Over de HIVA-studie over sociale economie in Kortrijk (2)

Het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) heeft in opdracht van Stad een onderzoek uitgevoerd. (Zie infra, stuk van 21/02.)
HIVA is een onderzoeksinstituut aan de KUL, maar zeer sterk gelieerd met de christelijke arbeidersbeweging. In de Raad van Bestuur zetelen afgevaardigden van het ACW, ACV, de CM, KAV, ARCO. Het is van belang om dit te weten bij de lectuur van het rapport over de sociale economie ter stede. Heel deze sector alhier is puur in handen van het ACW en schepen Lieben Lybeer. En zoals de schepen nu weet (en de burgemeester ook) brengt dat ontzaglijk veel naamstemmen op.

Stad heeft 27.500 euro voorzien voor het onderzoek. Er zijn blijkbaar ook Europese subsidies geweest want op de kaft van het document prijkt het logo van “EQUAL”.

Titel van de studie: “Werkgelegenheid en sociale economie: de rol van lokale overheden.” (Dit wijst erop dat hele delen van de studie ook op andere steden kunnen geplakt.) Ondertitel hier dus: “ambities, mogelijkheden en grenzen voor de stad Kortrijk”.
HIVA kan nu met dat document gaan leuren bij andere CD&V-ACW bestuurde gemeenten.

Auteur is Ingrid Vanhoren. Niets op aan te merken.
En de promotor was de directeur van HIVA himself, Hubert Cossey. 74 bladzijden (zonder de CD-rom) waarvan 2/3de voor Stad totaal irrelevant. Verschenen in juni 2006 en na veel zoeken nog te vinden op de website van schepen Lybeer. Er was ook een soort voorpublicatie in april 2006 met een overzicht van alle instellingen uit de Kortrijkse sociale economie. Samensteller onbekend. Schoon werk.

De inventarisatie van het werkveld in de HIVA-studie slaat op het voorjaar 2005. En de indicatorenfiche is ingevuld voor het werkjaar 2004. Dit bewijst weer eens het tekort aan bestuurskracht (dit is: onkunde) in de zachte sector.
Kent Ingrid Vanhoren dan de “sociale kaart” niet? Die SOKA is permanent up to date gehouden op internet. (Niet vermeld in de bibliografie!)

Na een één-tweetje met raadslid Filip Santy heeft schepen Lybeer al in de gemeenteraad van november 2003 de noodzaak van een studieopdracht voorgesteld. Hij wist toen zeker al dat HIVA hiervoor zou instaan.

Wie in opdracht een studie maakt moet altijd tonen dat hij zijn geld waard is. Iets uitvinden. Nieuw woordje zoeken. Anders catalogiseren. Een klaverbladmodel voorstellen. Een matrix.

Auteur Ingrid Vanhoren heeft gemeend er goed aan te doen om vier “werkvormen” te ontdekken in de sociale economie. Gebaseerd op de wijze van subsidiëring !
1. Degressieve subsidiëring: invoegbedrijven en -afdelingen.
2. Permanente subsidiëring: beschutte en sociale werkplaatsen, arbeidszorg. (Ingrid vindt dat er géén beschutte werkplaatsen zijn in Kortrijk.)
3. Tijdelijke subsidiëring: initiatieven en projecten inzake begeleiding, opleiding, werkervaring voor kansengroepen.

Natuurlijk is deze indeling niet sluitend.
Ingrid heeft er dan maar een vierde werkvorm (buiten het crtiterium van subsidiëring) tegenaan gegooid: de nieuwe diensteneconomie.
En heel raar is dat de HIVA-studie 29 sociale economie-projecten inventariseert, maar Kanaal 127 en de Werkwinkel daar even buiten laat.

In de inleiding haast de auteur zich om te melden dat het doel van de opdracht in de eerste plaats was om het veld van de sociale economie in kaart te brengen, zonder het beleid van Stad te evalueren.
Dus krijgen we – zoals hier al meermaals uitgelegd – nog altijd geen nauwgezette berekening van de kost van één jobcreatie in de sociale economie.

We krijgen wel enigzins een indicatie.
Maar is die wel betrouwbaar?
Volgens Ingrid zorgen sociale economie-initiatieven voor een tewerkstelling van 449,5 doelgroepwerknemers en 96,5 omkaderingspersoneel in voltijdse equivalenten. Gegevens uit 2004-2005.
Volgens schepen Lybeer konden we in maart 2006 evenwel onze 1000ste werknemer vieren in het socio-economiewerkveld.
Waarom zegt Ingrid dat dan niet? Haar studie is in juni 2006 verschenen.
Het is zeer eigen aan de zachte sector: men kan daar gewoon niet tellen.

P.S.
Ook raar.
Op de website van HIVA is er sprake van nog een studie over “regiemodellen werkgelegenheid en sociale economie in Kortrijk”. Opdracht van februari 2006. Einde van de studie was voorzien in mei 2006. Onderzoekers: Gert Van den Broeck én Ingrid !

(Wordt vervolgd, wel op een andere bladzijde.)