Ondernemingslust in Kortrijk

Het driemaandelijkse tijdschrift “West-Vlaanderen werkt” (van de Wes) publiceerde eind vorig jaar een studie over starters in de provincie, op basis van gegevens uit de Kruispuntbank voor Ondernemingen. Meest recente cijfers van 2009.
In West-Vlaanderen telde men in 2009 5.600 starters, vooral terug te vinden in de arrondissementen Brugge (1.415) en Kortrijk (1.363).

Interessanter is het aantal starters in de gemeenten, per duizend inwoners op de beroepsactieve leeftijd (18 tot 64 jaar). Het gemiddelde is 8. Kortrijk komt daarnet boven met 8,1 per duizend. Roeselare 8. De cijfers liggen heel dicht bij mekaar. Tielt wint met 8,6. Sectoren met de meeste starters zijn: groot- en kleinhandel, reparatie van auto’s en motorfietsen. Zoiets van 1,7 per duizend starters zochten hierin hun heil.
De evolutie van het aantal starters ziet er zo uit voor Kortrijk: 285 in 2001, 374 in 2005 en 408 in 2009. Vergelijking met Roeselare: van 205 over 291 naar…280.

Er is ook nog zoiets al de ondernemingsgraad.
Dat is het aantal zelfstandige ondernemers (en helpers) uitgedrukt in verhouding tot de totale beroepsbevolking. Hier zijn slechts cijfers gekend van het jaar 2008, en enkel per arrondissement. Het gemiddelde in de provincie was 16.7 procent. Voor het arr. Kortrijk: 15,3 procent. Een opvallende opwaartse trendbreuk kwam er in 2003, want toen moesten de meewerkende echtgenoten zich ook inschrijven.

Dan is er nog de oprichtingsratio.
Die wordt bepaald door de verhouding tussen het aantal starters in een bepaald jaar en het totale aantal actieve ondernemingen bij de aanvang van dat jaar. Voor de regio Kortrijk ging het in 2008 om 7,7 procent. Roeselare 7,9.

Heel interessant is de uittredingsratio.
Dit is het aantal stopzettingen (en faillissementen) in procent van het aantal actieve ondernemingen. Helaas kennen we die ratio niet per gemeente. In 2008 was de uittredingsratio in de regio Kortrijk 5,8. Dus een nettogroeiratio van 2,0. Voor Roeselare: 2,3.

Kortrijk heeft een een NV én een VZW Ondernemerscentrum, tegenover het stadhuis. Het OCK. Het speelterrein van schepen Jean de Béthune. Daar zijn 10 kantoren voor starters en die waren vorig jaar zo goed als ingenomen. Financiering daarvan zeer abstract. Betaalt het winkelcentrum K (de NV Sint-Janspoort) zijn jaarlijkse vergoeding van 75.000 euro wel om hier een beetje aan innovatieve bedrijfsdinges te doen?
In het stadhuis zelf is er een Uniek Ondernemersloket. Het UOK. Kunnen die raamambtenaren aldaar niet wat accurater gegevens verstrekken over starters en ratio’s?