De mémoires van Emmanuel de Bethune (3): zijn stadsfinanciën

(Dit stuk is op 1 november wat aangevuld.)

Een lacune in het boek waar we niet echt van opkijken is dat Manu geen woord wijdt aan “sociale economie”, iets waar tijdens deze legislatuur veel aandacht én geld is naartoe gegaan. Ik geloof zelfs dat de term niet eens voorkomt in zijn verhaal.
Over het OCMW heeft Manu het ook nauwelijks. Wel weer een kleine sneer (naar Frans Destoop?): in de periode 1991-2004 stegen de stadstoelagen met 298,22 procent. Nou jij. Voor één keer dat Manu een procent laat berekenen.

Een lacune die niet uit te leggen valt (of toch?) is dat hij het ook nergens heeft over ontwikkelingssamenwerking en de mogelijke taken voor een stad in deze. Manu is zes jaar in Congo geweest, en heeft op zijn tocht naar ginder met Greta tropenlanden gezien! Kwam in contact met (opkomende) Congolese politici. Met Dag Hammerskjöld, over wiens dood hij een puur vliegtechnische uitleg geeft.
Manu heeft in zijn jeugdjaren ook wel wat afgereisd. Het zou kunnen dat hij ontwikkelingshulp of samenwerking totaal niet beschouwt als een kerntaak voor een gemeente. Op bepaalde gebieden is Manu nogal nuchter hoor.

Maar dan.
Dit is nu een keer absoluut niet uit te leggen.

Manu wijdt in hoofdstuk X welgeteld drie bladzijden aan de stadsfinanciën, met een uiterst flauw grafiekje erbij.
Hoofdstuk X begint zo: “In een werk zoals dit is een lange en wetenschappelijke uiteenzetting over stadsfinanciën niet op zijn plaats.”
Dit valt in genendele uit te leggen als men weet dat Manu ooit een thesis heeft gewijd aan gemeentefinanciën en onder minister Gilson een nieuwe regeling voor het gemeentefonds heeft op touw gezet. Kon toen ook helpen om vier grote steden in België financieel te saneren. Onder premier Vanden Boeynants moest hij uitgaven van bepaalde staatsdiensten in de gaten houden. (Dat is hem niet in dank afgenomen, daar in Brussel. Is Manu moeten vluchten?)

In een tweede druk van de mémoires kan hoofdstuk X totaal herwerkt en aangevuld.
Laat ons hem daarbij wat helpen.

Maar eerst nog even iets heel revelerend uit de mémoires.
Manu erkent zonder blikken of blozen dat hij als burgemeester van Marke de gemeentekas aldaar heeft leeggeplunderd. Met opzet. En dit in het kader van de nakende fusie met Groot-Kortrijk. Hij wou absoluut met een lege beurs (zelfs schulden) naar Kortrijk trekken, liever dan met een overschot de Kortrijkse stadskas te spijzen!
Ongelooflijk. Dat is heel cool.
—-
Ik zei toch al dat u het boek moet lezen! (Over die fusie van Groot-Kortrijk vertelt Manu alweer enkele rauwe waarheden, maar niet alles: Bekaert (Zwevegem) wou in genendele tot Groot-Kortrijk behoren, tenzij men kon garanderen dat Groot-Kortrijk niet ten eeuwigen dage onder een ACW-bestuur zou gebukt gaan.
Zo is dat! Wou mijnheer Antoine misschien zelf burgemeester worden? Manu moet een keer zijn echte mémoires schrijven.
—-

FISCALE INHAALBEWEGING

Manu werd in 1995 voor de tweede keer burgemeester van Groot-Kortrijk, en nu wel voor een volledige legislatuur.
Ik kon nog net de hand leggen op zijn eerste begrotingspeech voor het jaar 1995. Onvoorstelbaar hooggestemd. Alsof hij een speech houdt voor de Verenigde Naties. Niet samen te vatten. (Die begroting werd trouwens pas in maart 1995 voorgelegd! En het eerste beleidsplan kwam er pas in 1996.)

Maar wat vergat hij daarin toen (en nu) te zeggen?
Dat de belastingontvangsten in een klap met miljoenen – BEF toen nog – zouden stijgen. De ontvangsten uit de aanvullende personenbelasting (APB) stegen met 7 miljoen BEF. Die van de opcentiemen op onroerende voorheffing (OV) met 66 miljoen BEF.
Wat was er gebeurd?
Tariefverhoging. Aanslagvoet APB van 6 naar 6,5 procent. Die van OV van 1.400 naar 1.550 opcentiemen.
Kortom een globale belastingverhoging van niet minder dan 200 miljoen BEF.
Want er werd bijv. ook nog een nieuwe belasting ingevoerd: op huisvuil. Opbrengst: plus 64 miljoen, BEF.
De toenmalige schepen van Financiën (Hilde) sprak van “een fiscale inhaalbeweging”.
Kortom: in 1995 betaalden we per kop (baby’s inbegrepen) 17.748 franken aan belastingen, en bij het verscheiden van de burgemeester in 2000 elk 21.590 Belgische frank.

