Het Tsyonproject (1)

Je hoort er weinig van, dus dat intrigeert kortrijkwatcher.
Het behoort absoluut niet tot de journalistieke geplogenheden dat een blogger zijn lezers lastig valt met de problemen die zich voordoen bij informatiegaring.
Maar nu loopt het wel de spuigaten uit.

Probeer maar eens de website van het SOK te vinden.
Dan kom je algauw uit bij het “Strijkorkest van de Kust”. Op de website van Stad niets te vinden over ons Stadsontwikkelingsbedrijf Kortrijk. Ook niets onder de vroegere benaming “Woonregie”. Uiteindelijk via de term “stadsontwikkelingkortrijk” ontdekt dat de www.stadsontwikkelingkortrijk.be ook nog in ontwikkeling is. (Hoeveel maanden is het nu al geleden dat de burgemeester heeft beloofd dat er een speciale website zou komen rondom het project NV Sint-Janspoort?) Voor de geïnteresseerden: de oude site van SOK kun je toch nog opdelven op internet via http://versateladsl.be/vt623131/index.htm.
Voor de prijzen van de appartementen die in het kader van het project Tsyon gebouwd worden ga je natuurlijk kijken bij ww.dewaele.com en niet bij ...be. Andere makelaar is nog Immo Thiers. Zoek www.thiers.be?
De architecten vind je bij Buro2 en niet bij Buro II.
De private partner in het project is niet zomaar Groep Van Roey maar wel Van Roey Project.
En waarlijk: één van de aandeelhouders van de NV Tsyon is nog Ignace Gheysens en vrouw Ghislaine Ranson, zaakvoerders van GHERA.
Enzovoort.

Bedoeling was van nog vandaag veel te vertellen over de geschiedenis van het project, de aandeelhouders (actoren), de stand van zaken, de financiering, (hoeveel kost het project aan het SOK? brengt het wat op?) en de vraag of Frans Destoop nog bij Tsyon is betrokken nu hij de politiek zou verlaten hebben. Etcetera.
Toch nog wat nieuws gevonden, maar met al dat nodeloos tijdverlies bij het opzoekingswerk wordt het relaas uitgesteld tot woensdag.
Jammer, want morgen hebt u veel tijd om te lezen.

Maar misschien bent u vergeten wat het project Tsyon inhoudt.
Aanvankelijk kaderde dit in een groots “Masterplan Spoorweglaan”. Bedoeling was om de hele omgeving rond de laan, maar ook de Wijngaardstraat, de scholensite van Bijstand, enzovoort, een nieuw elan te geven. Maar toen is plots Foruminvest met een geheel nieuw plan voor een mega-winkelcomplex opgedoken. Er is nog nooit publiek verteld hoe en waar dit is gebeurd. Het stond in geen enkel gemeentelijk verkiezingsprogramma van 2000.

Het Tsyon-project werd daarmee ca. 2005 (?) herleid tot de bouw van een klein winkelcomplex (in feite voor één handelszaak) met appartementen op de hoek van de Wijngaardstraat en de Vlamingenstraat.
Winkelen onder wonen. Is er nog iemand tegen?

P.S.
En toch blijft het wonderlijk om zien wat je via internet allemaal kunt vinden. Zonder u te verplaatsen. Zonder één telefoon. Het vergt wel enige gezonde journalistieke nieuwsgierigheid.

WORDT VERVOLGD.

Even afrekenen, a.u.b ??

Pentascoopcomplex

De zgn. verrekening of eindafrekening van de verbouwing van het Pentascoopcomplex is voor lot 1 (ruwbouw en afwerking) helemaal niet eenvoudig gebleken.
De kostprijs van de inrichting van de zalen voor podiumkunsten werd oorspronkelijk geraamd op 1,4 miljoen euro. (Zie nog stuk van 7 april 2006.)
Eindafrekening nu: 1.760.152,20 euro. (21 % BTW inclusief).

Maar hoe komt men daar nu zo bij? Even uitleggen.
Er was al een keer een voorlopige afrekening voor een bedrag van 1.714.027,00 euro, BTW incl.
Maar de aannemer kon zich daar niet mee akkoord verklaren en hield het bij een bedrag van 1.478.509,76 euro, exclusief BTW.
Reken maar uit. Dit is 74.969,97 euro hoger dan de eerste eindafrekening (met BTW) oftewel 61.958,65 euro hoger (zonder BTW).
De aannemer deed intussen een “commercieel voorstel”: laat het ons houden bij 1.460.000,00 euro afgerond, zonder BTW.
Maar de ontwerper vond 1.454.671,24 euro toch beter passen. Ook zonder BTW.
Bon.
Het schepencollege liet alsdan weten dat men akkoord kon gaan met 38.120,00 euro “meerwerken”, inplaats van de gevraagde 61.958,65 euro. Zonder BTW.
En zo komen we aan het definitieve eindbedrag van 1.760.152,20 euro, nu met BTW.
Verstaan?

Rioleringsknooppunten op het kruispunt Meensepoort

Dit is een eenvoudige teloefening.
Reken eens mee.
Hoeveel is 608.695,88 euro (het inschrijvingsbedrag) plus 17.956,40 euro (eerste verrekening) plus 107.380,01 euro (tweede verrekening)?
U dacht aan iets van 734.032,29 euro?
Mis !
De goedgekeurde eindafrekening bedraagt méér: 786.675,20 euro.

De renovatie en herinrichting van de rioleringsknooppunten op het kruispunt van de Meensepoort kostten dus – inclusief BTW – 253.170,36 euro méér dan geraamd.
Men dacht namelijk oorspronkelijk aan een bedrag van 533.504,84 euro.
’t Is wel een schoon werk geweest, daar niet van.
Maar die ontwerpers moeten leren rekenen.
Of gaan we ze gewoon niet meer vragen, vanwege slechte ervaringen?

Prijsstijgingen met 22 procent (Pentascoop) en 47 procent (Meensepoort), vertel dat maar eens thuis.

De lang verwachte ledwall staat er !

Die muur van leds moest er op de Grote Markt al staan sinds zomer 2005.
Zie nog onze stukken van 6 november 2005 en 7 maart 2006. En het postscriptum hieronder. Er zal zich op een gegeven ogenblik nog een probleem van censuur stellen.

Op de ledwall kunnen ook advertenties worden geplaatst. Daarmee hoopt Stad haar nieuwe multimediale personeelslid te bekostigen.

