De stemmenkanonnen (4) bij de liberalen

Onder impuls van federaal VLD-volksvertegenwoordiger Pierre Lano (was ooit CVP-burgemeester in Harelbeke) is de VLD in 2000 een kartel gaan vormen met de toenmalige Volksunie en ID21.In oorsprong wou men een kartel maken met de SP maar dat is ondermeer tamelijk op het nippertje gestrand op de lijstsamenstelling, persoonlijke gevoeligheden, tegenstrijdige afspraken, afspraken buiten de onderhandelingen ook, taktische onzekerheden over de uitslag, en ja: ook wat programmatorische kwesties, waar men nog omheen surfte.
(Dat er een bestuursakkoord tussen CVP en SP was wordt pertinent ontkend. Dat is formeel bekeken wellicht het geval. Maar in de gemeenteraad viel op dat de SP in het jaar van de verkiezingen geen echt virulente oppositie meer voerde. Het is ook mogelijk dat er op hoger niveau een en ander ter sprake kwam.)Het liberale kartel behaalde niet minder dan 20,8 procent van de stemmen en 9 zetels. Uit de aard der zaak werden er toen buitengewoon veel naamstemmen uitgebracht op de lijst: 22.569.

Mede vanwege het succes van het kartel behaalde de CVP in de stembusslag een kleiner procent (min 3,4 en min 3 zetels) dan gewoonlijk en moest het stellen met slechts één zetel op overschot in de Raad. Voor het eerst in de geschiedenis zag de CVP zich gedwongen om een coalitie aan te gaan, en om redenen die nog altijd niet helemaal zijn opgehelderd koos Stefaan De Clerck (absoluut reddende engel van zijn partij in onze stad) voor de SP.

Op de kartellijst stonden naast de “echte blauwen” zeven mensen van de VU. Ondermeer Godelieve Vanhoutte (2de plaats)en Hilda Douchy-Comeyne. Bij de drie kandidaten van ID21 was de beroemdste natuurlijk huidig staatssecretaris Vincent Van Quickenborne.
Twee volstrekte nieuwelingen in de politiek kwamen eerder uit de christen-democratische middengroepen: Antoon Descamps en Dirk Bossuyt.

De stemmenkanonnen van 2000 in volgorde (met alweer zo mogelijk het aantal naamstemmen bij vorige verkiezingen van 1994 en voor twee kandidaten dan ook die 1988).

1. Pierre Lano (lijsttrekker): 3.709 (-) (-)
2. Hans Masselis (traditioneel op de 7de plaats): 1.158 (1.018) (-)
3. Vincent Van Quickenborne (voorlaatste plaats): 1.122 (-) (-)
4. Antoon Descamps: 1.052 (-) (-)
5. Marie-Claire Vandenbulcke: 994 (731) (611)
6. Godelieve Vanhoutte (tweede plaats op de lijst!): 981 (-) (-)
7. Moniek Gheysens: 832 (762) (-)
8. Jan Kempinaire (lijstduwer): ook 832 (970) (943)
9. Dirk Bossuyt: 799 (-) (-)

Een goede score ging ook naar Georges Penneman de Bosscheyde en Vincent Salembier. Zij werden OCMW-raadslid.
Bekende VU’er Hilda Douchy kreeg 774 naamstemmen maar werd nipt niet verkozen.

Bij de liberale “oudgedienden” zijn Hans Masselis (van het studentencafé den Chips), Marie-Claire Vandenbulcke (wiens vader Leon actief was bij de CVP en een keer geen schepen mocht worden, en toen een geheim verbond wilde maken met de socialisten) en Jan Kempinaire (zoon van gewezen staatssecretaris André) de traditionele stemmentrekkers.
Jan Kempinaire wenst niet nu meer te kandideren bij de eerstkomende raadsverkiezingen.
Pierre Lano ook niet.

In vroeger eeuwen waren de koplopers bij de liberalen nog Jacques Laverge (was ondermeer ook senator) en Ivan Sabbe. Sabbe (die er wel wat van kon) heeft de politiek verlaten wegens teveel beroepswerk. (Dit strekte hem tot eer. Weinige politiekers zien in dat je geen twee dingen goed kunt doen.)
Toen Jacques Laverge ooit moest afhaken om gezondheidsredenen werd hij in de bestuursperiode 1995-2000 opgevolgd door huidig VLD-voorzitter Wout Maddens. Maddens haalde in 1994 als nieuwkomer in de stad en als opvolger op de lijst toch verrassend veel stemmen. Volkunie-verleden in de westhoek en bekende familie alhier?

Het kartel van 2000 heeft de liberalen geen windeieren gelegd. Men sprong van 6 naar 9 zetels. In procent van 15,12 (1994) naar meer dan 20 procent.
(Werden alle stemmen van de VU wel aangetrokken? In 1994 haalde die partij 4,56 procent. Maar het Vlaams Blok sprong van 6,3 naar 9,58 procent.)

Ter info. In 1976 (het jaar van de fusie van Groot-Kortrijk, met meer zetels te begeven) veroverde de PVV vier zetels (12,27 procent).
Met de oprichting van de vernieuwde VLD ging de partij in 1994 naar 6 zetels.
Maar de liberalen zijn er nooit in geslaagd om de hegemonie van de CVP te breken.
Hoe braaf (met uitzondering van de onvergetelijke Walter Weydts) zij zich ook gedroegen in de gemeenteraad of daarbuiten. Hoe Laverge ook probeerde in de gunst te komen van de christen-democratische middenstand.

In 1988 was er even een kans toen het ernaar uitzag dat de “verenigde oppositie” zich zou presenteren aan de kiezer. Maar uiteindelijk wou de puriteinse nationale leiding van toen dat Agalev met een aparte lijst zou opkomen. Juul Debaere was niet echt gelukkig.

Het kartel van 2000 is nu wel helemaal uiteengevallen. Of beter gezegd: opgelost in de mist.
VU en ID21 bestaan niet meer. VU-ID-kiezers zijn uitgezwermd naar N-VA of Spirit of het Vlaams Blok.
Bij de verscheurende strijd binnen haar partij werd VU-raadslid Godelieve Vanhoutte algauw enigszins radeloos “onafhankelijk” en toen de CD&V op nationaal vlak een kartel sloot met de N-VA (het Sint-Valentijnsakkoord) zocht zij dan maar haar heil definitief bij toekomstig minister Geert Bourgeois.
In juni 2002 bekeerde Vincent Van Quickenborne zich eindelijk officieel tot de VLD.

Alias Quickie wordt nu de nieuwe lijsttrekker.
Bekende nieuwe gezichten voor oktober worden Kaat Ballegeer-Bogaert en Koen Byttebier.