Manu rept er niet over.
Integendeel. Ergens verklapt hij dat er dankbaar kon gebruik gemaakt van een “spaarpotje” , nagelaten door de vorige legislatuur. Terwijl hij nog ergens anders laat weten dat Kortrijk (zonder zijn naam te noemen: het gaat om burgemeester Tone) al die vorige jaren veel te weinig had gerealiseerd inzake investeringen. En ’t is nog waar ook. Maar waarom? Antoon Sansen beheerde Stad als een gezin. Er moest gespaard worden, vooral met het vooruitzicht van de heraanleg van de Grote Markt.

In 1995 steeg de schuldenlast ten andere ook met 7 procent tegenover het vorige jaar.
Onder het Manu-bewind is die last ook wel eens gestagneerd of gedaald (1997). Door een gunstige rente, maar vooral door aflossingen die werden mogelijk gemaakt door de beursgang van Dexia.
Die zgn. Dexia-operatie bracht ons meer dan 300 miljoen op, in BEF.
Pfv. Manu legt dat allemaal niet uit, in zijn hoofstuk X.
Het is toch wel een veelzeggende titel: hoofdstuk X.

Intussen stegen de schulduitgaven tijdens de legislatuur van Manu van ca. 600 miljoen naar ca. 645 miljoen (BEF). Een advies van de begrotingscommissie wou dat er absoluut minder zou geleend worden.
Eigenlijk lag het bestuur in coma tot aan het fameuze dagenlange conclaaf op de Kemmelberg van maart 1997. Manu wijdt er slechts vier regeltjes aan. Daar zijn de grote plannen op tafel gelegd inzake stadskernvernieuwing.
Vandaar de fors stijgende nieuwe investeringen. In 1995 ging het nog om 36 miljoen frank. In 1997 plots 563 miljoen. En in het verkiezingsjaar van 2000 werd een recordhoogte bereikt: 976 miljoen.

Het moet gezegd: Manu heeft wat uitgericht in het centrum.
Heraanleg van de Grote Markt. Leiestraat. Manu wou eigenlijk geheel de noord-zuidas vernieuwen, maar verder dan de nieuwe tunnel van de Doorniksewijk is men niet geraakt.
Andere gerealiseerde projecten: de begraafplaats op Hoog-Kortrijk, de dorpspleinen van Bissegem en Bellegem, de aankoop van het KBC-gebouw.
Over die aankoop van het bankgebouw in de Leiestraat (voor het nieuwe stadhuis, dat oorspronkelijk ergens aan de Houtmarkt voorzien was) vertelt Manu te weinig. Hij beweerde toen dat het gebouw praktisch instapklaar was en de inrichting ervan heel weinig geld zou kosten. Het leek erop alsof stadsdiensten dat zelf met eigen werkmensen zouden kunnen regelen.

De ondergrondse parking en bovenaanleg van de Veemarkt.
Manu was eigenlijk niet echt voorstander van die ondergrondse parking. Raadslid De Coene toen overigens ook niet.
Nu vertelt Manu dat hij last had van “negatieve ervaringen” met de parking onder het Schouwwburgplein, maar ik herinner me nog zeer goed dat hij op een bewonersvergadering in de Zonnewijzer zei dat die parking onder de Veemarkt er nooit zou komen wegens “technisch onuitvoerbaar”.

Ook nog de laatste begrotingspeech van de burgemeester gevonden. Die voor 2000. Er komt geen enkel cijfer in voor.
Alweer een toespraak die men eerder zou verwachten in de grote zaal van de Verenigde Naties.
Hij heeft het over de communicatiemaatschappij, vrije tijd en recreatie, de kenniseconomie en het mobiliteitsvraagstuk.
Het moest ook gedaan zijn met een mentaliteit van kneuterigheid. En hierbij volgde een lofzang op…Flanders Language Valley in Ieper.

Een volgende keer proberen we nog om de politieke ideologie van baron de Bethune te ontraadselen. En dan houden we ermee op. Anders leest u het boek zelf niet meer, en dat zou jammer zijn.