Prijzen voor de advertenties

Vlug even de prijzen, want die worden op de Kortrijkse website niet geafficheerd. De reclameregie is helemaal in handen van de Roularta Media Group, van meneer Rik De Nolf en moeder uit Knack-Roeselare.

Stel dat u een reclamespot wil tonen van 20 seconden voor uw zaak. Hierbij krijgt u de garantie dat uw spot elk half uur te zien zal zijn op het scherm.
Het tarief voor de zendtijd alleen (exl. BTW en productie) is 1.400 euro. Voor dit bedrag boekt u wel voor twee weken en krijgt u de derde week helemaal gratis.
(Kan men eigenlijk voor minder, of méér – per jaar – boeken?)

Maar uw spot moet ook nog gemaakt.
U kunt dat blijkbaar niet zelf laten doen bij een door u uitverkoren reclamebureau of productiehuis, hoe goed u dat huis ook of uw traditionele partner vindt, en hoe comfortabel uw prijsafspraken er ook mee zijn.
Het is het productiehuis PicStory (RMM) dat instaat voor een professionele aanmaak van uw spot. En niemand anders ! Begrepen?
U kan dus bijvoorbeeld geen beroep doen op Kortrijkse productiehuizen zoals dat van Jan Verbeke, of “‘ ’t Pakt”.

– Het tarief voor de productie van een spot door de tientallen creatievelingen Pick mét opgenomen beelden (1 uur opnames in uw zaak plus montage) is: 500 euro.
– Voor een grafische spot op basis van aangeleverd materiaal per mail zoals affiches, foto’s, logo’s: 450 euro.
– Voor een grafische spot bestaande uit 3 à 4 stilstaande pancartes: 400 euro.

PicStory??

Het productiehuis (actief sinds 2001, maar pas in 2006 met die naam naar buiten gekomen) is in het leven geroepen door Dirk Vanhegen, gedelegeerd bestuurder van … de Regionale Media Maatschappij (RMM) en dit huis staat ook in voor de nieuwsreportages van WTV en Focus. En voor Radio Mango?
Kortom heel de ledwall is in handen van Roularta, van onze meneer Rik, bijgenaamd de nieuwe Berlusconi van Vlaanderen. (De ledwall zelf komt van Barco, ook een goede kennis van huize Roularta.)
Hoe kwam Nolf aan de opdracht om de reclameregie te verwerven (niet noodzakelijk de productie!) ?
Er werden vier firma’s aangeschreven. Maar enkel Roularta Media heeft geantwoord. HOE ZOU JE ZELF ZIJN IN DE GEGEVEN SITUATIE?
De inschrijvingsperiode was ten andere nogal kort. En wie het bestek voor de gunning van de opdracht heeft opgemaakt weet ik niet. Zéér vermoedelijk de dienst Communicatie van Stad. Kerels hoor.

Beperkingen op het volume reclame

De ledwall is in werking van 6 uur ’s morgens tot 11 uur ’s avonds. Althans volgens reclameregie van RMM. (Kathia Devos, tel. 051/25.95.11). Andere bronnen – de ledwall zelf ook – zeggen van 7 tot 7.
En de RMM belooft adverteerders om elk half uur een spot. Hoe zal dit in zijn werk gaan als er veel adverteerders opdagen?
In elk geval heeft het College van 20 juni 2006 beslist dat er per uur maximaal 20 procent commerciële informatie is toegestaan. En dat er per uur maximaal vier reclameblokken van telkens maximum drie minuten mogen te zien zijn.
RMM moet nog laten weten aan zijn potentiële adverteerders dat de ledwall gedurende ongeveer drie weken per jaar niet beschikbaar zal zijn, bijvoorbeeld omdat hij verplaatst wordt. Of niet genoeg visibel.

Er is qua de adverteerders zelf ook nog een beperking.
“De advertentieruimte is alleen voorbehouden voor bedrijven die hun diensten aanbieden binnen de Stad én een verkooppunt hebben op het grondgebied van de Stad. En het moet gaan om activiteiten die zich richten op Kortrijk of van dienstverleners die in Kortrijk gehuisvest zijn.” (CBS van 20 juni 2006.)
Maar wat zijn “dienstverleners”?
RMM zelf laat aan zijn klanten kortweg weten dat de ledwall exclusief is voorbehouden aan handelaars te Kortrijk.
Betekent dat nu dat Roularta zelf geen reclameboodschappen zal mogen vertonen met betrekking tot zijn eigenste bedrijven? WTV, “Het Kortrijks Handelsblad”, Radio Mango?

Verdeling van de inkomsten uit reclame

Minimum 60 procent van de bruto-inkomsten komt toe aan Stad.
Maximum 40 procent van de bruto-inkomsten komt toe aan de reclameregie.

P.S.
Ideeën en suggesties van Kortrijkzanen voor het gebruik van de ledwall zijn welkom bij de dienst Communicatie. Gemeenteraadsleden ! U bent in al deze al jaren aanslepende zaak nog nergens bij betrokken geweest !
Het is nu een keer aan u. Een gemeenteraad rechtstreeks uitgezonden op de ledwall, dat kan toch?
Beelden van een verborgen camera, terwijl u naarstig uw dossiers raadpleegt. Moet allemaal kunnen.

Schijnhuwelijken (3) en klassehuwelijken

Stad is alwéér gedagvaard wegens het weigeren van een huwelijksvoltrekking.
Sinds die keer dat er mij met 100.000 oude Belgische franken in ’t handje liefdevol is aangeboden om een “marriage de complaisance” aan te gaan laat dit fenomeen me niet meer los.
En aangezien de schepen van Burgerlijke Stand alhier nu van VLD-obediëntie is (te voren was het Hilde Demedts, nu Marie-Claire Vandenbulcke) lijkt het toch nuttig om hier een keer in extenso weer te geven wat de meningen zijn van de CD&V-coalitiepartner in verband met dit fenomeen.
De CD&V-standpunten hieromtrent worden in het federale parlement altijd voorgedragen door de Antwerpse Nahima Lanjri.
Even luisteren.

Officieel heeft de CD&V op 23 maart laatstleden volgende meningen over de aanpak van schijnhuwelijken gepubliceerd.

