Hier begrijpen we dat volkomen. Vanuit psychologisch oogpunt althans.
In de regionale editie van “Het Laatste Nieuws” van vandaag doorbreekt Bert Dewilde zijn stilzwijgen. (Hij deed dat al eerder in het “Kortrijks Handelsblad”.) Bert Dewilde (85) is de stichter en gewezen conservator van het Vlasmuseum. Hij vindt dat de verhuizing van het Vlasmuseum naar de voormalige Euroshop aan de Leie een blunder. “Mijn levenswerk wordt zomaar te grabbel gegooid.”
Bert Dewilde heeft waarschijnlijk de kans niet gekregen om het laatste en heel recente evaluatierapport te lezen van het Agentschap Kunst & Erfgoed. Om de zoveel jaar bezoekt een visitatiecommissie van dat agentschap instellingen die erfgoedcollecties beheren. Om te kijken of ze nog altijd hun kwaliteitslabel verdienen. Welnu, de kans zat er dik in dat het huidige Vlasmuseum een onvoldoende had gekregen van de visitatiecommissie indien er geen sprake was geweest van een verhuis.
Men constateerde allerlei tekortkomingen inzake de infrastructuur en vond het huidige museumconcept verouderd. De bewaaromstandigheden zijn belabberd. Er is geen ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen. Presentatieruimten zijn ’s winters moeilijk te verwarmen. En de visitatiecommissie concludeert dat allerhande tekortkomingen pas kunnen weggewerkt door een verhuis.
De commissie heeft intussen ook gemerkt dat sinds de komst van een nieuwe conservator (Lies Buyse, dochter van de burgemeester van Dendermonde) op korte tijd belangrijke stappen voorwaarts zijn gemaakt op gebied van collectiebeleid, registratie, wetenschappelijk werk, publiekswerking. Er zijn nog wel enkele “aandachtspunten”. Er is blijkbaar geen calamiteitenplan. Geen collectieprofiel wat het kantmuseum betreft.
Ook het Broelmuseum mag zijn kwaliteitslabel bewaren.
Het krijgt wel een onvoldoende voor een aantal punten. De deelcollectie keramiek wordt bewaard in lege bureauruimtes. (En wat moeten we daarmee?) De registratie is rudimentair. Misschien nog meer aandacht nodig voor doelgroepenbeleid. Er is geen communicatiebeleid uitgewerkt. En ook hier weet men niet goed wat te doen bij calamiteiten.