Over leefloners (1): de theorie

Hoeveel het er hier ter stede zijn?
Zijn er ter stede meer dan elders? (Hierover doen ook misverstanden de ronde.)
Wie betaalt er dat leefloon?
Waarom en hoe willen onze rechtse rakkers het aantal leefloners verminderen?

Moet hieromtrent nog veel tellen. Wordt dus vervolgd.

Maar intussen wat theorie, want weinigen van onze lezers zijn buiten hun schuld (ziekte, faillissement, ontslag, familiale problemen) onder het bestaansminimum terecht gekomen.
Maar sinds oktober 2002 praat men eigenlijk niet meer over “bestaansminimum”.
De nieuwe wet betreffende het Recht op Maatschappelijke Integratie (RMI) heeft het nu over een leefloon. En dat leefloon niet verwarren met andere vormen van hulpverlening. Het leefloon heeft niet tot taak om u een inkomen te verlenen. Het leefloon wil u juist de kans bieden om u (opnieuw) te integreren in het maatschappelijk leven, en dat kan gecombineerd worden met tewerkstellingsvormen en geïndividualiseerde projecten. Men wil u kansen bieden om aan een betaalde job te geraken, om terug naar school te gaan, om een beroepsopleiding te volgen. Of om in een dierenasiel of kringloopwinkel te gaan meehelpen. In afwachting van uw eerste werkdag met een arbeidscontract krijgt u dan een leefloon.

Het OCMW kan in bepaalde gevallen zelf als werkgever optreden om zo mensen in regel te brengen met de sociale zekerheid. Men noemt dit tewerkstelling in het kader van art. 60, par. 7 van de OCMW-wet.
Het OCMW kan ook een werkgever zoeken (bij Stad, in de sociale economie) en financieel bijspringen om de loonkosten voor werkgevers verlichten.

Het leefloon is een minimumloon voor wie niet over toereikende bestaansmiddelen beschikt, noch er aanspraak kan op maken, noch op eigen houtje in staat is deze middelen te verwervan. Soms beschikt een persoon wel over een bepaald inkomen, maar blijft het onder het leefloon. In dit geval – en mits men aan allerlei voorwaarden voldoet – past het OCMW het verschil bij met een ‘gedeeltelijk’ leefloon.
Vreemdelingen ingeschreven in het bevolkingsregister, erkende vluchtelingen en staatslozen kunnen ook een leefloon krijgen.

Bij de berekening van de toereikende bestaansmiddelen kan het OCMW rekening houden met de middelen waarover de echtgeno(o)t(e) van de aanvrager beschikt, of de ouders of de meerderjarige kinderen waarmee hij samenwoont. Inkomsten uit roerende en onroerende goederen. Een beetje met alles. ’t Is niet zomaar verdiend.

Ons OCMW bijvoorbeeld heeft vorig jaar inzake leefloon 2.114 dossiers behandeld. En over heel dat jaar telde men uiteindelijk 928 “beneficianten”. Ook “cliënten” genoemd.

Hoeveel bedraagt het leefloon?
* Momenteel krijgt iemand die samenwoont 438,25 euro per maand (5.258,99 euro per jaar).
* Een alleenstaande 657,37 euro (=7.887,48 euro). Dat is voor iemand die door elkeen in de steek is gelaten ongeveer 21 euro per dag. Leefloon! Ga daar maar eens mee naar een café, zoekend om lommer of warmte. Den Boulevard? ’t Filosoofke? Den Modest? Petit Paris? Waar ben je nog welgekomen? Bij Fernand? Dreupelkot? Den Damier? De Middenstand?
* Hebt u een gezin ten laste: 876,50 euro is uw deel (= jaarlijks 10.517, 98 euro).
* Een dakloze die uiteindelijk huisvesting vindt krijgt éénmalig een bijkomend bedrag van 876,50 euro.

Volgende keer wat cijfers. Een ‘special’ voor onze rechtse rakkers! Uit de OCMW-raad, de gemeenteraad of elders.