Minderhedenbeleid: de knelpunten (1)

Een 30-tal Vlaamse gemeenten voeren daadwerkelijk en planmatig een lokaal minderhedenbeleid.
Daarmee wil men de sociale samenhang verbeteren, allerhande diensten en voorzieningen “interculturaliseren”, de inspraak van elke burger verhogen, alsmede een maatschappelijk draagvlak bevorderen ten aanzien van de diversiteit in onze stadssamenleving.In de praktijk spitst dit beleid zich toe op de behoeften van etnisch-culturele minderheden. De ECM.
Elke Vlaming weet dat dit diversiteitsbeleid hard nodig is. We komen namelijk allemaal van over de Rijn. Die Germaanse volksverhuizingen (eufemisme voor: invallen) staan in ons collectief geheugen geprent. Het geweld dat daarmee gepaard ging! Geen sprake van handtasdiefstallen. Wel moord en doodslag, regelrechte veldslagen. En hoe die Romeinen ons behandelden! Schande. Niets geen sprake van inburgeringscursussen en asielprocedures! Niet de minste positieve discriminatie, tenzij om zelf romeins soldaat te worden of slaaf/slavin.
En die Caesar vond ons al vroeger wel de dappersten onder de Galliërs, maar dat was een overdrijving om zelf glorieus over te komen bij zijn achterban. Personal branding van een politieker bij de senaatsverkiezingen in Rome.

Gemeenten die een lokale integratiedienst willen gesubsidieerd zien dienen om de zoveel jaar een minderhedenbeleidsplan voor te leggen. Het zou niet mogen maar die overheidsgelden gaan hier in Kortrijk bijna uitsluitend naar personeelskosten en niet naar mogelijke acties voor de doelgroepen. We komen daarop terug. Want dat is toch wel het voornaamste “knelpunt”.

In de gemeenteraad van 3 juli komt dus het derde Kortrijks minderhedenbeleidsplan ter sprake. Voor de jaren 2007-2009. 55 bladzijden. (De bijlagen ontbreken weeral.)
Het eerste plan sloeg op de periode 2001-2003, maar dat was eerder een stuk typische welzijnsliteratuur. Het tweede (2004-2006) bleef al minder verstoken van het geijkte gezwam van welzijnswerkers, maar was eerder een rapport. Een “status questionis” zonder enig actieplan.

Het derde plan dat nu voorligt is alleszins op dit gebied een verbetering: per hoofstuk is er een zogenaamde knelpuntenanalyse.

We geven hier de voornaamste “knelpunten” van ons stedelijk minderhedenbeleid weer, zoals de diensten van Stad en betrokkenen dat zelf ervaren. Een constructief overzicht!

NIEUWKOMERS
Vorig jaar waren er hier 533 nieuwkomers. (De term is niet goed gedefinieerd, het cijfer slaat op aantallen in het vreemdelingen- en wachtregister, en niet op Belgische “verhuizers”.)
Het grote knelpunt is hier eerder van interne aard. Er is een beperkte (zeg maar: geen) informatiedoorstroming tussen de integratiedienst, het onthaalbureau en de dienst vreemdelingen. (Overigens is de integratiedienst lange tijd onbemand gebleven. De een na de andere ambtenaar nam of kreeg ontslag. De interculturele bemiddelaar is helemaal afgeschaft.)
Verder is niet geweten of de inspanningen naar een beter onthaalbeleid ook tot grotere tevredenheid leidt bij de nieuwkomers.
En er is weinig zicht op het aantal vluchtelingen/ mensen zonder papieren. (In het vorige beleidsplan dacht men aan ca. 300 personen.)
Inzake inburgering is er binnen de diensten alweer te weinig contact.
Wist u dat er hier sinds vorige zomer een “Huis van het Nederlands” is? Probeer daar eens op de zoekmachine van de website van Stad informatie over te vinden. Die blijft maar zoeken, eindeloos.
In 2005 hebben er zich 419 personen aangeboden bij het onthaalbureau. 56 kregen een inburgeringsattest en voor 181 is dit nog lopende.

