Vorig jaar kregen de fracties van het stadsbestuur (dat is van ons) samen een toelage van 5.381,25 euro. Omgerekend per raadslid komt dit neer op 168 euro (niet de 153 waarover men het heeft).
Men mag met dat geld niet doen wat men wil. De toelage moet rechtstreeks besteed aan de werking van de fracties. Dat staat in een besluit van Vlaamse regering dd. 12 januari 2007 (art.44) en is tevoren al uiteengezet in een ministeriële circulaire van 13 februari 2004 (Staatsblad 16.03.2004).
De fracties hebben voor het eerst en pas deze maand augustus met “bewijsstukken” toegelicht waarvoor zij de toelagen van vorig jaar hebben aangewend.
Blijkt nu dat die sommen voor het overgrote deel ervan een oneigenlijk gebruik kenden. Men gaf geld uit voor recepties, voor partijwerking, voor eetfestijnen, postzegels, enz. Zelfs voor een Heilige Mis. Zie nog een vorig stuk hierover.
In de laatste gemeenteraad van 8 september heeft het Vlaams Belang (bij monde van Maarten Seynaeve) als enige partij hiertegen geprotesteerd en nu ook hieromtrent klacht neergelegd bij de gouverneur.
Volgens de lokale pers wordt heel de affaire door de meerderheidspartijen (CD&V en VLD) “weggelachen”.
Ja. Schepenen bijvoorbeeld oordeelden al meteen dat het gaat om een futiliteit (kleine bedragen) en vinden de aantijgingen van het Vlaams Belang benepen en overtrokken. De burgemeester vond dat het VB een beetje hoog van de toren blies.
Wat moeten we daar nu van denken?
Wanneer er zich in het politieke handelen van mandatarissen een morele component nestelt (men heeft gelogen, men overtreedt de wet, men doet aan creatief boekhouden) is het nog altijd gebruikelijk om terug te grijpen naar de beroemde rede van Max Weber “Politik als Berüf”, in 1919 gehouden in München.
Daaruit leren we dat moraalridders, kommaneukers, hardliners eigenlijk ongeschikt zijn voor het politiek ambt. (Op de duur verlaten ze trouwens vaak eerder vroeg dan laat de politieke arena.)
Wie de moraal van de rechte rug hanteert kwalificeert zich volgens Weber als een aanhanger van de Gesinnungsethik, best te vertalen als “overtuigingsethiek”.
Dit slag van mensen (politici) gaat recht door zee, poneert zijn stellingen zo puur en duidelijk mogelijk. De wet is de wet, punt. Er wordt niet gesjoemeld, en al zeker niet met belastingsgeld, – ook al gaat het slechts om enkele duizenden euro’s.
In het bedrijfsleven (management) gebruikt men hiervoor de modeterm “compliance” : “het recht verplicht nu eenmaal tot naleving”.
Aanhangers van de ‘overtuigingsethiek’ zijn er ten diepste van overtuigd (ja!) dat er nu eenmaal basisbeginselen of regels zijn die tot het uiterste dienen verdedigd te worden. Ongeacht mogelijke voorzienbare of onvoorzienbare gevolgen. De consequenties.
Zij dienen dus klacht in bij de gouverneur.
Personen die volgens Max Weber meer geschikt zijn voor de professionele politiek hangen een Verantwortungsethik aan.
Als er zich een moreel probleem stelt zullen zij eerder neigen naar naar een compromis, en ondanks moeilijk te overbruggen tegenstellingen met de principes streven naar resultaten.
(Tussen haakjes: dit is zeer inherent aan de christen-democratie, dat soort katholiek pragmatisme. Kan ontaarden in schijnheiligheid.)
De “verantwoordelijkheidsethiek” schrijft voor dat men zijn handelen baseert op een analyse van de (actuele) omstandigheden, alsmede van mogelijke legitieme belangen, (negatieve) gevolgen. Er zijn wel beginselen waaraan moeilijk valt te tornen, maar die beginselen beschermen ook belangen die tegenover elkaar moeten afgewogen worden.
Ja, het recht verplicht tot naleving (compliance), maar er is ook nog de moraal die ons aanzet tot beaming en inzet. We doen ons best. In managementtermen heeft men het dan over “commitment”.
De zeer christendemocratische opvatting hierbij is: mensen zijn maar mensen, en mensen maken nu eenmaal fouten. Laat ons berouw tonen en vergeving schenken. Dit is bijvoorbeeld de levensbeschouwing van schepen Jean de Bethune en in een ander opzicht – ook klassebewust – van schepen Guy Leleu. Is altijd grapig. Grappig.
Iets weglachen”, minimaliseren, wegredeneren, voor zich uitschuiven, neutraliseren behoort geenszins tot de “verantwoordelijkheidsethiek
De morele slonzigheid waarmee met de fractietoelagen is omgegaan “weglachen” getuigt integendeel van politiek cynisme.
Dat er in de gemeenteraad geen enkel raadslid of schepen of burgemeester even begrip heeft getoond voor de bedenkingen van het Vlaams Belang over het gebruik van die toelagen is politiek een zorgelijke ontwikkeling.
Beseft er dan niemand dat de gemeenteraad hiermee zijn eigen gezag, autoriteit ondermijnt?
Wat moet een raadslid nog vertellen als het meent dat het College morst met belastingsgeld?
Ja wat?
(Wordt vervolgd, in een volgend stuk.)