Maak me niet wijs dat Forumvest als promotor van het megawinkelcentrum geen (voor)studies heeft gemaakt omtrent de impact van de komst van K-in-Kortrijk op andere handelszaken. En daarbij, voor de kandidaten om zich in dat centrum te vestigen geen bespiegelingen heeft gemaakt over passanten en potentiële omzetcijfers. Maar zelfs onze onderzoeksjournalist Dieppe Throot heeft die marktonderzoeken niet kunnen bemachtigen.
We weten ook niet cijfermatig hoeveel handelszaken er nog vóór de komst van K (tijdens de bouwwerken) de brui hebben aan gegeven. Of er faillissementen zijn uit voortgevloeid. (Zou UNIZO dit niet weten?)
Probleem is dat er zich nog ongelukken kunnen voordoen nu het winkelcentrum daadwerkelijk is geopend. We kennen NU al één moedeloos geworden kruidenier uit de Sint-Jansstraat die zijn zaak te koop stelt. Maar intussen lees je in de kranten niets dan bemoedigende berichten. UNIZO-Kortrijk liet zelfs op het Internet een videootje verspreiden waarbij voorzitter Stefaan Matton het had over de kernversterkende functie van het winkelcentrum. En Dominique Desmeytere, de manager van K, vindt dat zijn megazaak geen eiland is in de stad. Een krant meldt dat de kaap van 1 miljoen bezoekers is overschreden. Maar tegelijk dat er in de vlakbij gelegen Voorstraat nog nauwelijks voorbijgangers zijn te bespeuren.
We hebben niets aan indrukken en losse mededelingen.
Ten eerste is er een wetenschappelijke passantentelling nodig, minstens voor heel het centrum, en niet enkel in de straten behorend tot Handelsdistrict. Ferguson deed dat indertijd tweejaarlijks in Kortrijk, maar de laatste resultaten die we kennen dateren van 2004 en een beetje van 2006.
Er is dit jaar (en volgend jaar) een nieuwe telling nodig, te vergelijken met 2008, zo die bestaat.
Maar passanten zijn nog geen kopers. En we weten niet waarom zij precies dà à r voorbijkomen en vanwaar ze komen.
Er is een koopstromenonderzoek nodig. Nu onmiddellijk nadat de eerste nieuwsgierigen uit K zijn verdwenen, en daarna jaar na jaar.
Indien niet, kunnen belanghebbenden alllerlei loze berichten blijven verspreiden, in negatieve of positieve zin.
Dat koopstromenonderzoek moet gedaan worden door een gerenommeerd, onafhankelijk bureau (bijvoorbeeld Goudappal Coffeng) en de resultaten moeten openbaar gemaakt worden.
Aandringen op openbaarheid doen we hier niet zonder reden.
In het voorjaar 2006 heeft het West-Vlaams Economisch Studiebureau (WES) een keer een grootschalig bezoekersstromenonderzoek uitgevoerd in onze provincie. Brugge en Roeselare waren toen de grootste commerciële aantrekkingspolen in de provincie. In het tijdschrift “West-Vlaanderen werkt” zijn toen slechts zéér summiere resultaten uit het rapport gepubliceerd. We hebben bij die gelegenheid de specifieke “gemeentelijke fiche” met detailgegevens voor Kortrijk opgevraagd, maar niet gekregen.
Stad Kortrijk, met het SOK en Parko, samen met het Vlaamse Gewest hebben er tientallen miljoenen euro voor over gehad om het winkelcentrum naar hier te lokken en alhier midden in de stad in te planten. Nu kan de overheid toch wel een keer een studie bestellen om de gevolgen van haar daden cijfermatig te berekenen. Ook qua de beloofde tewerkstelling. Ook qua gewijzigde bereikbaarheid en verkeersstromen. Ook over een mogelijk gewijzigd aanbod aan functies, of een gewijzigd verblijfsklimaat, en effecten op de huisvesting en bevolking.
Wat doet een koopstromenonderzoek zoal?
Onder meer het koopgedrag nagaan.
Hoe zit het met de koopbinding (percentage inwoners dat in eigen gemeente aankoopt, en waar), en omgekeerd met de koopvlucht? Wat koopt men eigenlijk? (Dagelijkse, periodieke of uitzonderlijke goederen.)
Hoe staat het met de koopattractie? In welke mate en waarom doen inwoners van andere gemeenten beroep op onze gemeente? Vanwaar komen ze? Tot waar reikt de invloedssfeer?
Wat is het bezoekmotief? (Prijs, kwaliteit, bereikbaarheid, sfeer, veelheid aan winkels, vrolijkheid?)
De uitkomsten van een koopstromenmodel kunnen ook economisch gepresenteerd worden in termen van omzet, verhouding bezoekers/kopers, vloerproductiviteit, werkverschaffing, faillissementen, leegstand.
Ja, pas als er op geregelde tijdstippen zo’n onderzoek wordt verricht, zullen we later op goede gronden kunnen argumenteren of de komst van K voor stad Kortrijk, de bewoners, de handelaars, de horeca, de algehele levenssfeer al of niet een zegen is (geworden).
Al wat nu in kranten, of op straat, of door Unizo en K zelf, of door het stadsbestuur wordt beweerd, steunt op los zand.