Een toelichting bij de APB: op welk inkomen slaat die?

Op algemene aanvraag een respons op een vaak voorkomende vraag en het bijhorende misverstand.
In een stuk van27 november is hier toegelicht wat een aanvullende personenbelasting (APB) is en een (aanvullende) onroerende voorheffing (OV).

Zoals u weet heeft het stad de APB verlaagd van 8,5 naar 7,9 procent.
Dit is al goedgekeurd in de gemeenteraad van 13 december 2004 maar er is uitdrukkelijk bepaald dat het tarief slaat op het dienstjaar 2005.
Nu is een “dienstjaar” bij gemeentelijke belastingen hetzelfde als “het aanslagjaar”.
Met andere woorden: die nieuwe Kortrijkse aanvullende personenbelastingverlaging slaat op uw inkomen van 2004.

P.S.
De OV is nog altijd onveranderderlijk hoog gebleven: 1750 opcentiemen.

De nieuwe vzw Kortrijk 1302

Een beetje de tel kwijt maar dit moet geloof ik de 14de stedelijke vzw zijn die (zopas) is opgericht.
Au fond een goede zaak want hiermee zijn we eindelijk verlost van dat hopeloos oubollig Groeningecomité. Mogen we toch hopen, want die oude VOS’en zijn nog tot alles in staat.
Het zou me niet verbazen als ze volgend jaar 11 juli nog een ultieme keer met fakkels staan te vendelzwaaien op de Groeningekouter.

Het nieuwe bestuur van de vzw (10 leden) is naar best vermogen samengesteld.
Er zit een doctor-docent geschiedenis bij (Tom Verschaffel) en die zal dus wel weten dat die Guldensporenslag in feite ging om een courante en de zoveelste ruzie om geld en macht tussen een leenheer en een leenman in Europa. Had allemaal niks met Vlaams en Waals of Frans te maken.
Er is een handelaar bij en een manager van de horeca waarvan men kan verwachten dat ze elk van enig organisatorisch talent getuigen. Voorts nog een economist en een advocaat. Een journalist. De voorzitster van de gidsenkring. De directrice van Xpo Kortrijk. De regiomanager van Toerisme Leiestreek.

Het bestuur van de nieuwe vzw zal voornamelijk instaan voor het zakelijk beheer, de marketing en de promotie van het nieuwe Groeningemuseum (streekbezoekerscentrum) met zijn evocatie van de Guldensporenslag.

Dat bestuur (met de secretaresse als drijvende kracht?) zal het niet onder de markt hebben met het organiseren van allerhande activiteiten in het kader van Kortrijk 1302 en meer speciaal de organisatie van ondermeer de elfdaagse 11-juli-feesten.
Er zal bijstand nodig zijn, vooral op creatief vlak. Niet enkel samenwerken met Bruisende Stad, maar ook met de designmeesters bijvoorbeeld. (Waar zitten ze eigenlijk? En wat doen ze?) Met Buda-kunstencentrum. Met creatievelingen en kunstenaars. Met de onderwijsinrichtingen. Met andere steden.
Een maandelijkse vergadering van het bestuur zal niet volstaan.
Alle hens aan dek !

De opening van het nieuwe museum moet een waar festijn worden. Een prominente gebeurtenis.
(Laat ons een keer alle burgemeesters uit Vlaanderen uitnodigen. Ook die van de provincie Namen want bewoners van dit graafschap stonden ook pal aan de zijde van het Vlaamse heir. En de nazaten van de zgn. Franse ridders mogen er ook zijn. Kunnen we nog wat herinneringen ophalen. De Conventie van Genève. Over de lijkschennis die we hebben gepleegd. Gulden sporen rapen! Het doden van krijgsgevangenen. Gewoon met met een zelfgemaakte knuppel met roestige spijkers. En ridders van hun paard trekken. Mocht niet!)

En 11-juli zelf moet te Kortrijk met de jaren uitgroeien tot HET feest in Vlaanderen.
Dat kan lukken hoor, als we vanaf 2007 een geheel nieuwe schepen van cultuur hebben.
Laat ons bidden.

