Dat is ongeveer het enige politieke nieuwsfeit dat we konden horen in het zgn. kopstukkendebat van gisteren. Onze gazetten van de papieren perse hebben het niet onderkend…
Een vraag uit het publiek luidde: “Zal er bij de lijstsamenstelling binnen de christen-democratische partij opnieuw gewerkt worden met een ritssysteem waarbij afwissend een kandidaat van het ACW en van Unizo een plaats krijgt?”
Burgemeester Stefaan De Clerck wou eerst een beetje rond de pot draaien met te zeggen dat een lijst – hoe dan ook – evenwichtig moet zijn, een mix van jong en oud, mannen en vrouwen, mensen uit het centrum en de rand, enzovoort. Maar uiteindelijk klonk het kordaat dat er bij de komende raadsverkiezingen binnen zijn partij NIET zou gewerkt worden met een ritssysteem op basis van standen.
Tja. Dat was wel heel kordaat. Moet kunnen. Weet iedereen daar in de partij al van? Alle geledingen?
Van Stefaan De Clerck is geweten dat hij toendertijd als CVP-voorzitter al geheel komaf wou maken met de CVP als standenpartij. In Kortrijk is hem dat nog steeds niet gelukt. Echte “gildemannen” kunnen “de middenstanders” letterlijk niet luchten of zien. Dat is zo hoor, beste KW-lezer, NU NOG, jaja. De Unizo-mandatarissen en de ACW’ers vergaderen op elk niveau apart en op diverse plaatsen.
In de gemeenteraad heeft een raadslid (Martine Vandenbussche, bij god!) zich onlangs nog uitgeroepen tot ACW-fractieleider, naast de enig ware aangestelde Pieter Soens. Het staat allemaal niet in de papieren gazetten.
In het verleden ging het er bij de lijstvorming binnen de christen-democratie vaak heel heftig aan toe. Met wederzijdse scheldpartijen in de pers en in pamfletten. Oudere lezers van KW herinneren zich nog hoe ene Arseen Vanmaldergem in “De Volksmacht” (nu “Visie”) kon tekeer gaan. Het gebeurde dat de plaatselijke clerus (meneer de deken, een enkele proost) ter hulp werd geroepen om ruzies te beslechten, of men liet nationale figuren naar Kortrijk afzakken om knopen door te hakken: P.W. Segers, Theo Lefevre, en dichterbij Leo Delcroix, Etienne Schouppe.
Bollekesspel
Om de ruzies bij de lijstvorming ietwat beschaafd te houden heeft men hier bij de CVP al van in de 50’jaren de pariteitsregel ingevoerd.
Men sprak van een “verzoeningslijst“. Gemaakt door een Raad van Wijzen. “Verlichte geesten” genaamd, ja.
Evenveel Gildemannen op de lijst als Middenstanders én Boeren kan rekenkundig wel niet helemaal (41 plaatsen), maar toch bijna. Dus bij de ene verkiezing een keer 20 ACW’ers en 21 NCMV’ers, of omgekeerd – afhankelijk ook van welke standenvertegenwoordiger de lijst mocht trekken. En met toepassing van het ritssysteem: op pare of onpare plaatsen iemand van dezelfde stand.
Zo konden de CVP-hoofdkwartieren de kiezers uit de standen ook gemakkelijk informeren hoe te kiezen.
In onze Kortrijkse christen-democratische middens past men traditioneel in de kiescampagne het “bollekesspel” toe. Men verspreidt her en der “modellijsten” met de kandidaten van de eigen stand. Als de ACW’ers bijvoorbeeld 21 kandidaten hebben roept iedere kandidaat: “Stem voor mij én voor mijn 20 vrienden”. En de NCMV’ers roepen dan: “Stem voor de 20!”
KLUCHTIG NIET?
Het totale aantal naamstemmen per stand kan in de argumentatie van belang zijn voor de verdeling van de mandaten. Zelfs voor de vraag wie burgemeester mag worden.
Bij de laatste verkiezingen van 2006 zat men wel met een levensgroot probleem.
Men (??) wou een kartellijst met de N-VA vormen want men (??) vreesde geen (zetel)meerderheid meer te behalen. (Het ACW bij monde van Frans Destoop was daar fel tegen gekant).
Het ritssysteem kon niet helemaal meer worden toegepast aangezien men een plaatsje diende te vinden voor de (vijf) N-VA-kandidaten.
Lieve Vanhoutte kreeg een heel schone, direct verkiesbare plaats op nummerke vijf. En om het wiskundig enigszins logisch te laten voorkomen kreeg Marleen Debels de 10de plaats, Piet Vlieghe de 15de en Frederik Vlaminck de 20ste plaats. Veelvouden van vijf…
Lijsttrekker in 2006 was Stefaan De Clerck, onmiddellijk gevolgd door twee (!) figuren van de Gilde: Guy Leleu en Franceska Verhenne want er moest minstens één vrouw bij de eerste drie kandidaten. Op vier dus iemand van Unizo: Ann-Pascale Mommerency. Lieven Lybeer kon dan pas op de zesde plaats komen. Daarna volgden nog twee middenstanders: Stefaan Bral en Hilde Demedts. Pas vanaf de negende plaats (Alain Cnudde) kon het ritssysteem weer radicaal tot aan het eind toegepast. Aan de staart bijvoorbeeld stonden ACW’er Roel Deseyn (plaats 39), Jean de Bethune van Unizo (op 40), en gildeman Carl Decaluwé (op 41).
Probleem met de Kortrijkse CD&V is de verdeling van de mandaten. Hoeveel schepenen krijgen de standen elk? Welke stand krijgt de burgemeestersjerp? Het voorzitterschap van Leiedal en het OCMW? De toegepaste regels zijn in de loop der tijden nogal veranderd. We gaan er niet te diep op in wat het gaat om vormen van hogere wiskunde. Het meest eenvoudige systeem ging gepaard met het uitdelen van punten. Iedere stand moest evenveel punten krijgen. Het burgemeesterschap was bijvoorbeeld 2 punten waard, een schepenambt 1 punt, evenals Leiedal en OCMW.
Ja, burgemeester Stefaan De Clerck…PEINS MAAR EEN KEER GOED.
Zefs al zou u het ritssysteem dit verkiezingsjaar kunnen opheffen, dan nog zult u moet afrekenen met een sleutel ter verdeling van de mandaten over de standen heen. Laat het ons op tijd weten wat er nu is bedacht! Hou het simpel en maak dat er geen interpretaties mogelijk zijn. Hoed u bij voorakkoorden voor halve mandaten in de tijd! Remember de story met Manu De Bethune…
Beloof vooral niets aan de oppositie.