De komedie wordt dan helemaal ten top gedreven door de ontwerplijst ter goedkeuring voor te leggen aan het politieke bestuur van de afdeling, of zelfs aan de partijleden (de “poll”). Die “polls” zijn werkelijk een lachertje. Er bestaan daarover in Kortrijk hilarische verhalen. Oude vrouwtjes worden met rolstoel aangebracht. Voorgeschreven lijstje zichtbaar in de schoot. Kandidaten kijken over de schouder mee. Telefoons rinkelen onophoudelijk.
Bij het samenstellen van de volgorde van de kandidaten gaat het er vooral hard aan toe bij de aanwijzing van de kandidaten voor de eerste drie plaatsen, de lijstduwer, de eerste opvolger. Soms heeft men af te rekenen met kandidaten die mordicus bijv. op een zevende plaats willen staan, want dat is een magisch getal. Of de jongeren van de partij willen ergens gegroepeerd staan midden op de lijst.
Nu het gewicht van de lijststem van geen tel meer is (de pot is afgeschaft, tenzij voor de verkiezing van de opvolgers waar die pot nog voor de helft meetelt) zou men kunnen denken dat de volgorde er niet meer toe doet.
Maar kiezers kijken vaak niet veel verder dan hun neus lang is en zijn geneigd om bij het rood kleuren van de bolletjes ergens te blijven steken bij de eerste helft van de lijst. Zo’n rijtje van 41 kandidaten aflopen is een heel karwei.
Ook is het voor een kandidaat psychologisch belangrijk om een prominente plaats te mogen bekleden. Dat brengt onvoorstelbaar veel genoegdoening mee. Politici streven naar nestwarmte, naar geluk.
Bij de samenstelling van de lijst wordt in grote mate en met argusogen gekeken naar wat de kandidaten eventueel bij vroegere verkiezingen aan stemmen achter hun naam konden vergaren. Wie waren de stemmentrekkers?
Nu vrouwen evenveel plaatsen op de lijst krijgen als mannen schept dit toch wel een beetje een probleem. Veel van die vrouwelijke kandidaten die men dient bijeen te scharrelen hebben nog nooit deelgenomen aan vorige verkiezingen. Zijn zelfs nog nooit ergens politiek actief geweest.
Hun electorale waarde is dus moeilijk in te schatten. Maar een hulpmiddel is even nagaan of die vrouwelijke kandidaten wellicht een bekende vader of broer hebben. Die wellicht al een keer deelnamen aan verkiezingen of raadslid waren. Dan maken zij al wat meer kans. Als ze getrouwd zijn schept dit wel weer een probleem. Is vader of broer bekend dan gebruiken ze wel hun meisjesnaam. Indien niet dan de naam van hun bekende man.
(Een wetsvoorstel om op de lijst verplicht de meisjesnaam te gebruiken is jaren geleden in het parlement een roemloze dood gestorven. Stiekem onder tafel geveegd, ook door geëmancipeerde vrouwelijke leden van de Senaat. We komen daar nog wel eens op terug.)
Nu, om de comités of werkgroepen bij het ontwerpen van de lijst wat te helpen geven we hierna alvast eerst even de TOP TIEN van de voorkeurstemmen bij de vorige Kortrijkse gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2000.
De stemmentrekkers.
Tussen haakjes het aantal naamstemmen dat de kandidaten in voorkomend geval hebben behaald bij de verkiezingen van 1994.
Ziehier.
1. Stefaan De Clerck: 15.262 (-)
2. Frans Destoop: 3.819 (2.979)
3. Philippe De Coene: 3.740 (814)
4. Pierre Lano: 3.709 (-)
5. Stefaan Bral: 2.992 (2.436)
6. Lieven Lybeer: 2.488 (1.850)
7. Hilde Demedts: 2.081 (3.167)
8. Carl Decaluwe: 1.892 (-)
9. Alain Cnudde: 1.784 (-)
10. Maria Danneels: 1.754 (1.879)
Allemaal CD&V’ers, uitgenomen Lano (VLD) en De Coene (S.P.)
Tenzij er nog ongelukken zouden gebeuren doen Frans Destoop en Pierre Lano zeker niet meer mee in oktober.
Van Maria Danneels weten we het niet zo goed. Er is bij de CD&V alhier een drastische verjongingskuur aan de gang. Zelfs Stefaan Bral zou nog een twijfelgeval zijn. Het gerucht loopt dat hij wegens teveel werk in zijn firma er wel eens aan denkt om zijn vrouw te laten kandideren. Wordt Antoon Sansen (1.438 naamstemmen) ook slachtoffer van het jeunisme? Men zegt van niet.
In hoeverre het wegvallen van bepaalde stemmenkanonnen een aderlating kan betekenen voor de desbetreffende lijst is koffiedik kijken.
De nieuwe feiten bij de komende verkiezingen (neutralisering van de lijststem, pariteit tussen de geslachten) maken enige mathematische conclusies onmogelijk.
Maar dat het verdwijnen van bepaalde coryfeeën geen deugd zal doen aan de betrokken partijen kan men toch redelijkerwijze wel aannemen.
Nog even de voorkeurstemmen van de lijsttrekkers op een rij, met tussen haakjes het totaal aan uitgebrachte naamstemmen op die lijst:
CVP: Stefaan De Clerck: 15.262 (op 65.005)
S.P.: Philippe De Coene: 3.740 (op 19.827)
VLD-VU-ID: Pierre Lano: 3.709 (op 22.569)
Vlaams Blok: Jan Vancoillie: 872 (op 7.658)
Agalev: Piet Missiaen (nu van Spirit): 326 (op 8.018)
In een volgend stuk overlopen we nog per lijst de electorale geschiedenis van een aantal kandidaten.
Mag ik er nog op wijzen dat er hier vroeger al een uitgebreide historiek verscheen van de gemeenteraadsverkiezingen te Kortrijk sinds WO II ?
Zie in het archief op 18, 21 en 25 april 2005.
P.S.
In Nederlandse partijen dienen potentiële kandidaten zich te onderwerpen aan een soort examen, een sollicitatieproef. Daarbij moeten ze blijk geven van enige interesse in de politiek. Een motivering geven voor hun kandidaatstelling. Enige kennis van zaken bewijzen over de dagelijkse politiek. Ooit heb ik het hier meegemaakt dat een verkozene nog wel niet wist dat een raadslid wel degelijk toegang heeft tot de zgn. “besloten” of “geheime” zitting van de Raad. (Daar wordt bijv. over benoemingen gestemd.)