1. De wet rond de bestraffing van schijnhuwelijken moet effectief uitgevoerd. Die wet is ondertussen één jaar oud en heeft nog tot geen enkele veroordeling geleid.
2. De parketten moeten ondersteund worden zodat ze ook effectief kunnen optreden.
3. Er moet een uniforme aanpak van de schijnhuwelijken komen, in binnen- en buitenland. De aanpak moet gelijk zijn in alle gemeenten van ons land, middels duidelijke administratieve onderrichtingen en informatiepakketten ten behoeve van de gemeentelijke diensten bevolking.
4. Er moet een databank geïnstalleerd waarin alle pogingen tot schijnhuwelijk en vernietigingen van schijnhuwelijken worden geregistreerd en tevens statistisch materiaal wordt bijgehouden.
5. Preventieve onderzoeken naar schijnhuwelijken moeten transparant gebeuren en aan een aantal principes voldoen. Bijvoorbeeld: een termijn bepalen waarbinnen de woonstcontrole moet gebeuren. Duidelijke informatie verstrekken. De geïnterviewden een schriftelijk verslag van het interview meegeven. Objectiviteit in de vraagstelling nastreven.

Puntje 5 is ongetwijfeld ook in Kortrijk een heikel punt.
Wisselingen van schepenen en ambtenaren bijvoorbeeld brengen andere procedures (werkmethodes) mee. Strenger of minder streng. Méér of minder deskundig. Dat zou toevallig niet mogen.
Puntje 4 kan ook eens ter stede én in de politiezone VLAS ter harte worden genomen.

Maar Nahima Lanjri vertelt in het parlement nog een paar zaken die men in Kortrijk ook best eens kan beluisteren.

Sinds 21 februari 2006 zijn schijnhuwelijken en óók pogingen daartoe strafbaar. En zowel de vreemdeling die met zijn huwelijk een verblijfsrechtelijk voordeel beoogt als de persoon die hem daarbij behulpzaam is, kunnen worden bestraft.
Straffen (boeten of gevangenis) zijn gradueel, naargelang er al of niet geldsommen of dwang bij te pas kwam.
Welnu, volgens Lanjri zijn de sancties veel te licht.
Want gangbare prijzen voor de partner die bereid is om een schijnhuwelijk aan te gaan lopen nu gemakkelijk op tot 20.000 euro! De geldboeten staan totaal niet in verhouding daarmee.
En gevangenisstraffen onder de 6 maanden worden toch niet uitgezeten.

Lanjri vindt ook dat bij nietigverklaring van het huwelijk de verblijfsvergunnning en de eventueel Belgische nationaliteit automatisch moeten worden afgenomen.
En over gezinshereniging bij een schijnhuwelijk is zij ook al niet zeer voorstander van.

In een resolutie die Lanrji ooit heeft ingediend bij de Kamer vraagt zij nog aan de regering om een meldpunt te installeren waar mensen die in aanraking komen met pogingen tot het aangaan van een schijnhuwelijk dit in alle discretie kunnen laten weten. Een kliklijn !

Wat willen we nu zeggen?
Dat de CD&V inzake schijnhuwelijken en pogingen daartoe werkelijk van de harde lijn is.

Sinds een circulaire van 13 september 2005 zijn ambtenaren van de Burgerlijke Stand verplicht om elk gemengd huwelijk tussen een EU-onderdaan en een illegale vreemdeling te melden aan het bureau opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Dat bureau informeert dan de verschillende Burgerlijke Standen over mogelijke andere huwelijkspogingen.
Voor de jaren 2004, 2005 en 2006 werden resp. 1.343, 2.247 en 5.474 pogingen genoteerd.

Nahimi Lanjri wil méér.
Zij wil dat ambtenaren van de Burgerlijke Stand en parketten ook aan DVZ verplicht melden dat er ergens een schijnhuwelijk is afgesloten. En dat de betrokken vreemdeling in een schijnhuwelijk onmiddellijk wordt gerepatrieerd… (Commissie Binnenlandse Zaken van 18 april.)
(In de huidige stand van zaken laat de vreemdelingenwet dit niet toe. Maar binnenkort worden tijdelijke verblijfsrechten toegekend die kunnen worden beëindigd bij echtscheiding of afwezigheid van een werkelijk gezinsleven.)

KLASSEHUWELIJKEN

Hebben niets te maken met schijnhuwelijken.
Maar nu we het toch over trouwen hebben, even aanstippen dat een huwelijk buiten de “normaal voorziene dagen en uren” voortaan bijkomend 100 euro zal kosten. Bovenop de 30 euro voor een huwelijksaangifte, of de 15 euro voor de aflevering van een huwelijksboekje zonder huwelijksaangifte.

In de laatste gemeenteraad van 16 april kwam van het College geen goede verduidelijking over wat “normaal voorziene dagen en uren” zijn. En ook niet over wat de toegevoegde waarde zou kunnen zijn van een huwelijk à rato van 100 euro.
Krijgt iedereen nu een rode loper? Een cadeautje (peper- en zoutvat)? Laurierboompje in de zaal? Een receptie in het stadhuis, de Beatrijszaal? Standaardhuwelijken van “het gemeen” gaan naar de kelder onder het oude stadhuis?

De invoering van een elitair klassehuwelijk wordt door de nieuwe schepen Vandenbulcke gemotiveerd met het feit dat steeds minder gelovigen kiezen voor een goddelijk verbond in de kerk, maar dan toch in het stadhuis met enige luister een burgerlijk huwelijk willen sluiten.

Tevergeefs gezocht op www.kerkinkortrijk.be naar de tarieven voor een poepchique huwelijksmis in Sint-Maartenskerk of andere. Met bimbambeieren van de klokken, ook op zaterdagnamiddag.

KENT U SOMS NOG GEMEENTELIJKE DIENSTEN DIE VOOR HUN ADMINISTRATIEVE DIENSTVERLENING ONDERSCHEID MAKEN TUSSEN DE RIJKE EN ARME MENS?
Dat een VLD-schepen zo’n discriminatie invoert lijkt coherent met een bepaald soort diepblauwe liberale maatschappelijke opvatting over standen en klassen.
Maar anderzijds zegt een helderrode socialist toch ook altijd dat men het geld moet halen waar het zit. Leg deze paradox maar eens voor aan een specialist in politieke ethiek.
Dat wordt tobben.
Zal men voortaan bij geboorteaangiften een ander retributietarief hanteren op normale uren of dagen en anderzijds abnormale ?? Bourgeoisie die méér betaalt dan het standaardtarief krijgt dan wel een doos doopsuiker? (Echte Kortrijkse burgerij heeft het over “dragée de baptême”.) En een DNA-onderzoek tegen kostprijs.

