In juni kreeg ons nieuw Museum 1302 van minister Anciaux geen erkenning, noch op lokaal of regionaal of landelijk niveau. Het Hopmuseum van Poperinge en het Memorial Museum Passchendaele van Zonneke wel. Dat laatste museum (en Ter Duinen van Koksijde) kregen nu een bevordering naar een hogere rang.
(Zie nog stuk van 10 juni.)
Ons Vlasmuseum en Broelmuseum werden vorige vrijdag door de Vlaamse Regering voor de beleidsperiode 2009-2013 gelukkig maar opnieuw ingedeeld bij de “musea van regionaal niveau”. Dat scheelt qua financiële middelen.
Een museum dat beschouwd wordt als zijnde van het lokale niveau krijgt van de Vlaamse Gemeenschap jaarlijks slechts 12.500 euro als werkingssubsidie. In onze provincie zijn er zo vier. Het Wielermuseum (Roeselare), de Stedelijke Izegemse Musea, het Talbot House en het Hopmuseum (Poperinge).
Hoeveel financiële middelen mogen het Vlas- en het Broelmuseum nu jaarlijks van hogerhand verwachten?
Niemand die dat juist weet. (In de papieren perse wordt een verkeerd bedrag aangegeven. Men verwart met de toelage in het kader van het erfgoedconvenant dat Kortrijk afsloot met de Vlaamse regering.)
Voor volgend jaar is er onder druk van de provincies (die al het mogelijke doen om hun bestaan te rechtvaardigen) een nieuw systeem bedacht voor de betoelaging van musea behorend tot het regionale niveau. Vroeger kregen die musea ipso facto bijvoorbeeld 50.000 euro van Vlaanderen en 50.000 euro van de provincie.
De regeling van het nieuwe Cultureel-Erfgoeddecreet voorziet nu dat jaarlijks een bepaald bedrag door de Vlaamse overheid wordt geschonken aan de provinciebesturen ter ondersteuning van hun regionale musea (en depotbeleid). Minister Anciaux voorziet hiervoor nu in totaal 1.140.000 euro. Momenteel nog onder vijf provincies te verdelen op basis van het aantal regionaal erkende musea. Later naar gelang van het aantal inwoners. In het erfgoeddecreet wordt voor West-Vlaanderen een bedrag voorgespiegeld van ten minste 200.000 euro. Voor Oost-Vlaanderen (met de vele musea in Gent) 300.000 euro.
Met 200.000 euro komen we niet ver.
In onze provincie zijn er momenteel namelijk vijf “regionale” musea erkend.
Naast onze twee Kortrijkse musea nog het Bakkerijmuseum van Veurne, Ten Duinen van Koksijde en het Memorial Museum van Zonnebeke. Hoe zal de het provinciebestuur de bekomen Vlaamse werkingssubsidie verdelen? Misschien eens vragen aan provincieraadsvoorzitter Jean de Bethune? Aan provincieraadslid Lieven Lybeer?
In elk geval is het zo dat het bestuur van onze musea in de begroting van volgend jaar een provinciale subsidie voorziet van 100.000 euro voor het Broelmuseum en 117.000 euro voor het Vlasmuseum.
Eigenlijk staat heel het verdeelsysteem voor de regionale musea tussen én binnen de provincies nog niet op punt.
In onze West-Vlaamse provincieraad is momenteel de bespreking aan de gang over de begroting 2009, maar het ontwerp daarvan is nog nergens op de website te vinden.
Overigens is het zo dat het nieuwe erfgoeddecreet bepaalt dat de verdeling van de middelen moet gebeuren in overleg met de Vlaamse Gemeenschap. Provincies worden namelijk verzocht om een erfgoedbeleidsplan op te stellen en hiermee dan een convenant af te sluiten met de Vlaamse regering. De indiendatum van dat plan was oorspronkelijk voorzien voor 1 juli en is later verschoven naar 1 september en nog later naar eind van dit jaar. Een illustratie van het tekort aan bestuurskracht van onze provinciale mandatarissen en ambtenarij.
Het wordt dus improviseren geblazen en hierbij komt enig lobbywerk altijd goed van pas.
Jean!
Doe uw best.
P.S.
Het bestuur van de Stedelijke Musea kon weer rijkelijk laat en via via de erkenning vernemen.
En het verslag van de beoordelingscommissie is er nog altijd niet.