P.S.
En toch moet het mogelijk zijn om een geheel nieuwsoortige, eigentijdse “stoet” (zoek naar een ander woord) te bedenken.
Weliswaar met reminiscenties naar het verleden, maar ook naar het heden en toekomst.
Iets surrealistisch. Iets dat ons van de wijs brengt.
Willy Malysse! Lieven Neyrinck! Wim Delvoye! Help ons dat Vlaanderen vergeten!

Tussen “drive” en “overdrive” (2)

Zoals hier al gezegd zijn er ter stede in juni een soort externe revisoren op bezoek geweest om een keer na te gaan hoe het staat met de projecten die Kortrijk uitvoert in het kader van de miljoenen steun vanuit het Stedenfonds.

De visitatiecommissie bestond uit een hoogleraar bestuurskunde van de Tilburgse universiteit (Pieter Tops), de Hasseltse burgemeester (niet dienen Stief – is nu zelfbenoemd gouverneur) , de voorzitster van het Antwerpse OCMW, nog een ambtenaar uit de VISA-stad, iemand van Gent en de projectleider van het Vlaamse Stedenbeleid (Linda Boudry). Zij zijn hier komen praten met een aantal leden van het Schepencollege, een hele serie Kortrijkse ambtenaren, fractieleiders uit de gemeenteraad (geen Vlaams Blokker), zgn. “derden” (uit het OCMW, Leiedal, politie), en ook uiterst klein aantal brave geëngageerde burgers. Twee bewoners van de Lange Munte. Kortrijkwatcher was er niet bij. Kennen ze niet.
Het visitatie-rapport is pas in november opgemaakt en zal in de komende gemeenteraad van 9 januari 2006 worden besproken.

De ondertitel van het rapport is heel raak: “tussen drive en overdrive”.
En de inleiding maakt al onmiddellijk duidelijk wat daarmee is bedoeld.
We geven cursief een aantal (ingekorte) citaten.
Het stuk begint heel welwillend, met wat men in de retoriek een “captatio benevolentiae” noemt.

“De stad Kortrijk straalt een aanstekelijk zelfbewustzijn uit. De stad is in beweging en laat dit ook zien: “we voelen dat het beweegt” was een dominante ervaring uit de visitatie. (…) De stad is op een goede manier wakker geworden. (…) Er wordt nu op relatief korte tijd een grote achterstand ingehaald”, zo is ook het aanvoelen.”

Amaai zeg !
Een grote achterstand die moest ingehaald worden !
Kortrijkwatcher had dit nooit durven zeggen.

Nog uit de inleiding:
“Er wordt dus veel in gang gezet, maar kan de stad dit wel aan? “Gaan ze dat hier houden”, is een gevoel dat de commissie bekroop. Ambitie is noodzakelijk, enthousiasme is mooi, gedrevenheid is onmisbaar. Maar is er wel voldoende draagvlak en steun voor de veranderingstrajecten? Is er voldoende organisatiecapaciteit? Veel is in gang gezet, maar wordt het wel voldoende afgewerkt en opgevolgd? De visitatiecommissie heeft de indruk dat de organisatie het tempo van het bestuur niet altijd kan bijhouden. Afwerking en opvolging lijken aspecten te zijn die wat veronachtzaamd worden. De stad heeft wel een “drive”, maar er bestaat ook het gevaar van “overdrive”.

Dit soort opmerkingen en vragen beschouwt de commissie als “kanttekeningen” bij een op zich positieve ontwikkeling.
Wel, als Kortrijkwatcher zich nu al een jaar van dit soort “kanttekeningen” bedient wordt hij voor negativo uitgescholden.

Over het personeelsbeleid (de selectie) schrijven de bezoekers iets waar ik toch niet helemaal mee akkoord ga.
Men is vol lof over de “casting” van ambtenaren: het selecteren van die personen die precies over de kwaliteiten beschikken die passen bij het werk dat ze moeten doen, los van anciënniteit of
precieze vooropleiding.

Ik ben van oordeel dat hier de laatste jaren veel te veel aan (overigens peredure) vorming gedaan. In de zin van opleiding over zaken waarvan toch moet verondersteld worden dat het aangeworven personeel al op voorhand deze capaciteiten (skills) beheerst.
Wat hier vorming wordt genoemd is in veel gevallen puur aanleren van stielkennis. Basiskennis.