Stadswachten zijn nu gemeenschapswachten/gardiennes

Schepen Jan de Béthune van Marke is nu ook bevoegd verklaard om preventief te waken over onze veiligheid.
Doet deugd.
In dat kader heeft hij op de laatste gemeenteraad trouwens een nieuw plan voorgelegd. Hij weet er gewoon niets van. Het interesseert hem overigens geen barst. En wat in zijn voordeel spreekt is dat hij daarin nog gelijk heeft ook.

Gelukkig heeft er niemand om gevraagd, maar de schepen weet nog altijd niet hoeveel stadswachten er hier rondlopen.
Zo valt ook te betwijfelen of hij er al weet van heeft dat de term stadswachten niet meer bestaat.
Het federaal Parlement heeft namelijk op 19 april laatstleden een wetsontwerp goedgekeurd tot instelling van de dienst “gemeenschapswachten”. In ’t Frans klinkt het beter: “gardiens de la paix”.
Zouden onze eigenste gardiennes hiervan al op de hoogte zijn?
Kregen zij van de bevoegde schepen een beknopte maar toch bevattelijke samenvatting van de nieuwe wet? Op een A4’tje? Zodat zij dat echt een keer kunnen lezen?
(Zie nog stukken alhier van 5 en 9 april.)

Taken

Beambten van de dienst gemeenschapswachten kunnen nu ook uitdrukkelijk bevoegde gemeentelijke diensten informeren over problemen op vlak van veiligheid, milieu en wegennet. MILIEU ! Zij weten niet eens wat milieu is. Fijn stof. Dat ozongat. Ratten. Asbest. Duifkes. Geluidsmuren. Nucleaire transporten ten zuiden van Stad.
En op die politiescholen zullen ze het ook niet leren. Wegennet? Ik heb ooit eens een politieagent – inspecteur – meegemaakt die niet eens de weg kende in Kortrijk. “Ik ben niet van hier, hé”.

Gardiens kunnen de automobilisten (fietsers niet?) informeren over het hinderlijk of gevaarlijk karakter van verkeerd parkeren, ondermeer. Zelfs al hebben ze zelf al verkeersovertredingen begaan.
Sensibiliseren met betrekking tot het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer.
Sensibiliseren. Om gek van te worden. Zijn ze daar weer om te zeggen dat je je motorkap moet sluiten? Uw neus moet snuiten?
In ’t stadhuis moet gaan piesen?
Kinderen, scholieren (dus geen studenten?), gehandicapten en ouderen helpen bij het veilig oversteken. Voor dit laatste worden de beambten gelijkgesteld met “gemachtigde toezichters”. Scouts, wat nog te doen, na uw goede daad?
Gemeenschapswachten kunnen ook inbreuken vaststellen op gemeentelijke reglementen en verordeningen die het voorwerp uitmaken van gemeentelijke administratieve sancties (GAS). Overlast, kleine criminaliteit. Inbreuken op retributiereglementen zoals betalend parkeren. Maar opgepast: daarvoor dienen ze de titel te dragen van gemeenschapswachten-vaststellers. CONSTATEURS.

De wachten kunnen ook toezicht uitoefenen op personen bij evenementen georganiseerd door de overheid. Ook al gaan die evenementen niet door op de openbare weg of openbare plaatsen.
En als er een akkoord is met Kuurne en/of Lendelede (onze politiezone VLAS) kunnen onze “stadswachten” ook aldaar optreden bij evementen van gemeentelijke en andere overheden.
Gemeenschapswachten kunnen hun activiteiten uitoefenen op de infrastructuur van een openbare vervoersmaatschappij.
Gemeenschapswachten-vaststellers (constateurs) kunnen een identiteitscontrole uitoefenen! Zonder dwang. Geen pepperspray. Geen handboeien. Niks ofte niks. Ga daar maar eens mee aanstaan, aan de statie. Zonder camera.

Uitoefeningsvoorwaarden

Gemeenschapswachten-vaststellers moeten Belg zijn. De gewone gardiennes niet noodzakelijk: zij kunnen bijvoorbeeld de nationaliteit hebbben van een lidstaat van de Europese Unie. Het omgekeerde moet nog komen.

Wachten dienen “een gepast profiel” te hebben. Ze moeten over de nodige tact beschikken om hun eigen gevoelens te beheersen.
Respectvol zijn. Burgerzin vertonen.
Zij mogen niet veroordeeld zijn tot een correctionele of criminele straf. Wel mogen ze zijn veroordeeld voor verkeersovertredingen!
Zij mogen geen feiten gepleegd hebben die kunnen raken aan het vertrouwen in de betrokkene, ook al waren die feiten geen voorwerp van een strafrechtelijke veroordeling. En hierover oordeelt de burgemeester. Mits advies van de korpschef van de lokale politie. Nepotisme is alweer niet uitgesloten. Schervengerecht?

Opleiding

Gardiens moeten slagen in een examen. Met vakken als “cultuurinzicht” en “omgaan met diversiteit”, “observatie en rapportering”, “conflicthantering”, “ontwijkingstecnieken”. Ook eerste hulp bij ongevallen. Mond aan mond.
Die opleiding kan verstrekt door politiescholen alsook door privé-veiligheidscholen, VDAB. Dat wordt een bloedbad.

Identificatiekaart

Alle gemeenschapswachten (hoe ze ook heten: lijnwachters, stewards, fox’en) dragen eenzelfde uniform.
Op hun identificatiekaart staat ook een foto. Naam van de gemeente. En de vermelding of ze al dan niet ook nog “vaststeller” zijn. CONSTATEUR. Dat is een administratieve vereenvoudiging.
En de vervaldatum. (Normaal vijf jaar geldig.)
Nu wij, bij een milieudelict : “Madammeke, gardinnetje, je hebt nog een week te gaan. Vanaf nu”.

Allez, Jean.
Vertel dat nu allemaal eens aan uw stadswachten, aan de gemeenteraad, en aan alle Kortrijkzanen.
Zie DOC 3009/001: 52 bladzijden.
En DOC 3009/002: 11 bladzijden.
DOC 3009/003 en 004 mag u overslaan.
PLEN 280 is wel interessant: het parlement ging in die nachtzitting met alles akkoord. Alle partijen.
Maar toch ook eens zien of de Senaat er nog wat van bakt. Jan, uw zusje zit daar.

P.S.
Examenvraag.
Mogen gardiens ook toezicht houden bij een evenement georganiseerd door het Davidsfonds in een lokaal van de gemeente (stadhuis, cultureel centrum, enz.) ?
Het is echt ja of neen, en niet misschien.