LEREN
Er staan in dit hoofstuk van het beleidsplan enkele interessante cijfergegevens. In het basisonderwijs (34 scholen!) heeft 5,5 procent van de leerlingenpopulatie een vreemde nationaliteit. 89 procent daarvan is niet-EU burger.
In het secundair onderwijs gaat het om resp. om 2,9 en 86 procent.
Voor het hoger onderwijs zijn geen cijfergegevens ter beschikking!
Dat is dus meteen een knelpunt.
Er is ook volwassenonderwijs.
Er waren in het “Huis van het Nederlands” in het tweede semester van vorig jaar 379 aanmeldingen en die worden dan doorverwezen naar het Centrum Basiseducatie en het Centrum voor Volwassenonderwijs van het HITEK. Daar krijgen ze dan NT2, dat wil zeggen Nederlands Tweede Taal. In het Centrum Basiseducatie is er een enorme wachtlijst van 152 personen.
Allochtone ouders kunnen deelnemen aan het GOK-project. Info hierover is niet te vinden. En alweer zijn geen gegevens beschikbaar over het aantal cursisten in alle geledingen van het volwassenonderwijs. Hoe is dat in godsnaam mogelijk? Alleen dit euvel zou voor een minister (Marino Keulen) kunnen een reden zijn om alle subsidies te schrappen.
Opmerkelijk is dat het beleidsplan niets vermeldt over de gang van zaken bij het schoolopbouwwerk. Bestaat dit wel?

WERK
In april van dit jaar waren er 582 werkzoekenden met etniciteit niet-EU.
Een niet vermeld knelpunt hierbij is dat er 14 “actoren” op dit terrein werkzaam zijn. Kan het geen operationele doelstelling zijn om hier een keer het aantal personeelsleden op te tellen?
Zéér opmerkelijk is dat er in de Kortrijkse publieke sector (Stad, politie, OCMW) helemaal niemand uit de Etnisch-Culturele Minderheden (ECM) is tewerk gesteld bij het kaderpersoneel of in frontdesk functies. Kortrijk is hiermee een unieke uitzondering in Vlaanderen.
In 2004 waren er nochtans binnen Stad 138 sollicitanten van allochtone afkomst.
Cijfers voor 2005 zijn nog niet beschikbaar! Wat doet die integratiedienst en personeelsdienst eigenlijk?
Het zou (nogmaals!) interessant zijn als zo’n minderhedenbeleidsplan ook eens vermeldt hoeveel ECM-mensen werkzaam zijn in de diensten en instellingen zelf die zich onledig houden met minderhedenbeleid en/of welzijnswerk.
Kortrijk doet het wel goed inzake het creëren van banen in de sociale economie.
44,5 FTE van allochtone afkomst. Er wordt daar overigens onvoorstelbaar veel geld tegenaan gegooid en nog nooit zag ik een rapport met de berekening van de kostprijs per gecreëerde job.
Nog een detail. In de opsomming van de actoren inzake “werk” vergeet het beleidsdocument Kanaal 127! Daarentegen is wel sprake van de vzw Buurt- en Nabijheidsdiensten waarvan niemand weet wat die doet.

SOCIAAL LEVEN EN PARTICIPATIE
Ontmoeting en het stimuleren van wederzijds begrip is één van de prioriteiten van het minderhedenbeleidsplan.
En hiertoe zijn er veel gelegenheden. Op gebied van levensbeschouwing is er sprake van méér dan één zuil of sekte. Er is een boedhistische gemeenschap, een hindoetempel, twee moskeeën, een orthodoxe kerk, drie evangelische kerkgemeenschappen. Diverse kleine gemeenschappen: de Sikhs, 7-dagen adventisten, Pinksterbeweging, Krishna’s, Scientologie, Afrikaanse gebedsgroepen.
Het huidige beleidsdocument vergeet een opsomming van de zgn. “zelforganisaties”. Afrika Lisanga, Sindbad, Makasi, Sanza na Movi, Bahia de Todos os ritmos, Itran, Bantamba. Het Wereldharmonium van de Russen. En nog vele naderen. 18?
Bij de strategische doelstellingen is enkel de Unie der Moskeeën aangeduid als gesprekspartner. Waarom geen missienaaikringen? Zij hebben voeling met Vlamingen over heel de wereld, subsidiair de wereldbeschavingen.
Al sinds de Germaanse volksverhuizingen is er geen sprake meer van een lelieblank Vlaanderen. Sommigen van ons zijn in de vijfde eeuw tot in Afrika geweest en dan teruggekeerd.
Het beleidsplan signaleert slecht één belangrijk knelpunt. Er zou nood zijn aan een interculturele ontmoetingsruimte… Daar hebben we nu waarlijk een keer géén nood aan, in het kader van “inclusieve” samenlevingsopbouw. Er zijn hier al genoeg O.C’s.
En er is al een “integratieplatform” waar individuen van diverse afkomst elkaar ontmoeten.
De vraag naar een “interculturele ontmoetingsruimte” strookt niet helemaal met de roep naar een “inclusief beleid” waarbij het juist niet de bedoeling is om aparte werkingen of diensten aan te bieden.
Als knelpunt inzake verenigingsleven zegt het minderhedenbeleidsplan dat de toelagen ondoorzichtig zijn en geen hefboom tot samenwerking. (Die toelagen worden niet afzonderlijk vermeld.)

