De papieren pers heeft nu ook ontdekt dat de bijzonder vermogende vzw Habbekrats in Het Hoekhuis een zgn. sociaal restaurant gaat opzetten. Een Eetkeet voor rijk en arm, oud en jong. Dus voor iedereen, en blijkbaar niet enkel voor Kortrijkse ingezetenen. (Zie stuk alhier van 29 mei.)
Een grote voorwaarde om – in het kader van de sociale diensteneconomie – zo’n zwaar gesubsidieerd sociaal restaurant te kunnen exploiteren is dat er (bijvoorbeeld door braderieprijzen te hanteren) geen marktverstoring kan optreden. Wel, volgens “Het Laatste Nieuws” van vandaag zal Stad er over waken dat horecazaken geen (oneerlijke) concurrentie zullen ondervinden van dat sociaal restaurant. “Het Nieuwsblad” (1 juni) meldt dit ook. Geen van de journalisten heeft aan waarnemend burgemeester Lieven Lybeer gevraagd hoe het stadsbestuur denkt de concurrentievervalsing tegen te gaan.
Inbedding en nood
Eigenlijk kan dit alleen maar door te bewijzen dat het restaurant voor een specifieke klantengroep wil werken, in een bepaald zorggebied. Dit is hier niet het geval. De Eetkeet staat open voor iedereen. Ten tweede dient men aan te tonen dat de dienstverlening (hier: mensen te eten geven ) een antwoord biedt op een maatschappelijke nood in het zorggebied. In de aanvraag tot erkenning en subsidiëring van het project vraagt men zelfs om aan te geven hoe deze nood werd gedetecteerd. Aan de hand van een sociaal beleidsplan, een behoefteanalyse, een studie. Burgemeester Lybeer slaagt er in de kranten niet in om naar zo’n studie te verwijzen. (Het werd hem ook niet gevraagd.)
In het aanvraagformulier wil de subsidiërende overheid ook een motivering lezen over “de inbedding van het initiatief in het (Kortrijkse) socio-economische weefsel”. Ja, wij zouden dat ook wel eens willen lezen.
Burgemeester Lybeer wil in de kranten ook nog kwijt dat Stad (“zoals gevraagd door de Vlaamse overheid”) een positief advies gaf om het project Eetkeet te realiseren.
Loco-Burgemeester!
De overheid vraagt dit helemaal niet van Stad!
De erkenningsaanvraag wordt al of niet positief geadviseerd door “het Lokaal Forum Werkgelegenheid”. Of door Resoc, als het zorggebied dat van de Lokale Werkwinkel overschrijdt. Het Forum Werkgelegenheid (of Resoc) spreekt zich uit de beschikbaarheid van de doelgroepwerknemers (kansarmen), over het belang van de dienstverlening in het kader van het regionale tewerkstellingsbeleied en over het eventueel samenvallen van de dienstverlening (eten geven) met lokale aanbieders. En het is het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie dat oordeelt of de voorwaarden van de Europese dienstenrichtlijn zijn vervuld en voldoen aan de criteria van het decreet lokale diensteneconomie, en zich uitspreekt over de begroting en de financiering van het project.
Bon. Zo zit dat.
Als onze verkozenen des volks in de gemeenteraad meer willen weten over de gang van zaken bij het Eethuis en vooral over de vraag naar de maatschappelijke nood van het project en de eventuele marktverstoring, ja, dan zal een raadslid een en ander zelf moeten agenderen op de volgende zitting. Het schepencollege zal het heus niet doen, uit vrees voor het openbloeien van een discussie met de middenstandsvleugel van de CD&V en van de VLD.
Bij mijn weten heeft nog geen enkel fractie uit de gemeenteraad zich daarover beraden.