Men leert bijvoorbeeld brieven schrijven.
Omgaan met mensen. Beleidsdocumenten opstellen. De kunst van het werken met groepen. Rijopleidingen. Cursussen “algemene muziekcultuur”. Lokale economie. Tentoonstellingen organiseren. Gebruik van Exel. Een jeugddeskundige en een straathoekwerker zijn ooit vier dagen helemaal naar Barcelona getrokken voor lessen over “de beperkingen overtreffend”.
Enzovoort. (We komen hier wel eens op terug.)

In een vorig stuk zagen we wat de concrete projecten van het Stedenfonds zijn.
De visitatiecommissie is net als Kortrijkwatcher vol lof over het project Sint-Denijsestraat.
Maar ook net als bij Kortrijkwatcher baart het de commissie enige zorgen dat er een behoorlijke achterstand is in de realisering ervan. Meer zelfs: het zou kunnen dat “de
organisatorische en financiële capaciteit van de stad daarvoor te kort lijkt te schieten”.
Amaai zeg !

Over de buurtwerking en de gebiedswerking plaatst de commissie ook enige “kanttekeningen”. Soms ook “worstelingen” of “spanningen” genoemd.
In de aandachtswijken gaat teveel aandacht naar de “welzijnsachtige invalshoek”. En dus te weinig naar de fysieke – wonen bijvoorbeeld- , de sociale en repressieve aspecten.
Buurt- en opbouwwerkers vinden dat ze onvoldoende steun en gedragenheid krijgen van het stadsbestuur, zeker in vergelijking met de aandacht die besteed wordt aan de Sint-Denijsewijk.
Voorts vindt de commissie ook dat het concept “gebiedswerking” onvoldoende duidelijk is.

Over de uitbouw van het project klachtenbehandeling (het meldpunt) is de commissie dan weer vol lof. Men vergat te vermelden dat dit project bovenmatig veel geld kost. Ook is me dunkt niet voldoende onderzocht in hoeverre de klachtenbehandeling een concrete opvolging kent op het terrein. Klachten worden wel vliegensvlug genoteerd, maar worden ze wel altijd goed afgehandeld? En voorkomen?

De visitatiecommissie heeft zich nog even zijdelings gebogen over de grote stadsprojecten. Buda-eiland, stationsomgeving, Wijngaardstraat, enz.
Zij is van oordeel dat die projecten een stevige uitdaging vormen voor de stad, financieel en qua organisatorisch vermogen.
“De commissie is er nog niet helemaal van overtuigd dat de benodigde capaciteit voldoende aanwezig is binnen de stad. De dienst die bijvoorbeeld voor de ruimtelijke planning en ontwikkeling verantwoordelijk is maakt een nogal overvraagde indruk.” Dat is een serieus signaal voor schepen Frans Destoop.

Kortrijk is de eerste stad in Vlaanderen met een rastermanager.
De commissie probeert zijn taken te omschrijven. Want ze had het gevoel dat de perceptie van die taken binnen de stad nogal verschilt. En dat er een gevaar voor overbevraging en een teveel aan verwachtingen bestaat.

In een soort van slot bepleit de commissie een “VERANKERING VAN DE VERANDERING”
“Het devies voor de komende tijd is duidelijk: afmaken, realiseren, focussen, bezinnen.”
In dit verband citeert de commissie iemand uit het Schepencollege.
Zou het de burgemeester himself geweest zijn die dit zegt?
“Nu is het tijd voor wat rust. Nu zitten we wel nog volop in de realisatiefase voor de verkiezingen, daarna zullen we dan een moment van pauze en reflectie hebben.”

P.S.
Voor wie alles wil weten over het Stedenfonds (ook te Kortrijk) : zie www.thuisindestad.be .

Tussen “drive” en “overdrive” (1)

Een spannende titel!
Het is de waarlijk goed gekozen, symptomatische ondertitel bij een onlangs verschenen rapport van de zgn. visitatiecommissie die hier een keer in juni is komen kijken om te zien wat de stad zoal uitricht met de vele miljoenen die men krijgt vanuit het Stedenfonds.