Erratum nummer twee ! Nog wel over musea…

Verdomd nog aan toe.
Kortrijkwatcher ziet zich genoopt om sinds het ontstaan van deze weblog (begin 2005 zeker?) voor een tweede maal een redactionele correctie en aanvulling te publiceren.

In een stuk van dinsdag laatstleden 17 april is hier zonder enig bewijs plompverloren beweerd dat de fameuze tentoonstelling “Kunstwerkstede De Coene” moeilijk zou zijn van de grond gekomen zonder de medewerking van Antwerpenaren uit de entourage van prof. Guido De Brabander. Van de univ van Antwerpen, waar ook cultuurmanagement wordt onderwezen. De prof die de audit heeft gemaakt over onze musea.

Dat is dus nu wel pure nonsens, zo meldt mij nu Frank Herman, erfgoedcoördinator in Stad Antwerpen en tegelijk gewezen curator (commissaris) van het voorbije Kortrijkse evenement rondom “Kunstwerkstede De Coene”. Samen met
Terenja Van Dijk.

We geven die foute perceptie grif en ruiterlijk toe. Het was puur gissen en missen.
De uitglijder is inmiddels in de desbetreffende “tekst” rechtgezet. Kijk maar.

Dus: Antwerpen was wel nodig, maar niet met de concentrische cirkels rond De Brabander. Akte van genomen.
Het cirkelt ook niet goed aldaar in het milieu van de culturele havenstede. Net als bij ons.

Heel het probleem is dat de Antwerpse stadsambtenaar Frank Herman met zijn reprimande (een lange e-mail, en een korte) bij mij een gebroken snaar beroert die we hier als positivo met opzet sinds lang hadden opzij geschoven.

Zielezeer

Omdat er in de huidige constellatie toch niets aan te doen is.
De ultieme vraag namelijk waarom de bestuurders (conservatrices) en medewerkers en vrienden van onze Kortrijkse musea – plus de directie cultuur – totaal niet in staat zijn om op eigen kracht een keer iets remarkabel te doen. Waarom ze zelfs niet eens een idee kunnen naar voor brengen.
Pff. Wat die externen kosten?
Die vraag over het waarom van het tekort aan bestuurskracht (dynamisme, fantasie, creativiteit, strijdlust, nonconformisme) bij onze musea is trouwens ook niet expliciet behandeld in de doorlichting van prof. De Brabander. Hij fietst er een beetje om heen. Probeert het op te lossen met het voorstel om een nieuwe zakelijke ” afgevaardigd beheerder” aan te stellen.

ALLE ietwat merkwaardige tentoonstellingen alhier ter stede, uit het verre en nabije verleden, konden enkel tot stand komen mits ontieglijk grote bijstand van elders. Van anderen. Kwalitatief. Kwantitatief. Conceptueel, financieel en qua initiële daadkracht.
Dat is al een halve eeuw ons zielezeer.

Neem nu bijvoorbeeld de magnifieke tentoonstelling “De Gustibus”. Die totaal het resultaat is van de inspanningen bij de bank ING.
Dat mag allemaal hoor. Leve het Eurodistrict met Lille. Lang leve de intergemeentelijke samenwerking tussen de kenniscentrumsteden. Lang leve PPS. Lang leve onze geprefereerde galerijen en veilingen en tweedehandskunstwinkels. Lang leve de provinciale cultuurwerking. Lang zullen ze leven: de culturele jobspringers. Hoppers, verenig u.

Maar gaat het er in Antwerpen ook altijd zo wezenloos, krachteloos aan toe? (Of in Gent, vroeger, met Hoet?)
Dat ze daar vanuit hun eigen stadsdirectie cultuur, de erfgoedcel, de museumbestuurders ook niets op eigen houtje (kunnen) doen?
Slaapt ook daar iedereen? Hebben ze in Antwerpen ook altijd voor alles en nog wat ergens curatoren of commissarissen voor nodig?
Hoe kan het dan dat Antwerpse stadsambenaren én kunstenaars toch nog genoeg energie te over hebben om uitgerekend in Kortrijk een tentoonstelling te organiseren?

Vertrouwelijk nu.
Ik vergeet nooit – maar dan ook nooit – de repliek van de voorzitter Egide van ons Broelmuseum bij een voorstel van mijnentwege om een keer iets te doen rondom een thema als “Kortrijk, ontregelde stad”. Om daarvoor jaren tevoren financies voor te reserveren en juiste mensen aan te trekken.
De repliek was: “Mijnheer Lavaert, weet u wel wat voor werk dit teweegbrengt?
Ja, dat wist ik. Egide is ook nog nooit op internet geweest. Trek daar maar eens mee naar de museumoorlog.

Maar nu eerst een summier overzicht van de reprimande van de Antwerpse stadsambtenaar, Frank Herman.

Hij start met een enigzins verkapte aanval op prof. De Brabander.
Een academicus – master in cultuurmanagement – komt namelijk niet zo snel toe aan het organiseren van tentoonstellingen. En zijn audit is niet neutraal ten opzichte van het Museum 1302, want Véronique Lambert is nu een leerlinge van hem.

Passons.

Verder zegt hij dat de tentoonstelling Kunstwerkstede De Coene een voorbeeld is van hoe men een project kan opstarten met een landelijke relevantie waardoor een “onder de kerktoren mentaliteit” kan worden overstegen.
De tentoonstelling is een van de mooiste werkervaringen in zijn carriëre. Hij staat in bewondering voor wat men in Kortrijk met zo weinig personeel, infrastructuur, financiële mogelijkheden kan bereiken.
(Frank Herman zit met 8 in zijn cel.)

Allez, ’t is goed.
Frank Herman heeft nog weinig gelezen van kortrijkwatcher.
Anders zou hij weten dat het juist een van onze meest fundamentele kritieken is dat onze musea zelfs niet in staat zijn om samen – binnen de stadsgrenzen – iets serieus te verwezenlijken.
Anders zou hij weten dat onze musea juist omwille van een totaal gebrek aan ideeën en dynamisme externe krachten moeten aantrekken. Daar zit niet het minste museumbeleid achter.
Personeel voor de tentoonstelling De Coene was er anders genoeg.
Er waren bijvoorbeeld niet minder dan drie curatoren.
Frank Herman zelf. Hij is erfgoedcoördinator in Stad Antwerpen. Een ambtenaar. Prangende vraag: heeft hij voor zijn werk in Kortrijk vrijaf genomen? Heeft hij ook op zijn Antwerpse werkplek en met zijn (7) medewerkers arbeid verricht ten dienste van Kortrijk?
Nog een ultieme reddende engel was Terenja Van Dijk, architecte en videaste. Er was ook een “off-curator”: Matthias Lievens (van “Atmosfeer”).
Uit de brief van Herman leer ik nu ook dat er zelfs Antwerpse kunstenaars werden aangesproken.
Qua financies is hier al uit de doeken gedaan dat het budget voor De Coene zowat 31 miljoen Belgische franken bedroeg.