JEUGD
Wist u dat deze bevolkingscategorie ook een plaats vindt in het minderhedenbeleid?
Nu ja, er zijn hier (begin dit jaar) 2.842 jongeren (beneden de 25 jaar) bij de niet-Belgen en genaturaliseerde Belgen. 235 daarvan van Marokkaanse nationaliteit, 126 Fransen (?), 112 “Russen”. Hoeveel zwarten?
In Kortrijk telt men 109 erkende jeugdwerkinitiatieven, waaronder vier met een specifieke werking naar EMC. “SOFIA” richt zich tot de meisjes. En JEKOMA tot kwetsbare jongeren. Kwetsbaar!
Als knelpunt wordt gewezen op de precaire huisvesting van Bledi (voor Mahrebijnse jongeren). Persoonlijk heb ik ooit een keer midden in de nacht nog een knelpunt ervaren: die jongeren zijn minder kwetsbaar dan gedacht.

SPORT EN CULTUUR
Inzake sport kent Kortrijk traditioneel een zeer uitgebreid aanbod en telt niet minder dan 118 erkende sportverenigingen.
Nochtans meent het beleidsplan dat er nog veel knelpunten zijn op te lossen voor zelforganisaties om sport te beoefenen. ECM vinden niet goed hun weg in het reguliere aanbod.
Inzake de deelname van ECM aan cultuuraanbod zijn weeral geen cijfers bekend.
Dat bewijst opnieuw dat vorige beleidsplannen niet werden geëvalueerd.

VOORZIENINGEN
Bij Stad is er een D-team. Dat staat voor Diversiteit, Densiteit, Democratie, Duurzaamheid.
Daarnaast is een Integratieteam. Dat bestaat uit de onderwijsopbouwwerker, de medewerkers voor allochtone jongeren, een halftijdse medewerker voor integratieprojecten, en een integratieambtenaar.
Er is ook een preventieteam.
En een heel veld aan zorgverstrekkers. U moet eens op internet de “sociale kaart” bekijken voor Kortrijk. Honderden organisaties. (Wanneer wordt de studie van HIVA over dit oerwoud aan instellingen voor iedereen publiek gemaakt?)
Tussen al die diensten en instellingen kan “de afstemming” nog vergroot worden.
Een betere analyse zou zijn dat er gewoon een aantal kunnen opgedoekt worden. Dat de territoriumstrijd wordt opgeheven.
Er is ooit een onderzoek geweest naar de toegankelijkheid van de instellingen voor allochtonen. Maar vanwege een “personeelswissel” (ontslagen zeker?) bleven de aanbevelingen dode letter.

WONEN
Ook hier is er weer een tekort aan gegevens. Zelfs vanwege de sociale huisvestingsmaatschappijen.
Bij de strategische doelstellingen is er sprake van een degelijk doortrekkersterrein voor woonwagenbewoners. Evaluatie in 2007, dat is na de gemeenteraadsverkiezingen.
Heule-Watermolen kan nog even herademen.

BEELDVORMING EN COMMUNICATIE
Knelpunt hier is dat de directie Burger en Welzijn zeer veel informatie heeft (ja?) maar niet systematisch verspreid. De werking van de integratiedienst is niet altijd gekend bij de diverse doelgroepen.

INSTRUMENTEN
Dit hoofdstuk handelt ondermeer over de financiën voor het minderhedenbeleid.
Nogal rudimentair.
We behandelen dit punt in een ander nummer van deze weblog.