Handelsdistrict met een heikel punt: het takenpakket (2)

(Zie onderaan nog een update.)

Over de mogelijke taken van het BID zal onvermijdelijk een politiek-ideologische discussie losbranden.
Of het zou toch moeten (kunnen).

Uit buitenlandse ervaringen kan men leren dat BID’s zich met van alles bezighouden.
Tot en met sociale projecten zoals bestrijden van (jeugd)overlast, werkprojecten voor verslaafden, verdringen van prostitutie.
Zogenaamde basisdiensten zoals onderhoud en ontwerpen van de publieke ruimte, veiligheid.
Verder nog aanvullende diensten als bereikbaarheid (circulatie, mobiliteit), bewegwijzeringen, parkeerproblematiek, economische ontwikkeling (werkgelegenheid, investeringen, nieuwe activiteiten), sociale dienstverlening.
Plus nog marketing, communicatie, evenementen. Leegstand ook !
Er zijn handelsdistricten waarbij de participanten zelfs overgaan tot de collectieve aankoop van goederen (mazout!) en diensten (straatvegers).
Vooral in de Verenigde Staten vervullen BID’s taken die wij in het Avondland beschouwen als strikt behorend tot de kerntaken van de overheid, en dat komt vanwege de aldaar in de Far West heersende weerzin tegen een regulerende overheid. Als zo’n Amerikaanse stad zich in genendele bekommert om zwervers, dan laat men dat probleem over aan BID’s of liefdadigheidsinstellingen.

Maar ook het omgekeerde kan zich voordien.
En in verband met ons in Kortrijk op te richten handelsdistrict is hier wellicht een waarschuwing op zijn plaats.
Als dat BID er komt of die VZW Centrum Kortrijk, kan het bij krapte van de beschikbare middelen heel goed zijn dat het stadsbestuur maar al te graag ziet dat het handelsdistrict taken oppakt waar Stad tevoren zelf traditioneel voor instond. Voorbeeld: het handelsdistrict beslist om op eigen houtje camera’s te plaatsen. Dat brengt dan een gevoelige besparing mee in de stadsbegroting en bij de politiezone VLAS.
En toch: vermeden moet worden dat Stad het BID als lapmiddel gebruikt om achterstallige, niet-uitgevoerde investeringen of diensten te compenseren.

Hoe pragmatisch men het ook probeert te benaderen, het opmaken van een takenpakket voor het BID is niet eenvoudig.
Er moeten afspraken gemaakt worden
Fundamentele vraag is wat Stad beschouwt als zijnde haar kerntaken. Die vraag is evenwel nog nooit aan bod gekomen en wordt continu uitgesteld. Te moeilijk. Ideologische botsingen binnen onze stedelijke coalitie van ACW, Unizo en liberalen van allerlei strekkingen zijn hierbij onvermijdelijk.

Men kan die politiek-filosofische vraag ook negeren, en gewoon praktisch nagaan wat het huidig niveau is van de gemeentelijke dienstverlening in en voor het handelsdistrict. Daarna kan men zich buigen over de vraag wat volgens de BID-participanten het gewenste niveau zou kunnen zijn, en wat het BID daar eventueel kan toe bijdragen. Effectief of als extra impuls.
Deze wijze van benadering kan misschien het spanningsveld tussen het karakter van de BID-taken en deze van de overheid wat ontmijnen.

Het blijft ingewikkeld.
Géén probleem als het BID taken op zich neemt die niet behoren tot het ‘publiek goed’ (overheidstaken) en toch een meerwaarde inhouden voor het handelsdistrict. Stad kan er bijvoorbeeld niet tegen zijn als handelaars van het district beslissen om over te gaan tot de gezamenlijke inkoop van energie.
Maar wat als men toch op het terrein treedt van de overheid?
Is dat dan “privatisering”?
Zelfs uitgesproken voorstanders van overheidsbemoeienis kunnen niet naast de vaststelling dat Stad niet alle taken met het karakter van ‘publiek goed’ per definitie kan uitvoeren. De beschikbare financiële en organisatorische middelen zijn nu eenmaal beperkt.
Straten moeten vernieuwd in het handelsdistrict?
Haha ! Stad zegt: geen geld ! BID zegt: wij wel !!
Wat dan?

Het maatschappelijk en bedrijfsbelang kunnen samenlopen.
Voor de participanten in het handelsdistrict moeten de baten opwegen tegen de lasten (de BID-bijdrage). Anders doet men niet mee.
We moeten er geen doekjes om winden.
Zo’n HANDELSdistrict dient in de eerste plaats om de omzet van de betrokken ‘ondernemers’ te vergroten en sommige kosten te verlagen.
Maar hoe zit dat dan?
Een overheid kan slechts een verplichte BID-bijdrage (heffing, belasting) invoeren als bij de activiteiten van het handelsdistrict op de achtergrond een collectief maatschappelijk belang is gemoeid of gediend. Een overheid dient toch per definitie het algemeen belang?

En ja…
Puur maximaliseren van de winst in een district is ook van gemeentelijk belang. Belastingontvangsten stijgen. En Stad kan daarmee allerhande problemen aanpakken waar de ondernemers in een handelsdistrict zich nooit zouden om bekommeren. De zwervers en bedelaars niet wegjagen – zoals commerçanten geneigd zijn te doen, maar ze bijv. onderdak verschaffen.

De oprichting van een BID aanzien of herleiden tot een “privatisering” van overheidstaken is wellicht wat te simpel.
Zoals men dat zegt: kort door de bocht.
Er is recht en ruimte voor experiment.

Update.

Op 1 oktober laatstleden was er een besloten vergadering met enerzijds de burgemeester, de schepenen Jean de Bethune en Wout Maddens en anderzijds een luttel aantal handelaars:Koen Byttebier (ook VLD-raadslid), John Deroo (DE COMMERCANT van Hartje Kortrijk), Hans Carrein, Mathieu Desmet(?). Nog aanwezig was de ontslagen ‘centrummanager’ Moena Langenraedt.
Daar werd een voorstel gelanceerd over de ‘gemeentelijke heffing’, per beschikbare handelsoppervlakte. Bijvoorbeeld voor een handelspand tot 100 m²: 150 euro. Daarna per 250 m² méér: telkens 100 euro meer.
Over De Raad van Bestuur van de BID dacht men aan 1 vertegenwoordiger van Stad, 1 van het SOK, 2 van de handelaars, 2 van Foruminvest. Maar daarnaast zouden de handelaars nog maximaal 2 waarnemers krijgen. En er wordt nagegaan of er een ‘externe’ voorzitter kan ingepast.

Kommentaar.

Buitenlandse ervaringen leren dat het opstarten van een BID in diverse goed doorwrochte fasen en in alle openheid moet gebeuren, en dat er niemand voor het blok mag gezet. Anders kweekt men geen draagvlak. Pas als alle voorgaande fasen van verkenning zijn doorlopen kan de zaak voor de gemeenteraad gebracht.
Hier gaat men dus totaal omgekeerd tewerk.
Want pas over “enkele weken” krijgen alle handelaars uit het district een toelichting over het BID-systeem.