Kijk.
Op een eerstkomende Algemene Vergadering van de Musea zal ik nog eens een project voorstellen. Een evenement dat geheel de Stad zal bestrijken. Alle inwoners en allerlei instellingen erbij zal betrekken. De belevingswaarde wordt totaal. Kortrijk zal op de kaart worden gezet.
Er zullen drie curatoren nodig zijn. Misschien zelfs vijf, ieder met een toegewezen deeltaak. Speciale bijstand zal gevraagd worden van het Rijksmuseum van Amsterdam. Want lang geleden doken daar zeker 100.000 bezoekers op voor een gelijkaardig deelproject als wat wij op het oog hebben. De financiële kant van de zaak lossen we op door alle reserves van het Broelmuseum uit te putten. Die paraplubak wordt weer verkocht. Evenals de pijlpunten van ons Vlaamse heir in 1302. Afstoten maar.
En aangezien het evenement pas in 2009 zal van de grond komen kunnen we genieten van de nieuwe erkenningen van de musea met de bijhorende subsidies. Aan PPS zal er geen gebrek zijn, gezien de immense belevingswaarde van het evenement. Het wordt méér dan een statische tentoonstelling. Het wordt een interactieve totale gebeurtenis. Een happening zeg maar.

Nu de burgemeester bevoegd is geworden voor cultuur en grootscheepse evementen moet het lukken.

Nog vlug iets voor zowel de onze als de Antwerpse erfgoedcoördinator.
Zondag is het erfgoeddag.
Welnu. Jaren geleden heb ik voorgesteld om een tijdscapsule onder de vorm van een bunker op te vullen met voor Kortrijk typische objecten uit de 20ste eeuw. En daarrond zou een groots volksfeest worden georganiseerd. Welnu. Dit voorstel is ooit UNANIEM goedgekeurd door de gemeenteraad. Er is nooit iets van gekomen.
Andere voorstellen (bijv. het invoeren van een stadsmunt) werden in museale vergaderingen niet eens genotuleerd.
Herman! Frankie! Zo gaat het er hier aan toe! Dat je dat niet wist zeg.

P.S.
Godfried Bomans was een keer op een etentje in het museum Broel. Maar ik weet niet meer of het toen al een echt museum was.
In elk geval liep hij weg.
Dat is een waar gebeurd verhaal. Hij kon het niet meer aanzien. Niet dat gebouw, maar de mensen. De toenmalige dikke nekken.
Waar gebeurd. Ik zie hem nog voor mij. Aan de Broeltoren, kant noord. En dat hij dat toen zei aan mij. Zielezeer.

Een glasheldere röntgenfoto van onze musea (3)

In dit voorlopig laatste stuk over de stand en gang van zaken in onze musea willen we nog even nagaan wat voor min of meer verrassende zaken worden verteld in de audit van prof. Guido De Brabander en Karen Vandenberghe.
En dan is het wachten geblazen op het beloofde publieke debat over de toekomstperspectieven van de musea.

Visie op het hedendaags museum

Musea bewaren niet meer om te bewaren.
Het publiek wordt niet meer aangezien als een passieve ontvanger maar wel als een actieve deelnemer op zoek naar beleving.
De belevingswaarde voor een museum heeft als basisdimensies: ontsnapping aan het leven van elke dag, ontspanning, verwondering en leren. Ook plezier (edutainment) is een doelstelling.

SWOT-analyse

Over de (interne) tere plekken in ons museumbeleid hebben we het hier al ten overvloede gehad.
Sterkten van het Broelmuseum zijn: bepaalde deelcollecties (damast, keramiek), de mooie locatie.

Het Vlasmuseum geniet van naambekendheid, heeft een volkskundig potentieel en is met zijn roerende erfgoed mogelijk een cultuurtoeristische trekpleister. (Tussendoor wordt gemeld dat sommigen het museum aan de Leie wensen te vestigen!)
Het nieuwe Museum 1302 oogt smaakvol en modern. Het heeft een sterk toeristisch potentieel en kan het knooppunt worden van een netwerk met veel andere spelers. De Raad van Bestuur telt bekwame mensen. Het museum kan op de lange termijn zelfs streven naar een landelijke erkenning.

Externe kansen en bedreigingen

In het algemeen is er op lokaal vlak een politiek klimaat dat stimulerend werkt voor cultuur en erfgoed. De centrale positie van de burgemeester (“een ambitieus man”) – die nu uitdrukkelijk bevoegd is voor cultuur en grote evenementen – kan een eenduidig beleid mogelijk maken.
Bij de nieuwe erkenningsronde (voor 2009-2014) bestaat het risico dat Kortrijkse musea hun erkenningen zouden verliezen of dat zij op een lager (basis)niveau worden ingedeeld en daarmee een deel van de werkingssubsidies moeten inleveren.
Voor het Museum 1302 geldt dat eerst moet gestreefd worden naar een erkenning en inschaling op basisniveau. Aan de voorwaarden hiertoe is nog niet voldaan. Om door te stoten naar het regionaal niveau en op termijn zelfs landelijk niveau is er hier alleszins weer nood aan meer competentie. Meer inspanningen zijn nodig voor de publiekswerking, tentoonstellingen, collectieopbouw. (In de audit wordt gepleit voor een “ideeënmuseum”.)
In het Vlasmuseum is er behoefte aan een historicus, gespecialiseerd in agrarische en textielgeschiedenis.
Het Broelmuseum heeft nood aan een kunsthistoricus, gespecialiseerd in beeldende kunsten vanaf de 16de eeuw.

In de studie van prof. De Brabander wordt per museum bladzijdenlang aangegeven wat er in de huidige situatie nog problematisch is om aan de erkenningsvoorwaarden te voldoen.
Onmogelijk om daar ook maar een samenvatting van te geven.
Frappant is intussen wel de vaststelling dat het Broelmuseum grote financiële reserves heeft! Maar geen collectieplanning.
In het Vlasmuseum zijn er nog onvoltooide inventarissen. Is er geen echt zakelijk beheer, noch een wetenschappelijke functie.
Het Museum 1302 heeft geen collectieplanning en de strategie noch de doelstellingen zijn bepaald.

