In een ander stuk is hier twijfel gerezen rondom de vraag of de pas opgerichte Eurometropool zou kunnen ontaarden in een praatbarak.
De voorlopers (GPCI, GROOTSTAD, enz.) van de huidige rechtsfiguur – de EGTS – vertoonden er in elke geval enige kenmerken van. Tonnen papier (studies) produceren zonder resultaat op het terrein en hierbij miljoenen euro’s potverteren. (Hier wordt nooit overdreven.)
Ontelbare seminaries, conferenties, studiereizen en etentjes organiseren. Een ware bureaucratie opzetten van ‘ateliers’, stuurgroepen, overlegorganen, discussiegroepen. Alsmaar meer naar werk zoeken, dit is het ware streefdoel van bureaucraten, subsidiair nutteloze politiekers.
Op een bepaald moment vroegen de Fransen bij al dat gedoe over grensoverschijnende dingen zich toch af of men met het project GROOTSTAD en andere niet terecht was gekomen in een gasfabriek. (Zie verslag van het Grensoverschrijdend Atelier, RFG-011227j-bijlage 2, pag. 30.)
Onder het begrip gasfabriek verstaan de Fransen sindsdien “systemen van een organisatie die zodanig complex zijn dat niemand er zijn weg in vindt en die allesbehalve doeltreffend zijn”. Kortom: een praatbarak.
Wie in een gasfabriek zijn weg wil vinden moet toelichting krijgen en begeleid worden.
Het Verslag van de Frans-Belgische Parlementaire Werkgroep ter voorbereiding van de Eurometropool meende dit ook: “Goed geïnformeerd zijn is een basisgegeven en een essentiële voorwaarde wanneer individuen, bedrijven of organisaties willen samenwerken.” Bottom-up en top-down natuurlijk.
Wat is nu de voorwaarde nummerke 5 voor een duurzame ontwikkeling van de Eurometropool?
Dat staat te lezen in de “Strategie voor een grensoverschrijdende metropool”, alreeds opgemaakt in maart 2002 door GPCI-COPIT. Zorg dient besteed aan zichtbare grensoverschrijdende initiatieven, als basis voor een algemene en blijvende mobilisering van de bevolking. De burgers moeten actief deelnemen aan grensoverschrijdende samenwerking. Want die Eurometropool mag niet louter een zaak zijn van politici en beleidsmedewerkers.
We citeren verder uit die strategie.
Het is van kapitaal belang van de bevolking actief en regelmatig bij de samenwerking te betrekken en ze om respons te vragen op belangrijke momenten en bijzondere evenementen. Zodat de vertrouwdheid met het grensoverschrijdend gebeuren gestaag en zeker groeien kan.
GPCI vond zelfs dat er een fonds kon komen voor burgerinitiatieven.
Nu moet u eens gaan kijken op de Kortrijkse website. Het eerste woord dat daar viel te lezen over de Eurometropool kwam er ná de oprichting ervan. Met de mededeling namelijk dat die was geïnstalleerd, in Kortrijk nog wel. Geen verslag. Zoek ook eens naar meer gegevens op de website van de provincie, van Tournai, van Rijsel (www.mairie-lille.fr), allemaal me dunkt toch eminente partners bij het grensoverschrijdend gebeuren.
Kent er al iemand de statuten van de Eurometropool? De leden van de Algemene Vergadering, van het Grensoverschrijdend Agentschap? De vice-voorzitters van het Bureau of Directiecomité? Heeft er al iemand zicht op de begroting (de financiering)?
Zag u al ergens een vacature voor personeel, technische commissies, deskundigen?
Behoort de gemeente Estampuis nu al of niet tot het territorium? (Daar komt Cora?) Hoe zit dat nu met Menen?
Las u soms al iets over een eerste project dat men dringend wil aanpakken?
Onze burgemeester was een grote voortrekker bij het totstandkomen van de Eurometropool. Zelfs de Kortrijkse gemeenteraad is nog nergens over voorgelicht of bij betrokken geweest. (Raadsleden vragen er ook niet om.)
Hoe zullen wij, burgers dan, onze weg vinden in de gasfabriek, zonder te stikken?
Nu een goeie tip om onmiddellijk te weten of de Eurometropool al of niet een praatbarak wordt.
Als u ergens verneemt dat men is begonnen met alweer een studie over een ander grensoverschrijdend onderwerp, dan is het zover. Dan krijgen we een praatbarak IN een gasfabriek.