In dat memorabele jaar 2002 heeft het vorige bestuur, een coalitie van CD&V en SP.A, zowel het tarief van de aanvullende personenbelasting (APB) als dat van de onroerende voorheffing (OV) drastisch verhoogd. De VLD schreeuwde toen moord en brand.
De APB liep op van 6,5 naar niet minder dan 8,5 procent.
Het effect van zo’n verhoging laat zich pas zien vanaf het volgende jaar. De ontvangsten APB sprongen dientengevolge in één klap van 14,2 (2002) naar 19,7 miljoen (2003).
De OV ging van 1.550 naar 1.750 opcentiemen.
Het effect daarvan is al in het jaar zelf te zien. In 2001 betaalden we aan “grondlasten” 13,3 miljoen en in 2002 14,2 miljoen euro. Later werd dat 19,7 miljoen.
Met die belastingtarieven van 2002 kwam Kortrijk meteen als kampioen uit de bus bij de 13 zogenaamde centrumsteden.
Maar in 2005 daalde het percentage personenbelasting naar 7,9 procent.
Sindsdien zijn de aaanslagvoeten onveranderd gebleven: 7,9 procent en 1.750 opcentiemen.
Hoe rangschikt Stad zich daar nu (2007) mee tussen de 13 centrumsteden?
Voor de APB staan we nu op de vierde plaats. Voor de OV op de tweede plaats.
Voor de liefhebbers even de volledige uitslag.
APB
Sint-Niklaas: 8,5 procent
Antwerpen en Roeselare: 8
Kortrijk: 7,9
Mechelen: 7,8
Aalst en Leuven en Turnhout: 7,5
Genk en Hasselt: 7
Brugge en Gent: 6,9
Oostende: 6,5
OV
Oostende: 2.000 opcentiemen
Kortrijk: 1.750
Roeselare: 1.625
Brugge: 1.600
Mechelen: 1.575
Aalst: 1.500
Gent en Turnhout: 1.450
Leuven: 1.400
Antwerpen: 1.500
Sint-Niklaas: 1.325
Hasselt: 1.150
Genk: 1.100
Voor de OV is het gemiddelde van de centrumsteden 1.482 opcentiemen.
Voor de APB is dat 7,46 procent.
In vergelijking met de situatie van zes jaar geleden bleef in heel het Vlaamse land de aanslagvoet APB merkwaardig stabiel. Het gemiddelde APB-tarief steeg nauwelijks van 7,12 naar 7,13 procent. De OV heeft nu wel in Vlaanderen een historisch hoog peil bereikt: gemiddeld 1.308 opcentiemen. Vorig jaar was dat nog 1.297 opcentiemen.
Bij de 13 centrumsteden is de OV in vergelijking met vroeger weinig veranderd. Enige uitschieter is Oostende: van 1.750 naar 2.000 opcentiemen. Maar diezelfde stad heeft dan wel de APB laten dalen van 8 naar 6,5 procent.
In de laatste gemeenteraad van 14 mei heeft de zgn. “democratische oppositie” of “progressieve fractie”(SP.A-Spirit-Groen) voorgesteld om de personenbelasting terug te schroeven naar 7,4 procent.
Dat is het gemiddelde van de 13 centrumsteden.
Tot verbijstering van het College, en meer speciaal van de VLD die nu deel uitmaakt van de nieuwe coalitie met de CD&V.
Tegelijk werd een motie voorgelegd die pleitte voor een hoger tempo van de investeringen.
Daarover meer in een volgend stuk.