Varia

En zo kunnen we doorgaan. Hierna nog enkele zaken die mij persoonlijk om een of andere reden opvielen of verrasten.

* De nadruk die gelegd wordt op de belevingswaarde van musea.
En dat er ook wat plezier mag bij te pas komen.
* Dat bij de erkenning van musea de indeling in niveaus geen waardeoordeel uitspreekt maar enkel wordt gehanteerd om de hoogte van het subsidiebedrag te bepalen.
* Dat er nu ook voor het bekomen van provinciale subsidies criteria zullen gehanteerd worden.
* Dat het Broelmuseum ook nog geen volledige inventarisatie bezit van de collectiestukken.
* Dat de stadsdirectie “cultuur” niet ter sprake komt.
* Dat “afstoten” van collecties niet noodzakeliijk betekent dat men iets weggooit.
* Dat musea ook hun erkenning kunnen verliezen.
* Dat de burgemeester een ambitieus man is.
* Dat er meer speciaal structurele samenwerking nodig is tussen Broel en het Kunstencentrum Buda.
* Dat op termijn de Gravenkapel en de O.L.V.-kerk een museum kan worden.
* Dat onze musea geen roeping hebben om te fungeren als designmuseum. (Hiervoor is een permanent activiteitencentrum nodig.)
* Dat er per museum een comité van experten moet komen.
* Dat 1302 een ideeënmuseum moet worden, met een activiteiten- en kenniscentrum. En dat het moet streven naar een landelijk niveau.
* Dat het Vlasmuseum zijn kantcollectie zou kunnen afstoten.
* Dat er een regionaal erfgoeddepot moet komen.
* Dat er wordt aanbevolen om altijd een toegangsprijs te vragen, weliswaar “gedifferentieerd”.
* Dat de publiekscijfers in de Kortrijkse musea eigenlijk onbetrouwbaar zijn.
* Dat sommigen ervan dromen om het Vlasmuseum ergens aan de boorden van de Leie te vestigen.

Zie ook nog eens de weblog van ons raadslid Bart Caron (heel Spirit).

ZO. TOT DAAR.
NU NOG EEN ERRATUM PUBLICEREN.

Een glasheldere röntgenfoto van onze musea (2)

“Ik zou niet graag zo’n rapport krijgen,” zo zei raadslid Bart Caron (Spirit) in de laatste gemeenteraad (gisteren) over de doorlichting van onze musea door prof. Guido De Brabander, master in cultuurmanagement.
Caron: “Het is messcherp. Vernietigend.”

Nu, onze trouwe lezers kennen alvast sinds jaren de opbouwende, zoniet constructieve en positieve kritiek die de mastor heeft gemeend te moeten uiten.
Het Broelmuseum heeft een negatief imago. Er vallen termen als “doodse en statische uitstraling”. De Vriendenkring is vergrijsd. Het collectiebeleid is zwak. Er is te weinig samenwerking met andere culturele actoren. Gebrek aan visionair leiderschap. Enzovoort.
In het Vlasmuseum heerst een folkloristische sfeer. Immobilisme. Geen wetenschappelijk onderzoek. Enzovoort. Nogmaals: kortrijkwatcher weet er alles van. En de prof ook, maar hij is nog beleefd gebleven.
Het nieuwe en nog prille Museum 1302 blijft wat buiten schot. Maar toch is er aldaar grote onduidelijkheid over de opdracht en de organisatiestructuur. Enzovoort.

Benieuwd of de Antwerpse Universiteit nog een opdracht zal krijgen van Stad. Bijvoorbeeld omtrent publieksonderzoek.
Véronique Lambert – nu verbonden aan het Museum 1302 – is een opleiding Master in Cultuurmanagement aan het volgen aan de Antwerpse universiteit. Er zal een scriptie uit voortkomen over publiekswerking. En Becky Verthe maakte ook al onder de hoede van de prof een studie over “Kortrijk Design”.
Kortom: het Antwerpse “cultuurmanagement” is onmisbaar geworden voor Kortrijk, stad van design, innovatie en creatie.
En anderzijds heeft de Erfgoedcel Antwerpen ook een grote rol gespeeld bij het opzetten van de tentoonstelling “Kunstwerkstede De Coene”(curator Frank Herman).

Niettemin concludeert Bart Caron dat G.De Brabander met zijn ‘messcherpe’ audit over de constellatie en de werking van onze musea die instellingen op “een onheuse wijze” evalueert. Knoop dat nu maar eens aan mekaar.
Het werkstuk lijdt volgens de gewezen medewerker van minister BERTJE van alles-is-cultuur aan een aantal tekortkomingen.
Het stuk volgt een onduidelijke methodiek. Beoordelingen als “te weinig”, of “te veel” worden gedaan zonder vergelijkingspunten. Er wordt constant verwezen naar uitspraken die niet bewezen worden en waarvan de herkomst niet is aangegeven. Er is geen spoor te vinden van een ernstige collectie-analyse. Enzovoort.
Aldus Bart, nooit verlegen om in zijn betogen wat interne cohesie te bewaren.

Maar wat is er volgens kortrijkwatcher dan zoal pertinent in de voorliggende doorlichting?

Alvast een paar zaken die u eerder min dan meer in de reguliere pers kon lezen.
Er wordt geopteerd voor één enkele museum-vzw. (Nu zijn er drie.) De conservatrices mogen blijkbaar blijven bestaan, maar voor de zakelijke leiding komt er een directeur-afgevaardigd beheerder met een mandaat van zes jaar. Alleen voor de zakelijke leiding? In het hoofdstuk “conclusies” staat nog te lezen dat die directeur de museumconservators ook inhoudelijk zal aansturen.
De beheerder wordt bijgestaan door een secretariaatsmedewerker en een verantwoordelijke marketing- en communicatie. Er is ook een medewerker voorzien voor financiën en personeelsaangelegenheden. Bij het Broelmuseum komt er een wetenschappelijk medewerker met specialisatie in Beeldende Kunst. Bij het Vlasmuseum een geschiedkundige.
Niet al deze functies moeten noodzakelijk met externe aanwervingen aangevuld, maar toch blijft het onduidelijk wat dit alles kan kosten. Op pag. 72 vinden we een berekening voor twee personeelsleden van A1-niveau en één van A5-niveau. Totale loonlast bij de aanvangswedde is dan zowat 100.000 euro.

