Politici hebben hun oogwit niet voor niets

Er staan nogal wat Kortrijkzanen als kandidaat op de diverse federale kieslijsten van 10 juni. Dat komt goed, in ’t land.
Ook gemeenteraadsleden en zelfs onze burgemeester. (Opgepast! Bij “Groen” staat op de 12de plaats voor de Kamer ene Stefaan De Clercq !)

Naamstemmen zijn tegenwoordig van kapitaal belang om verkozen te worden. Kwestie van kunnen en weten.
Laat ons aannemen dat u toch eerst de partijprogramma’s hebt gelezen, en dat u daarna als Kortrijkzaan zult “doppen” voor iemand van alhier op de lijst die naar uw mening het best uw eigen belangskes verdedigt. Eigen volk eerst.

Maar U nu nog weet nog niet voor U wie te stemmen?
Hierna wat tips uit de facial feedback hypothese die stelt dat de lichamelijke reactie er is vóór de emotionele stimulus.

Stem alleszins nooit voor een kandidaat die u spontaan en kameraadschappelijk bij de elleboog grijpt of amicaal op uw linkerschouder klopt. Ook niet voor iemand die naar u knipoogt. Een vluchtig kusje op de wang of een acolade mag u geen vertrouwen inboezemen. Zeker niet als de kandidaat tegelijk al het oog werpt op iemand anders achter u. Altijd op je hoede zijn? Ja. Soms is knipogen ogen wél goed, als het tenminste zéér tersluiks gebeurt. Schept vertrouwen.

Blikveld te onderscheiden van het gezichtsveld. Het gezichtsveld is het beeld dat kan bekeken worden zonder hoofd of ogen te bewegen. Dit in tegenstelling tot het blikveld waarbij de ogen wel mogen bewegen.
Blikveld en gezichtveld van politici zijn uitstekende criteria om te weten of u voor deze of gene kandidaat kunt stemmen.

Maar nu eerst wat anatomie van het oog.
Er zijn zes oogspieren die het oog naar links, rechts, omhoog en omlaag kunnen draaien, en ook in twee richtingen min of meer om de optische as kunnen roteren.
Bij sommige politici zou je denken dat ze méér dan zes van die spiertjes hebben. Dat is gezichtsbedrog. Mijn ervaring leert dat de minder rondborstige politiekers wel een heel sterk ontwikkelde M. rectus lateralis hebben met een buitensporige mediale ooghoek. Al van de eerste seconde dat ze met je aan de praat vallen hebben ze gemerkt wie daar allemaal nog achter en naast jou staat en nog even (meer) de moeite waard blijkt te zijn voor een shake hand en een praatje van drie seconden. Zelfs zonder hoofd of ogen te bewegen. “Hoe is’t?” zeggen ze, en weg zijn ze. Bij door de wol geverfde politiekers is het gezichtsveld meer dan het normale van 140 graden horizontaal.

Het blikveld daarentegen is bij boerensluwe politiekers minstens 180 graden. Let maar eens op het oogwit (sclera).
De mens is de enig primaat met oogwit. Vooral bij nerveuze primatenpolitiekers valt dat nog meer op dan bij andere mensen. Door de afwisselende grootte van de sclera kunnen we voortdurend merken waarop de iris en de pupil gericht zijn en dat is reuzehandig om te zien waarheen uw kandidaat-politicus kijkt. De hoofdrichting moet u nauwelijks interesseren, tenzij zij u letterlijk de rug toedraaien. Dat is immers een duidelijke blijk van desinteresse die u zich nog tot in het stemhokje kan herinneren.
Gehaaide politiekers bewegen zo min mogelijk hun hoofd van links naar rechts maar laten dat over aan het regenboogvlies.

ZO.
We weten nu dank zij het ogenspel op welke kandidaat we beter niet kunnen stemmen.
Maar als u echt met gerust gemoed een keuze wil maken, let dan ook eens op het gebruik van de spieren M. rectus superior en de rectus medialis. Die doen de ogen verlegen naar beneden kijken en zijn een symptoom van het feit dat uw kandidaat naar u luistert en zelfs even nadenkt over wat u te zeggen hebt.

P.S.
Een gevaarlijk stuk is dit.
Kortrijkse kandidaten die u vanaf nu liefdevol in de ogen kijken, zonder veel oogwit dat heen en weer bliksemt, hebben kortrijkwatcher gelezen…