Handelsdistrict met een heikel punt: de financiering (1)

De komende gemeenteraad van maandag 8 oktober zal een samenwerkingsverband goedkeuren tussen de NV Sint-Janspoort (SJP), Stad en het Stadsontwikkelingsbedrijf (SOK). Dit alles in het kader van de realisatie van een nieuw megawinkelcomplex in onze binnenstad.
Er staat nogal wat in dat charter, maar we houden het hier uitsluitend bij het voornemen om zo snel als het kan een handelsdistrict op te richten in het centrum. Een ‘business improvement district” (BID). Wat dat is kon u hier al lezen in een stuk van 8 december 2006.
Als de oprichting van het BID niet zou slagen valt men terug op een VZW. (Een gemeentelijke VZW?)

Zo een BID heeft geld nodig, en afhankelijk van de grootte en van wat men wil uitrichten in het district: véél geld.
Voor het Handelsdistrict Centrum Kortrijk houdt het stadsbestuur zich voorlopig aan een jaarlijks streefcijfer van 200.000 euro aan inkomsten en uitgaven.
Hoe zal men die som bijeenscharrelen?
SJP is vrijgevig. Voor de start van alleen al het BID zal de promotor van het winkelcomplex een eenmalige dotatie schenken van 65.000 euro. Van de handelaars uit het nieuwe shoppingcenter zelf verwacht men een bijdrage van 100.000 euro. En als men niet aan dit bedrag zou komen, dan legt SJP bij !
Van de handelaars rondom het winkelcentrum (binnen het nog niet afgebakende district) verwacht men ook 100.000 euro. En als dit niet lukt legt Stad dan bij.

De handelaars moeten dus hun duit in het zakje doen.
Men noemt dat dan een BID-bijdrage. Het is een verplichte heffing.
En hier komt de kat op de koord. Draai en keer het hoe je wil: dit is een belasting, of noem het voor mijn part een retributie.
De vraag is of men juridisch bekeken zo’n specifieke heffing verplicht kan maken voor een welbepaalde categorie van bewoners, binnen een bepaald gebied. Het verbaast me nog altijd dat onze burgemeester die tot voor kort Vlaams volksvertegenwoordiger was geen voorstel van decreet heeft ingediend om “gemoduleerde belastingen” mogelijk te maken.

In Vlaanderen – en bij mijn weten ook niet in België – zijn er nog geen BID’s, en bestaat daar ook geen wettelijk kader voor.
Maar laat aan Stad misschien toch “le droit à l’expérimentation”?
In Genk heeft men voor handelaars uit het centrum in 2003 een zogenaamde promotaks ingevoerd. Curieus genoeg werd dit belastingsbesluit door de plaatselijke VLD aangevochten. Met zelfs een schorsing tot gevolg door gouverneur Stevaert. Later (2006) werd het reglement aangepast en door minister Keulen goed bevonden. De ca. 400 heffingsplichtige Genkse handelaars worden belast op basis van de netto winkeloppervlakte. Gemiddeld betalen ze 150 euro per jaar. Dat brengt zowat 100.000 euro op, en Stad Genk legt er evenveel bij.

Droit à l’expérimentation, ja.
Men zal zich goed moeten beraden wil men onnodige weerstand oproepen.
Wat wordt de heffingsgrondslag?
Er zijn veel mogelijke maatstaven. De vastgoedwaarde, breedte van de winkelpui of oppervlakte. Aantal medewerkers. Branche (winkeliers, horeca, andere ondernemers).

Maar wie betaalt?
Alleen winstgerichte ondernemingen? Ook non-profit instellingen? (In ons op te richten district zetelen ook allerhande ACW-instellingen! Ziekenkas.)
Alleen de exploitanten, alleen de vastgoedeigenaren, of beiden?
Gewone bewoners ook? Want die zullen ook profiteren van de opwaardering van de wijk.
Vrije beroepen? Diensten?
En wat met de freeriders, meelifters die absoluut niet willen meedoen en constant bezwaarschriften indienen?

In Nederland is in een zestal steden al enige ervaring opgedaan met BID-achtige constructies.
In Leiden wordt het centrummanagement gefinancierd met een toeslag (5,6 procent!) op de onroerend zaak belasting en is de aparte contributie voor winkeliers dan ook afgeschaft. Die toeslag brengt 266.000 euro op en de gemeente brengt daarnaast nog minstens evenveel extra middelen in.
In Rotterdam is er gewoon een financiering uit de algemene middelen. Een budget van 600.000 euro, gewoon geput uit de stadsbegroting. Het gemeentebestuur stelt geld ter beschikking om te experimenteren met projecten waarbij ondernemers gezamenlijk investeren in hun gebied.

In de Verenigde Staten is de meest gehanteerde grondslag de vastgoedwaarde en bedraagt de heffing tussen 1 en 3 procent.
In het Verenigd Koninkrijk is de meest gebruikelijke methode een vast percentage op de huurwaarde, enkel opgelegd aan de exploitanten. Niet aan de eigenaars.
In Duitsland werkt men met een toeslag op de belasting van grondeigendom.

Het lijkt erop dat de SP.A (kartelparner Spirit ook?) in de komende gemeenteraad nogal wat objecties zal formuleren tegen de oprichting van een handelsdistrict in het centrum.
In een of ander volgend stuk zullen we ten behoeven van de fractie nog wat heikele punten aanraken.
Maar dan wel in het denkkader van “het recht tot experimenteren”.

WEET WAT ER ‘AU FOND’ POLITIEK GEZIEN KAN STOREN IN AL DIT SOORT ZAKEN? En andere: VZW’s, intercommunales, autonome gemeentebedrijven, EVA’s en IVA’s.
De gemeenteraad heeft niets meer te vertellen. De ‘macht’ ervan wordt totaal uitgehold. Raadsleden zitten er alsmaar meer voor spek en bonen bij. En het politiek bewustzijn daarvan of daarover is totaal geslonken of was en is onbestaande.