Alternatieve reisgids voor onze mandatarissen op expeditie in Dakhla (3)

Wat voorafging.
De burgemeesters van Kuurne en Lendelede trokken vorige zomer naar het diepe zuiden van de Westelijke Sahara. In het slaperige woestijnstadje Dakhla met een buitenmaats fort stootten ze toevallig op een aantal plaatselijke notabelen en na een aantal aangelengde glazen muntthee (“de whisky van de woestijn”), met op de achtergrond heupwiegende bedoeïenenvrouwen op tranceverwekkende chaoba-muziek, kreeg iedereen bij volle maan het lumineuze idee om elkaar spoedig terug te zien. Om de reiskosten wat te dekken en binnen de perken te behouden bedachten onze eigenste burgemeesters de organisatie van een grootschalige expeditie van mandatarissen uit zeven gemeenten van onze Leiestreek, te betalen door de respectieve gemeentekassen. De notabelen van Dakhla zelf waren algauw bereid om het verblijf van de Belgen op zich te nemen. Gaan we die Flamencos de Belgica eens lekker hersenspoelen over de politieke, economische en culturele situatie in het door Marokko bezette gebied. En bivakkeren in het hotel Sahara Regency is toch maar een virtuele kostenuitgave, want het viersterrenhotel is in handen van de Staat. (Volgend jaar, ter gelegenheid van het Kuurnse Ezelsfeest, komt er een tegenbezoek. Om nog meer van elkaar te leren.)

Veel tolken heeft onze delegatie niet van doen.
De echte, oorspronkelijke bewoners (Sahrawi’s) van de vroegere Spaanse kolonie hanteren een zeer specifieke Arabische variant die bijna niemand verstaat, of het zijn Berbers. Maar die krijgt men toch niet te spreken, tenzij het gaat om een of andere beëedigde collaborateur van de bezetter, het dictatoriaal getinte Marokkaanse regime. Honderdduizenden zijn trouwens gevlucht en wonen nog altijd in tentenkampen bij Tindouf.
De wali die fungeert als gastheer spreekt perfect Engels want behaalde in Rabat een universitair diploma voor die taal. Hij is ten andere voor zijn land nog ambassadeur geweest in Noorwegen.
De delegatie meent dat een wali iets is als een gouveneur van bij ons. Nu is Mohamed Salah Tamek wel degelijk gouverneur van de provincie Oued Eddahab, maar hij is véél meer dan dat. Hij is tegelijk een soort onderkoning (wali) van het grote gebied (de wilaya) Oued Eddahab-Lagouira. Zeg maar van heel Rio de Oro. Zo’n cumulatie komt niet veel voor. Mohamed heeft in die ellendig uitgestrekte woestijn alles voor het zeggen en waakt daarbij tot eenieders profijt over de bestemming van natuurlijke rijkdommen (fosfaat, ijzer, vis) aldaar.
Hoe hij het zover heeft kunnen schoppen is alweer een gevaarlijk indiscrete vraag die onze expeditieleden best niet zouden stellen. In zijn jonge jaren was hij een gauchistisch tegenstander van het regime en daar heeft hij – als zijnde staatsgevaarlijk – in de 70’er jaren geruime seizoenen voor moeten brommen in een of andere vergeetput met poepgat.

De wali zal zeker niet nalaten om te benadrukken dat al wie zich in Dakhla komt vestigen gratis een prefabwoning krijgt. Zelfs een loon tot men werk vindt. De koning van Marokko en afstammeling van de Profeet wil de streek bevolken (“marokkaniseren”) en heeft daar miljoenen dirham uit eigen zak voor veil. (De regio is de minst bevolkte van Marokko. Cijfers zijn onbetrouwbaar. 37.000?)
Met de nomaden is er wel een probleem. Op de daken van hun huis hoeden ze schapen en geiten. De Bedoeïenen houden het nauwelijks een week lang vol in de stad. Willen altijd opnieuw weer naar de zandbak. En de Saharaanse mensen beschouwen Marokko als een ander land. Spreken dan over “daarginds”. La-bas il sont mieux organisés.

Hang-out

In Villa Cisneros (Dakhla) valt voor niet-surfers nauwelijks iets te beleven. Tenzij het “Frente Popular de la Liberación de Saguia el Hamra y Rio de Oro” (Polisario) lucht krijgt van het bezoek van de hoge Belgische delegatie. Die vrijheidstrijders houden zich slechts tandenknarsend aan een wapenstilstand. Stel dat ze zich even met een of andere ludieke burgerverzetsdaad willen bewijzen tegenover die buitenlanders.

Vlakbij de militaire barakken van Dakhla is er een pittoreske straat. Overdag voor een blanke christenhond nog wel vredig te bewandelen, met al die kleurige, vriendelijke huisvrouwen, maar bij valavond al voorbehouden voor seksueel sodatenplezier. “Get lost?” schreeuwen die militairen en straathoekwerkers dan naar allochtonen uit de Leiestreek.

Aan te raden valt dat onze expeditieleden ’s nachts leute maken in de populaire hang-out voor backpackers, de bar Samarkand.
Of in de bar van het hotel, want daar is ook bier te koop. Hoed u voor de onvermijdelijke plaatselijke rasta, ene Feisal. Wil met zijn praatjes alleen maar whisky aftroggelen.
Pas op. Nooit alcohol drinken in de buurt van een moskee, en zo zijn er nogal wat in Dakhla. Camoufleer uw wijn in een thermosfles, en schenk die dan cool uit in een cola-glas. Net halal coca. (Denk nu vooral niet dat de zandmannen dit niet in het oog hebben, maar voor wat hoort wat.)

De Iers-Arabisch-ultra-clevere baas van Hotel Sahara Regency regelt tochtjes op zee.
Als er een geheime politieagent mee optrekt, dan alleszins geen gesprek aanknopen met klagende Sahrawi vissers. Hun lot is al erg genoeg sinds de “crise du poulpe”. Niet over praten ! Is haram.
Maar je kan ook met het “schip van de woestijn” eventjes het binnenland intrekken. Dat schip heeft maar één bult. Gemakkelijk te onthouden met een ezelsbrugje. Het woord kameel telt twee E’s. Dromedaris slecht één. Kenners weten het echte onderscheid. De dromedaris heeft korter haar, langere poten en is slanker.
Blijf maar ver weg van de Algerijnse grens met zijn tentenkampen. Geen foto’s nemen van controleposten en benzinesmokkelaars.
Niet te dicht bij de Marokkaanse zandmuur der schande komen.

Aanstaande donderdag is er in Marokko een nationale feestdag.
De herdenking van de Groene Mars van 1975, toen vorst Hassan II naar schatting 300.000 haveloze stakkerds zonder water of brood met soldaten de Westerse Sahara injoeg om de Spaanse kolonisatoren te verdrijven.
In Dakhla heeft men dus wel bijzondere redenen om dit feest te vieren. Heel de stoet is toen veilig en wel aangekomen.
En nu daar een Belgische – nog wel gemengde ! – expeditie vertoeft zal het dubbel plezant worden. Alle werkvergaderingen worden opgeschort.
Ook wij vieren mee, en herdenken onze Spaande bezetting. Alva.
De Groene Mars nimmer ofte nooit als een inval bestempelen !!

P.S.
Kuurns burgemeester is een trouwe gelovige practiserende kerkganger.
Kan hij op 6 november geen Heilige Mis regelen in de “kathedraal” van Dakhla?
Een echte hoogmis?
Met vrouwelijke misdienaars. Schepen Marie-Claire Vandenbulcke.