Het kluchtige aan onderstaande historie is dat woonwagenbewoners zich daar allemaal niets van aantrekken. Gypsies.
Als u weer eens wordt aangeklampt door een vlaamsblokker met de vraag hoeveel de inrichting van één standplaats op het doortrekkersterrein voor Rom, Manoesj of voyageurs op Heule-Watermolen (vlakbij de Ring R8) uiteindelijk zal kosten zegt u maar dat u het nog niet weet. Waarschijnlijk iets van 40 of 50.000 euro, als er daar 20 standplaatsen komen. Ooit dacht gewezen schepen Frans Destoop aan iets van 6.000 euro. Kreeg stante pede de VROEM-prijs.
Op de begroting van dit jaar is er 825.000 euro ingeschreven. Van de Vlaamse Gemeenschap verwacht men 90 procent subsidies. (Zie verder.) Het gemeentelijke aandeel zou dus 82.500 euro bedragen. Wout Maddens, schepen van stadsplanning, hoopt nog subsidies in de wacht te slepen vanuit de provincie, omdat andere gemeenten in West-Vlaanderen toch niet gelijktijdig werk maken van doortrekkersterreinen. Wat nochtans was overeengekomen met bijvoorbeeld Oostende en Roeselare.
Stad heeft al vroeger voor de aankoop van de gronden 318.000 euro betaald. De notarisfamilie Sabbe heeft daar toen vooral wel bij gevaren.
Er zijn nu aanbestedingen op til voor de inrichting van het terrein. Het is goed om enige cijfers bij te houden, om dan later de geraamde prijzen te vergelijken met de reële kosten.
Perceel 2 (wat is perceel 1 dan?) slaat op de verwezenlijking van een dienstgebouw.
Geraamde prijs is 323.302 euro, zonder BTW.
Perceel 4 (wat is dan 3?) is de plaatsing van een hoogspanningskabine.
30.000 euro, zonder BTW.
De offertes voor die aanbestedingen moeten binnen tegen 13 november. Bij de opening ervan in het stadhuis (salon) mag iedereen aanwezig zijn.
Een andere aanbesteding gaat over de ‘voorbereidende’ werkzaamheden van de omgevingsaanleg. Het nummer van het perceel is niet aangegeven.
30.043 euro, zonder BTW. Hier wordt niet gezegd dat de opening van de offertes op 12 november openbaar is.
Luister goed.
We hebben niets tegen dat doortrekkersterrein.
We vrezen zelfs dat er daar weinig zigeuners zullen opdagen als het reglement te streng is en de huurprijs te hoog.
Maar er is iets dat danig intrigeert, en daarom schrijven we er weer eens over.
In de bestekken van de hierboven aangehaalde aanbestedingen wordt telkens de klassieke vraag gesteld of “de opdracht verband houdt met een project dat met middelen van de gemeenschap wordt gefinancierd”.
En het antwoord is telkens: NEEN.
Hoe kan dat nu?
Waarom antwoordt men daar gewoon niet op dat er een aanvraag tot subsidiëring is ingediend bij de Vlaamse Gemeenschap?
P.S.
Maar weet u waarom we nooit de werkelijke, totale kostprijs van het doortrekkersterrein zullen kennen?
Ondermeer omdat we nergens zullen zien hoeveel honoraria er betaald zijn aan Leiedal, aan notarissen en architecten. Kosten van allerhande logistieke (voorbereidende) werkzaamheden, studies, vergaderingen. (Het project sleept al minstens tien jaar lang aan.)