De musea moeten worden geprofileerd op basis van een duidelijke keuze voor een scherp afgebakend thema.
Het museum aan de Broelkaai zal zich toespitsen op beeldende kunsten van de 16de tot de 21ste eeuw. Het Vlas-, kant- en linnenmuseum wordt een puur Vlas-museum. Het Museum 1302 wordt een “11-juli-museum” voor cultuur en identiteit.

Er moet dus nogal wat AFGESTOTEN worden.
Alle damast en ander textiel uit het Broelmuseum dient te verhuizen naar het Vlasmuseum. De keramiekcollectie moet als studiecollectie toegankelijk worden gemaakt in een depot, en een deel van de zilver- en meubelobjecten kunnen worden geïntegreerd in het interieur van het Broelmuseum. (Ik zou zeggen: ook in al of niet publieke stadsgebouwen.)
Het Vlasmuseum moet objecten die meervoudig aanwezig zijn kwijtraken. Ook de voor Kortrijk minder typische kant- en linnencollectie kan selectief afgestoten of in depot worden genomen.

Hiermee raakt de professor natuurlijk weer open zenuwen bij bestuurders en vriendenkringen van de musea. Dit is al duidelijk te merken aan wat het College (de burgemeester) op 27 maart heeft beslist, zonder het beloofde publieke debat van mei af te wachten.
Het Broelmuseum wordt – jawel – een museum van beeldende kunsten, maar niet noodzakelijk tot en met de 21ste eeuw. En er moet daar nu ook iets gedaan worden met design. De potten en pannen en pollepels en kruiken van de Vriendenkring mogen dus blijven.
In het Vlasmuseum moet ook het textiel (dus ook kant en linnen?) onderdak krijgen.

Het zal moeite kosten om een aantal bestuurders (Egide Van Hoonacker, Felix Decabooter, Isabelle De Jaegere en vrienden) ervan te overtuigen dat er meerdere vormen van “afstoten” mogelijk zijn. Al dat keramiek. Dat zilver. Paraplubakken.
Men kan iets wegschenken, iets langdurig in bruikleen geven. Ruilen. Onderbrengen in een gezamenlijk al of niet regionaal depot dat voor (bijna) iedereen toegankelijk is. Dienstig als studiemateriaal. Bepaalde collectiestukken kunnen ook op straat getoond. Of in winkelcomplexen. Dat is: stadje opfleuren. Scholen en bibliotheken en culturele centra en sociale wijken mogen toch ook meegenieten? De Horeca?

(Wordt vervolgd op een andere bladzijde. Ben nog altijd niet goed van die gemeenteraad van gisteren. Het werd bijna een nachtzitting. En het Vloms Blok werd nu toch wel weer eens onheus behandeld!)

Nieuwe anonieme voertuigen voor politie en nieuwe schoenen

Uitkijken.
Voortaan zal onze politie rondrijden met twee anonieme dienstvoertuigen van het type Toyota Corolla AURIS. 20.658 euro per stuk (incl. BTW).
Zeer veilig bollig uitziende wagens. Haalden 5 sterren in de Euro NCAT crashtest. Liefst 9 airbags. Ook voor de knietjes.

Pas een jaar geleden kocht de politiezone VLAS nog nieuwe schoenen. Toen voor één jaar gegund bij de firma Verduyn, de firma Parmentier en de firma Casari, met stilzwijgende verlenging. Prijs onbekend: de politiezone VLAS publiceert namelijk ook geen notulen van het politiecollege. Maar al de drie kartelleveranciers waren hypercontent.

Nu komt er een nieuwe aanbesteding voor hoge en lage schoenen, contract geldig voor drie jaar. Geraamde kostprijs (door wie dan?): 133.000 euro, incl. BTW. Zal de gunning nu even wat meer op ‘federaal’ niveau gebeuren? Krijgen onze plaatselijke schoenmakers bij dit maneuver geen kans meer? Komt alles nu alweer uit China?
We gaan het nooit weten.
Maar dat is politiek.

Een glasheldere röntgenfoto van onze musea (1)

Prof. Guido De Brabander is met medewerking van Karen Vandenberghe (Univ Antwerpen) intussen klaar gekomen met zijn doorlichting van onze Kortrijkse musea. Te weten: het Broelmuseum (met auditorium en Groeningeabdij), het Vlas-, kant- en linnenmuseum, het nieuwe Museum 1302.
Voorlopig doet de audit alleen nog stof opwaaien bij insiders.
Maar het kan niet anders dan niet lang meer duren eer er een publiek debat van komt. Maandag 16 april interpelleert raadslid en Vlaams volksvertegenwoordiger Bart Caron (Spirit) in de gemeenteraad het stadsbestuur hierover. De burgemeester die nu bevoegd is voor cultuur.

Voormalig schepen van cultuur Stefaan Bral zal zitten gniffelen??
Waarschijnlijk niet. (Hij kan ook taktisch afwezig zijn.) Want bepaalde vragen van Bart Caron slaan natuurlijk op zijn vroegere bewindsperiode.
Bijvoorbeeld vraag 4. “In de studie wordt geregeld gezegd dat de zwakke positie van de musea te maken heeft met een aantal manco’s die in het verleden niet zijn aangepakt. ERKENT U DAT? Welke is de verklaring? Waar ligt de politieke verantwoordelijkheid?”?

Op vraag 1 kent Bart Caron zelf het antwoord.
Wat was precies de opdracht aan prof. De Brabander?
Een audit maken, tiens. Omdat iedereen al jaren ziet dat er van alles misloopt in ons museaal beleid. Omdat men een buitenstaander met gezag nodig had om dit eens luidop uit te bazuinen. En omdat er voor een nieuwe erkenning van de musea met de bijhorende subsidies van hogere overheden een drastische diagnose en remedie moet op tafel komen. En omdat er plaatselijk niet heel veel mensen alhier in staat zijn om een nieuw beleidsplan met tijdspad en prioriteiten op te stellen.
Daarom.

De kosten van de studie werden geraamd op 28.000 euro.
Achteraf bekeken zal Stad dit bedrag dubbel en dik recupereren.
Juist dank zij de studie zijn de erkenningsdossiers voor de periode 2009-2014 in feite potentieel zo goed als klaar. Prof. De Brabander heeft onze musea financieel gered en onze directie cultuur hierbij goed uit de wind gezet. De subsidies van de Vlaamse Gemeenschap en de provincie zullen blijven toestromen.
Dank u professor !

(Wordt ongetwijfeld vervolgd. Zie ook nog stuk van 24 augustus 2006. En andere, over de musea.)