Tot op heden in de dagbladpers nog maar één serieus kritisch stuk gelezen over ons gloednieuw megawinkelcomplex K in Kortrijk.
Het begint zo.
“Is het fair om architectuur te lijf te gaan met cultuurkritiek? Kunnen we met de filosoof Walter Benjamin een hedendaagse shopping mall bekijken als het product van een laat-kapitalistisch systeem? Of gaan we dan voorbij aan de weldadige werking van de winkelpromenade, als pacemaker voor een middenstandsstad?
Dat is de fundamentele vraag van architect en criticus Koen Van Synghel in “De Standaard” van 23 maart. Rubriek “Cultuur en Media” op pag. 31.
Wat een prachtig stuk. Ziehier de laatste zin.
“Dit complex houdt je gevangen in de logica van de rolband. De roltrap die de mens in slaap wiegt en herleidt tot een consument. Ten prooi aan het ‘warenfetisjisme’ waar Walter Benjamin ons nochtans voor wou behoeden.”
EVEN TUSSENDOOR. ARCHITECTEN WORDEN HIERTOE OPGELEID.
Denk nu vooral niet dat auteur Koen Van Synghel een zeurkous is.
Hij looft uitgebreid een aantal architectonisch-commerciële kwaliteiten, maar betreurt gewoon dat het in het nieuwe winkelcentrum als dat van Kortrijk ver zoeken is naar een extra culturele dimensie. “Ondanks zijn verdiensten kampt het Shopping K met een chronisch gebrek aan ‘stilteplekken’. Grote voorbeelden als de Emanuele II in Milaan of de Sint-Hubertusgalerij in Brussel hebben zijarmen of dode hoeken waar het goed pozen is met een koffie en een boek. Shopping K dompelt je echter in verdoving.”
(Van Synghel had er nog kunnen op wijzen dat Kortrijk zich al jaren wil promoveren tot stad van innovatie en creatie, plus design.)
Kortrijkwatcher heeft hier al onthuld dat Stad Kortrijk op ons kosten (20.000 euro?) middels een zgn.”klankbordgroep” naarstig bezig is met het maken van een prestigieuze brochure (‘cahier’ genaamd) gewijd aan K in Kortrijk. Om de schijn van reclame te vermijden zal men het daarnaast ook nog wat hebben over andere stadsprojecten. Onze designmeester Dubois werkt mee aan de stadspublicatie. Hij zou ervoor kunnen zorgen dat het stuk “Met de K van Koopmachine” integraal in het ‘cahier’ wordt overgenomen. Indien hij daar niet in slaagt, zullen we moeten besluiten dat hij zich laat censureren.