Bronnen van trots voor stad Kortrijk

Het kwalitatief onderzoek van Callebaut over cultuurbeleving in Kortrijk geeft vier bronnen van trots op voor bewoners van onze stad: de moderne architectuur (voornamelijk de bruggen), het erfgoed (historische bezienswaardigheden), de geografische ligging, het cultuuraanbod.
Hierna wat meer over dat cultuuraanbod.

De 10 ondervraagde Kortrijkse duo’s vinden het cultuuraanbod uitgebreid en gevarieerd. Er is voor elk wat wils. Spontaan denkt men hierbij aan de schouwburg, allerhande festiviteiten, het erfgoed en de musea.
Kortrijkzanen zijn bijzonder trots op de stadsschouwburg. Er is een brede waaier van activiteiten, heel toegankelijk en voor een gevarieerd publiek. De schouwburg is tegelijkertijd laagdrempelig en gezellig, zelfs volks, maar ademt ook prestige, traditie en rijkdom uit. Het is een echte trekpleister; in de perceptie van de Kortrijkzaan zelfs “het boegbeeld van cultuur in Kortrijk“. Bewondering en verwondering zijn haar deel.

Een geheel ander geluid is te horen over het kunstencentrum Buda. Het is weliswaar bekend van naam, maar er is te weinig geweten wat er aangeboden wordt. Opmerkelijk is dat niet enkel de “low culture” (de cultuurbaren) maar ook de jongeren Buda KC als “te fel afwijkend van het gekende” ervaren. Men vindt de werking te alternatief, niet echt toegankelijk, en gericht op een ouder en select publiek. Grote cultuurliefhebbers van middelbare leeftijd daarentegen vinden Buda zeer aantrekkelijk omwille van de originele en onverwachte kunst.

Veel lof ook voor de bibliotheek. Niet voor het gebouw (!) maar wel voor het ruime aanbod en de vele faciliteiten van de bib: muziek, speelgoed, internet, leeszaal,…
Het Broelmuseum heeft dan weer een mooie setting, maar de collectie weet de mensen minder te bekoren. Het museum bevestigt het historische en statische beeld van Kortrijk. (Over het Vlasmuseum geen woord in het rapport.) Tegenover het erfgoed heerst een ambivalente houding. Ja, men is trots, maar toch minder betrokken. De kennis erover is beperkt.

Waarover is men minder te spreken?
Het aanbod is te kleinschalig en niet uniek. Er zijn geen grootse evenementen, er is geen opera. Er zijn geen hoogtepunten in het aanbod.
Bovendien is de communicatie over het aanbod onvoldoende, onaantrekkelijk en weinig duidend.
Bij dit laatste punt van kritiek dient wel gezegd dat die komt van mensen die juist weinig participeren aan cultuur…
Vandaar dat heel de redactie van kortrijkwatcher de communicatie wél voldoende vindt (zelfs overvloedig), wél aantrekkelijk (die lay-out!) en wél duidend. Er is evenwel een zeker gebrek aan eenheid in de communicatie-uitgaven, een teveel aan diverse brochures. En de kalender dient beter gecoördineerd. Soms weet men niet waar eerst gelopen.

Voor Kortrijkzanen zelf scoort Stad dus nog gematigd goed als cultuurstad. Bij de groep van ondervraagde Gentenaars en Antwerpenaars is de perceptie daarentegen vernietigend. Men vindt Kortrijk een weinig aantrekkelijk stadje, met een aftandse en onpersoonlijke mentaliteit. Maar wie de stad echt kent is genuanceerder in zijn oordeel. Dat is ook onze ervaring. Onze kennissen (ook buitenlanders) zijn – wel een keer tot onze verbazing – grotendeels vol lof over de aanblik en de activiteiten van de stad.
Tja, het zijn geen chauvinistische, dikke nekken uit Antwerpen.