Op facebook is sinds kort een nieuwe groep opgericht: “Slechte Kortrijkzanen“.
Onlangs postte daar iemand een heel lezenswaardig bericht op. Hierna in extenso geciteerd.
“Grappig, sedert medio 2012 worden er kwistig felicitaties, proficiats, respects en pluimen uitgedeeld aan eenieder die het aanbelangt; mensen die gewoon dagelijks hun job doen, over een goedgekeurde bouwvergunning voor een vzw tot de vrijwilligers en organisatoren van een evenement.
Banale feiten worden via de sociale media verheven tot uitzonderlijkheden waardoor de gulle schenker van dergelijke felicitaties zichzelf in gunstig daglicht hoopt te plaatsen, hiermee een suggestie creëert dat men er zelf de hand in heeft en daarmee enkel pluimen op de hoed steekt. Of imago-building via de pr-machinerie.”
Ja, het is nog nooit zo erg geweest.
In het verleden waren we met schepenen als Philippe De Coene en Wout Maddens inzake de zoektocht naar “personal branding” (van uw persoon een merk maken, doen alsof u ergens mede-verantwoordelijk voor bent) en “reflected glory” (complimenten uitstrooien, name-dropping) al wat gewoon.
Met de komst van de nieuwe tripartite – de leden van het nieuwe schepencollege – loopt het waarlijk de spuigaten uit. De stroom aan boodschappen van Kortrijkse politiekers en de kameraden die op twitter en ook op facebook is te zien doet denken aan een “digitale zelfbevrediging” (dixit Felix De Clerck).
Er doet zich nu ter stede nog een geheel nieuw feit voor, waarbij men deontologische en andere vragen kan stellen.
Burgemeester Vincent Van Quickenborne bestempelt via de sociale media nu open en bloot een of andere ambtenaar als een toptalent. Met naam en toenaam.
Dat kan dus niet. Dat is ongezien.
Het is niet de taak van een burgemeester om publiekelijk – wereldwijd – ambtenaren te evalueren. Daar zijn procedures voor voorzien.
Wat zouden onze vakbonden op het stadhuis daar eigenlijk van denken? De vertegenwoordigers van de liberale VSOA? De ACOD-Overheidsdiensten? En ja, het ACV-Openbare besturen?
Dit soort optreden van een burgemeester is een interpellatie waard, minstens in de gemeenteraad.