Er is hier sinds 2002 een adviserend marktcomité. Ongeveer achttien verkozen leden. die een viertal keer per jaar samen komen. In dit comité zetelt ook een vertegenwoordiger van de allochtonen.
Voor de plaatsing van de kramen is er een basisplan opgemaakt waarbij gewaakt wordt op een goede mix van producten. Marktkramers met de hoogste anciënniteit krijgen de eerste kans om een plaats uit te kiezen. (Piet vermoedt enig favoritisme.)
Wie “op risico” komt wordt door de plaatsingsmeester een plaats toegekend naargelang de beschikbaarheid. Het gaat meestal om allochtone marktkramers. (Ook hier vermoedt Piet dat ze bewust naar uithoeken worden verdreven.)
Het basisstandgeld bedraagt 75 euro per lopende meter (voorzijde!) en per jaar.
De zgn.”risico’s” betalen 12 euro per marktdag en per meter. Maar ze krijgen maximaal zes meter.
Het elektriciteitsverbruik is in het standgeld inbegrepen.
Het standgeld is al sinds 1990 vastgelegd en in al die jaren niet verhoogd.
Groot afval (paletten, bakken) moet door de marktkramer meegenomen.
Dolomiet als vloerbedekking vindt het stadsbestuur ook geen ideale oplossing maar toch “aanvaardbaar”.
Niettegenstaande allerlei promotiecampagnes (Eddy Wally!) stelt men vast dat er een vermindering is van aanbod en interesse.
De 13de vraag van Piet Missiaen luidt als volgt: “Worden de behoeften van de marktbezoeker onderzocht en indien wel, wordt er op ingespeeld?”
Het antwoord van de schepen van markten (Jan de Bethune) : “Hier geldt de regel van vraag en aanbod zoals bij elke economische activiteit.”
Groot risico dat u dit antwoord niet begrijpt.