Fuifgangers in Kortrijk die met het logo “safe party zone” worden geconfronteerd moeten aan de ingang van het evenement hun identeitskaart laten scannen. Als het scherm rood oplicht staan ze in de database te boek als amokmakers en worden ze de toegang ontzegd. Wie binnen mag moet zich ook gedragen conform een huishoudelijk reglement. Geen drugs hoor ! Serieuze relschoppers worden middels een “bestuurlijk verslag” van de politie bij de burgemeester geroepen om hun verhaal te doen. Burgemeester besluit dan al of niet om een toegangsverbod van één jaar uit te vaardigen voor fuiven met het SPZ-label. (In de praktijk zijn alle fuiven in stadsgebouwen gelabeld als SPZ.) Organisatoren van SPZ-fuiven zijn per definitie erkende jeugdverenigingen en tenminste één lid heeft een opleiding als fuifbuddy gevolgd.
Het SPZ-systeem geniet van nogal wat interesse bij andere gemeenten. Naar verluidt verkoopt Stad nu zelfs de gebruikte software. Anderzijds is het zo dat bepaalde organisatoren ten onrechte beweren dat hun fuiven conform (zullen) zijn met het SPZ-systeem van Stad.
Vandaar wellicht dat het Team Jeugd nu overweegt om van SPZ een collectief merk te maken. Een geregistreerd collectief merk geeft aan dat de waren of diensten voldoen aan bepaalde gemeenschappelijke kenmerken. Het is een kwaliteitsgarantie. Bekend voorbeeld: het woolmark-symbool, of de term “keurslager”.
Er bestaat geen Belgisch systeem van collectieve merken. Het gaat om een Benelux-regeling. De aanvraag dient gericht tot het BBIM in Den Haag: het Benelux-bureau voor intellectuele eigendom. De houder van een collectief merk dient onafhankelijk te zijn en mag het niet zelf gebruiken. Hij moet immers zelf waken over de naleving van het reglement op het gebruik en toezicht van het merk.
Het Kortrijks Octrooi- en Merkenbureau heeft al een ontwerptekst opgemaakt omtrent dat reglement. Kortrijkwatcher kent de inhoud ervan niet. Benieuwd wie het merk zal mogen gebruiken.
Die ontwerptekst is nu voor advies overgemaakt aan het Kortrijkse advocatenkantoor Publius. Dat bureau was onze externe huisadvocaat tot in maart 2001. Momenteel heeft Stad geen externe huisadvocaat meer, want de termijn van het kantoor Cottyn uit Aalst is zonet beëindigd…De procedure voor de aanstelling van een nieuwe referentieadvocaat is nog lopende.
P.S.
Publius krijgt nog steeds alle ingewikkelde zaken in handen…Men vindt altijd wel een reden daartoe.
KW heeft geen weet van ook maar één een zaak die is behandeld door het kantoor uit Aalst.