Het is dan nog het doorgaans brave en onschuldige heemkundig-historisch (halfjaarlijkse) tijdschrift “De Leiegouw” dat de verbijsterende feiten zopas aan licht bracht. In het eerste nummer van de jaargang 2010, pag. 35-38. Auteur: H. Callewier.
Het kan geen toeval zijn, in deze voor de christenmensen moeilijke tijden.
Begin juli 1605 kwamen de zusters van het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal (nu in handen van het OCMW) bijeen om een nieuwe priorin te verkiezen. De aanstelling van de vorige priorin werd aangevochten door het Kortrijkse stadsbestuur en koning Filips II heeft de benoeming geannuleerd. De keuze viel op ene Margriete de Hertoghe, niettegenstaande verzet van de bisschop van Doornik. De nieuwe kandidate stamde uit een een zeer invloedrijke adellijke familie uit het Waasland. Vader was bijvoorbeeld schepen en stadsontvanger in Gent. Een oom was voorzitter van de Raad van Vlaanderen.
Vleselijke omgang
In de zomer van 1612 brak een schandaal los.
De priorin werd ’s nachts in bed dan nog aangetroffen met een minderbroeder, wellicht een monnik van het nabijgelegen fransicanerklooster op Overleie. Niettegenstaande bestraffende maatregelen van de Doornikse bisschop ging de situatie in het klooster van kwaad naar erger. Bijna dagelijks nam Margriete de Hertoghe deel aan drinkgelagen met religieuzen, seculieren en gehuwden, zowel binnen als buiten het klooster. Tegenstribbelende zusters werden ertoe aangezet om deel te nemen aan de orgieën.
Met één jongeman in het bijzonder zou de priorin meerdere malen “conversation charnelle” hebben gehad.
De bisschop besloot om in te grijpen en stuurde Margriete naar het klooster van de Zwarte Zusters in Rijsel. Met behulp van de familie ontsnapte ze daar evenwel. Intussen kon ze er nog in slagen om grote sommen geld uit de fondsen van het hospitaal te verduisteren om een twee jaar durend proces te bekostigen.
Antonis Herberti, kanunnik van O.L.-Vrouwekerk, en de rector van het Kortrijkse jezuïetencollege ondernamen in 1614 pogingen om de kwestie op te lossen. De zaak wordt zelfs tot bij de aartshertogen aangekaart. Bedoeling was voor alles om het geld en de goederen die de priorin had verduisterd terug te krijgen.
Op 1 oktober 1614 overleed de bisschop van Doornik. Hierbij vond men dat de voogdij van kanunnik Herberti ook te einde liep.
Die taak werd dan maar overgenomen door pastoor Dewitte van van de Sint-Maartenskerk. Aldus verdwenen de twee belangrijkste tegenstanders van Margriete.
Tot aan haar dood op 12 juni 1623 bleef de losbandige Margriete de Hertoghe aan het hoofd staan van het hospitaal. Waarschijnlijk ligt ze daar nu nog begraven.
P.S.
Na juni 1614 zijn geen archiefdocumenten bekend die betrekking hebben op de zaak.
Typerend voor de huidige en vroegere gang van zaken in de Kerk is nog dat kanunnik Herberti aan één van zijn correspondenten vraagt om de stukken in bijlage terug te sturen want ze mochten niet in verkeerde handen vallen.
Het probleem is structureel zeker? Toch in Kortrijk.