Een definitief oordeel over het beleid van de eerste tripartite is nog niet mogelijk

Een aloude en goede traditie in vele steden en gemeenten is dat er ten laatste in de maand mei eindelijk een bespreking mogelijk is van het werkelijk gevoerde beleid in het vorige jaar. (En meteen over de hele legislatuur.)

Op de dagorde van de gemeenteraad staat dan een punt genaamd “algemene beleidsrapportering” aan de hand van de jaarrekening van Stad en de Raad van Maatschappelijk Welzijn, maar ook van de gemeentelijke vzw’s en de AGB’s.
Dit agendapunt prijkt niet op de dagorde van de zitting van vandaag 13 mei.
Het is dus wachten geblazen tot in juni om kennis te nemen van allerhande kerncijfers die de hele historiek van de vorige beleidsperiode 2013-2018 omvatten.
We kunnen deze maand nog niet achterhalen of de vorige tripartite zijn belangrijkste doelstellingen (met veel bombarie aangekondigd) heeft bereikt: de realisatiegraad van reusachtige investeringsgolf die ons te wachten stond, de daling van de personeelskosten (en het personeelsbestand), de evolutie van de schuld en de fiscale ontvangsten, de ratio’s ( solvabiliteit en liquiditeit) over de zes jaren heen, de resultaten van de strijd tegen de (kinderarmoede), enz.
Weet u nog? Het nieuwe bestuur zou steeds (!) “méér doen met minder”.

In juni en verder zullen onze gazetten aan deze rapportering geen aandacht meer besteden. Niet in het minst. Tenzij het huidige College wat succesverhalen doorspeelt aan onze “embedded press”. Dat kunnen ze dan afschrijven.
De perversiteit en het populisme van deze en de vorige tripartite is totaal.