0ok Kortrijk vraagt uitstel voor het invoeren van de nieuwe omgevingsvergunning (2)

Nog in september vorig jaar benadrukte  minister Joke Schauvliege  dat van een uitstel van de langverwachte omgevingsvergunning absoluut geen sprake kon zijn.
De start was voorzien op 23 februari, – punt en amen en uit.
Vanaf dat moment zouden alle dossiers dienaangaande (die de vroegere aanvragen  voor een stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsvergunning  en milieuvergunning vervangen) digitaal behandeld worden.
Maar onder druk van vooral de VVSG (Vlaamse steden en gemeenten), VOKA, de NAV (Netwerk Architecten Vlaanderen)  heeft het Vlaams Parlement met spoed op 25 januari een decreet goedgekeurd waarbij gemeenten uitstel konden bekomen tot 1 juni.

Zeker een derde van  de gemeenten (de grootste nog het meest) hadden trouwens aan de VVSG al laten weten dat de datum van 23 februari onrealistisch was.
Geen  idee of Kortrijk daarbij behoorde .  (Er zijn sinds 1 februari wel al vier gemeentelijke omgevingsambtenaren aangewezen.  Maar nog niet door de gemeenteraad.)
Volgende maandag 6 februari zal ons Schepencollege dus toch via een modelbrief aan het Departement Ruimtelijke Ordening om uitstel vragen.
De Vlaamse minister van Omgeving neemt dan akte van deze beslissing.  Joke Schauvliege kan de aanvraag niet weigeren.
Voor elke gemeente zal een mededeling worden gepubliceerd in het Staatsblad waardoor het voor burgers of professionelen die een vergunning willen aanvragen ietsjepietje gemakkelijker wordt om na te gaan welke procedures nu juist moeten worden toegepast  in gene of andere gemeente.

De drie grote leveranciers van de gemeentelijke software gaven nog toevallig op 25 januari aan hun klanten mee dat er geen start met een dossierbehandelingssysteem van Cipal Schaubroeck, Cevi en Remmicon mogelijk zou zijn op 23 februari.
En, – zo zeiden ze nog:
“Wanneer u als lokaal bestuur alsnog op 23 februari wenst te starten met de omgevingsvergunning,  dan kunt u dat doen door uw aanvragen rechtstreeks via het “omgevingsloket” af te handelen dat Vlaanderen in productie zal stellen.  Houd er rekening mee dat zulke keuze veel manueel en extra werk voor uw diensten kan betekenen. ”

Vanwege het uitstel zal het Kortrijkse Schepencollege dus tot 1 juni (?)  de bestaande bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het Milieuvergunnningsdecreet  met de uitvoeringsbesluiten blijven toepassen.
Aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning waar een architect bij is betrokken moeten wel steeds digitaal worden ingediend.  Dit geldt niet voor verkavelingsvergunningen en milieuvergunningen.

P.S.
Op provinciaal en gewestelijk niveau gaat de omgevingsvergunning onverkort van start.  Geen uitstel mogelijk.

 

 

 

 

Ook Kortrijk vraagt uitstel invoering nieuwe omgevingsvergunning (1)

Aanstaande maandag 6 februari beslist het Schepencollege  om uitstel tot 1 juni (ja?)  te vragen voor het invoeren van de omgevingsvergunning.  De toepassing van de nieuwe vergunning (waarbij de stedenbouwkundige en de milieuvergunning worden geïntegreerd) moest ingaan op 23 februari.
In onze KW- editie van 20 januari hadden we het al over deze nieuwe procedures, naar aanleiding van het feit dat  er hier intussen al wel twee nieuwe gemeentelijke omgevingsambtenaren (GOA’s) werden aangewezen.

(Meer nieuws volgt nog.)

Definitief aandeel gemeentefonds 2016 minder dan begroot

Eerst een woordje vooraf
Om hun werking te financieren heffen gemeenten belastingen.  (In Kortrijk voor dit jaar geraamd op 66,5 miljoen euro.)
Het ene bestuur kan meer ontvangsten uit belastingen halen dan het andere.  Veel hangt af van het inkomen van de inwoners, de kadastrale inkomens en de al of niet aanwezige industrie.
Om die inkomensongelijkheid voor een stuk te corrigeren  beschikt de  overheid over een aantal financieringsfondsen zoals het Gemeentefonds en het vroegere Stedenfonds.
Bij de verdeling van de middelen houdt men rekening met bepaalde specifieke omstandigheden die van gemeente tot gemeente verschillen.
Gaat het om een centrumgemeente?  Een groot of klein aantal inwoners?  Heerst er ‘fiscale armoede’?  Hoe staat het met de oppervlakte van de open ruimte (bos)?  Telt de gemeente veel  werklozen, leefloners, kansarmen?

De gemeente en het OCMW kunnen in onderling overleg bepalen welk aandeel van het Gemeentefonds rechtstreeks aan het OCMW wordt gestort.  Als er geen andersluidende beslissing is genomen krijgt het OCMW automatisch  8 procent. (In Kortrijk is dit het geval.)
Het lijkt er nu op  dat een aantal  voorheen ‘(on)gunstige’ factoren in Kortrijk voor het toekennen van het aandeel uit het Gemeentefonds in de loop van het jaar 2016 op een of andere manier zijn “verbeterd”, want we krijgen voor dat voorbije jaar minder dan was voorzien.

Het definitief aandeel voor 2016
Midden januari van dit jaar is  daadwerkelijk beslist dat Stad Kortrijk uit het Gemeentefonds een dotatie krijgt van 31.158.615 euro.  Terwijl het geraamde budget voor 2016 toch wel aanzienlijk meer bedroeg:  33.848.045 euro.
(Het definitieve aandeel voor het OCMW is daarmee ook verlaagd en bedraagt nu 2.709.444 euro.)

Prognoses
(De groeivoet is in principe 3,5 procent.)
– 2017
Stad:  32.214.638 euro (is ook zo begroot)
OCMW:  2.801.272 euro
– 2018
Stad:  33.342.162 euro
OCMW:  2.899.318 euro

Opbrengst het voormalige Stedenfonds
Het Stedenfonds voor de centrumsteden is  nu opgenomen in het Gemeentefonds.
Men spreekt voortaan over “de aanvullende dotatie voor centrumsteden”.
Voor Kortrijk gaat het in 2017 om 3.183.400 euro.
Voor 2018:  3.255.897 euro.

Aanvullende dotatie ter vervanging van de diverse sectorale subsidies
Vroeger kregen gemeenten zeven aparte sectorale subsidies voor jeugd, cultuur, sport, flankerend onderwijsbeleid, ontwikkelingssamenwerking, integratie en kinderarmoedebestrijding.
Sinds 2016  zijn al die subsidiestromen geïntegreerd in het Gemeentefonds  en niet langer geoormerkt.
De voorwaarden voor het verkrijgen van die  middelen en de daaraan gekoppelde rapporteringsplicht verdwijnen daarmee.
De aanvullende dotatie voor 2017 bedraagt 2.223.064 euro.
Stad kan daar voortaan vrijelijk over beschikken (verdelen over de sectoren).