Onze gemeentelijke bedrijfsbelastingen: hoe staat het daarmee?

Ondernemers (VOKA) en zelfstandigen (UNIZO) en partijen (VLD) zijn fel gekant tegen gemeentelijke bedrijfsbelastingen. Men noemt ze ronduit pestbelastingen. Zoals die op reclamedrukwerk.
Het Vlaamse regeerakkoord van 2004 bevatte al de wil om een fiscaal pact met gemeenten en provincies af te sluiten teneinde te komen tot een meer bedrijfsvriendelijke fiscaliteit bij lokale besturen. Ook premier Verhofstadt kondigde met zijn regeringsverklaring van oktober 2006 een fiscaal pact aan met de gemeenten.
Vandaag heeft de Vlaamse regering een aantal engagementen genomen in het kader van de bedrijfsvriendelijke fiscaliteit. De afbouw van de onroerende voorheffing op materieel en outillage zal door het Gewest worden gecompenseerd. Het niet meer heffen van belastingen op personeel en kantoren. Unizo reageerde al prompt met de klacht dat de huidige maatregelen vooral grote bedrijven en geen zelfstandigen ten goede komen.
En gemeenten willen alleszins alle mogelijke compensaties wanneer bepaalde belastingen verboden worden.

Een en ander is hier de aanleiding om even een overzicht te geven van de Kortrijkse specifieke bedrijfsbelastingen.
Die oefening is nog nog nooit gemaakt en kan nuttig zijn bij de komende budgetbesprekingen voor 2008.
Zijn er geschrapt? Zijn de onvangsten terzake misschien gestegen?
Laat ons de stand opnemen zoals die te zien is in de begroting van dit jaar.

Traditioneel onderscheidt men in de Vlaamse gemeenten 39 specieke gemeentelijke bedrijfsbelastingen.
Voor Kortrijk tel ik er uit die lijst een 14-tal.
Deze met de hoogste belastingontvangsten zijn: 1) verspreiding van reclamedrukwerk (800.000 euro), 2) ophalen nijverheidsvuil en grof vuilnis (711.000 euro), 3) andere belastingen op gebruik openbaar domein (480.000).
Verder hebben we nog de belasting op kermiskramen en wagens (226.000), op vertoningen (210.000), op reclameborden (156.000), het plaatsrecht op markten (117.000), dagbladkiosken en frituren (47.000), wegwijzers (29.000), openblijven drankgelegenheden na sluitingsuur (27.000).
Volstrekt te verwaarlozen zijn de belastingen op vervoer met taxi’s (5.000) en privéclubs (600 euro).

Let wel: het gaat hier om geraamde bedragen. In de jaarrekeningen ziet men dan achteraf bijvoorbeeld dat belastingen op terrassen en op drankgelegenheden na sluitingsuur nauwelijk zijn geïnd.

Er zijn nog Kortrijkse bedrijfsbelastingen die tot de categorie “andere” behoren.
Belasting op leurhandel (500 euro !), op agentschappen voor weddenschappen (3.000 euro).
En de tweede hoogste belastinginkomsten uit het bedrijfsleven zouden we nog vergeten: het gebruik van de openbare weg voor publiciteit (800.000 euro!).

Bij de VVSG vindt men voor 2004 een vergelijking tussen de 308 Vlaamse gemeenten inzake de opbrengst van bedrijfsbelastingen. Kortrijk bekleedde toen de eerste plaats voor de belasting op het ophalen van bedrijfsvuil ! De tweede voor het verspreiden van reclamedrukwerk, en voor kermissen !

Het totaal van wat men in een begrotingsdocument aanziet als pure “belasting op nijverheid, handels en landbouwondernemingen” is voor dit jaar geraamd op 1.021.100 euro. (De rekening 2005 had het over 764.048 euro. )
Het gaat om véél meer, want die rubriek slaat slechts op 8 belastingen. En er zijn ook huurinkomsten (Hallen, KGM).

Ik zal de totale som even maken als het budget 2008 is gepubliceerd. Dan kunnen we vergelijken.
Er nog even op wijzen dat bedrijven (rechtspersonen) net als burgers natuurlijk ook onderhevig zijn aan vele andere ‘gewone’ , niet-specifieke bedrijfsbelastingen en retributies.