moord en brand en pakte prompt en met veel bombarie uit met een uitermate ambitieus armoedebestrijdingsplan 2013-2019 dat 30 miljoen euro mocht kosten en minstens 175 acties zou tellen.
En waarlijk: al in 2013 daalde de index naar 17,6 % en in 2015 naar 15,4 %.
Zie je wel, zei de schepen toen: “Het plan rendeert!”

P,S.
De index juist interpreteren of verstaan.
Hoe wordt de indicator van K&G berekend?
Het is het resultaat van een deling met gegevens over drie jaren .
In de teller het aantal kinderen (van nul tot drie jaar) dat in het jaar X, X-1, X-2 volgens bepaalde indicatoren leeft in kansarmoede.
In de noemer het totaal aantal kinderen geboren in dezelfde drie jaren.
De uitslag vermenigvuldigen met 100 geeft het percentage.