Onze nieuwe N-VA schepen van cultuur (die onlangs voor het eerst in zijn leven in onze schouwburg een dansvoorstelling zag) is ook Vlaams volksvertegenwoordiger. Weinigen zijn hiervan op de hoogte.
Ook nu weer is hij op 26 mei kandidaat om zichzelf op te volgen in datzelfde parlement. Hij staat op de derde plaats op de West-Vlaamse N-VA-lijst.
In ‘Het Laatste Nieuws’ van 1 februari laat hij zijn licht schijnen op zijn politieke plannen in zijn Vlaamse halfrond.
We lezen: “Ronse wil via het parlement ook druk zetten om het brugpensioen (SWT) te laten uitdoven, de werkloosheidsuitkeringen in de tijd beperken en te werken aan een echt activeringsbeleid voor langdurig zieken.”
Geachte Vlaams parlementariër,
Beste Axel,
De drie taken die u nu welbepaald op zich wil nemen behoren allemaal tot de bevoegdheden van de federale overheid en worden uitgeoefend via wetten en koninklijke besluiten. Niet via Vlaamse decreten.
– Het Stelsel van Werkloosheid met bedrijfsToeslag (SWT) is een materie voor de (federale) Minister van Werk, Economie en Consumenten, momenteel nog Kris Peeters.
– Idem voor wat de werkloosheidsuitkeringen betreft.
– Het activeringsbeleid voor langdurig zieken is een taak voor de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, nu Maggie De Block.
U zou dus best van plaats wisselen met Vincent Van Quickenborne.
Onze burgemeester zetelt nog altijd in het federaal parlement en komt daar wel eens langs op donderdag, voor de stemmingen en de zitpenningen.
En hij blijf halsstarrig van mening dat die cumulatie best te verdedigen valt door het feit dat hij als federaal parlementariër veel kan doen voor Stad Kortrijk. Hij zit dus ook in het verkeerde halfrond.
De federale overheid heeft namelijk zeer weinig inbreng in materies die te maken hebben met gemeentelijk belang. We moeten ons hoofd pijnigen om domeinen te bedenken die ter sprake kunnen komen in het federaal parlement en enige weerslag kunnen hebben op het te voeren beleid in Kortrijk. Tja, het vreemdelingenbeleid misschien, de NMBS (ons nieuw station, dat er niet komt) en bepaalde aspecten van het veiligheidsbeleid (centen).