Met een aantal andere regionale steden incasseert de stad van de Vlaamse Gemeenschap via dat Stedenfonds al sinds 2003 en op jaarbasis ongeveer 1,8 miljoen euro. En dit contract loopt nog tot eind 2007. Het aandeel wordt jaarlijks verhoogd met een evolutiepercentage. Zo verwachten we voor volgend jaar ca. 2,3 miljoen. Uteindelijk zal de stad voor de gehele periode 2003-2007 van hogerhand meer dan 10 miljoen euro hebben gekregen.

Wat doen we daar zoal mee?

1.
Proberen de leefbaarheid van de buurten en wijken te versterken.
Het meest opvallende project in dit verband is wellicht de vernieuwing van de omgeving Sint-Denijsestraat. Daarvoor is meer dan 3 miljoen gebudgetteerd. Oorspronkelijk dacht men nog aan een tweede wijk, maar daar is nu van af gezien. In plaats daarvan is er een nieuwe nog ietwat mistige ambtelijke functie gecreëerd, die van “rastermanager”.
2.
Men wil ook buurt- en opbouwwerk in de zgn. aandachtswijken organiseren.
Voor de Lange Munte, de Venning, Overleie, Veemarkt. Zowat 1,2 miljoen voor bijvoorbeeld speelaccomodatie, gevelrenovatie, een buurthuis, een composteringspaviljoen.
3.
Voor het detecteren , oplossen en zelfs voorkomen van klachten en problemen is er een meldpunt gemaakt. Daar gaat merkwaardig veel geld naartoe: bijna 3 miljoen.
4.
Het stadsbestuur bouwt ook een “gebiedswerking” uit rond vijf functies: dienstverlening, informatie en advies, ontmoeting, gemeenschap en beleid. Voor de gehele periode is hier ongeveer 2 miljoen voorzien. Tot op heden is dit de minst geslaagde doelstelling.
(De visitatiecommissie zegt dit ook.)
5.
Met de centen van het Stedenfonds wil de stad tenslotte een krachtig stedenbeleid uitbouwen.
Het is in dit kader dat men onlangs is overgegaan tot de aanstelling van een rastermanager: Tom Delmotte.
Wat die rastermanager moet doen (en anderzijds de “centrummanager”) is nog niet voor iedereen heel duidelijk. (Ik ben geen negativo, – de visitatiecommissie zegt dit ook.)
Ook in dit kader wordt veel aandacht geschonken aan burgerparticipatie. Ca. 500.000 euro gaat naar deze doelstelling. (Over het communicatiebeleid zegt het stadsbestuur nu zelf in een voortgangsrapport dat dit “nog voor verbetering vatbaar is”.)

In een volgend stuk rapporteren we wat die externe visitatiecommissie hier is komen waarnemen en vaststellen over de werking van de stad in verband met de doelstellingen van het Stedenfonds.

Eigenlijk komt heel het Kortrijkse beleid ter sprake.
Een bijzonder interessant document.

Vooreerst omdat het van externen komt. Een hoogleraar bestuurskunde uit Tilburg, de burgemeeester van Hasselt, de OCMW-voorzitter van Antwerpen, nog enkele ambtenaren uit Antwerpen, de projectleider van het Stedenbeleid in Vlaanderen.
Voorts is het boeiend omdat ongeveer alles wat bij kortrijkwatcher hier nu al een jaar als kommentaar naar voren komt ook in dit rapport tot uiting komt. Weliswaar in een beetje andere bewoordingen en komende van een hoogleraar bestuurskunde uit Tilburg, zodat niemand het zal wagen om die commissie te beschuldigen van “negativisme”.

Traagheid van bestuur en extra kosten

Wanneer de uiteindelijke kostprijs van een werk (of een levering of een dienst) meer dan 10 procent hoger is dan de oorspronkelijke raming moet de aanneming ervan met de meerprijs opnieuw voor de gemeenteraad komen.
Schepen Philippe De Coene is met zijn bezoekerspaviljoen De Libel (Bosstraat) daar nu mee geconfronteerd. Straks meer daarover.

Die meerprijs is wel een keer het gevolg van een tekort aan bestuurskracht. In bepaalde gevallen specifiek het gevolg van traagheid van bestuur.
Een berucht voorbeeld hiervan is het immens lange dralen met de aanleg van het dorpsplein te Marke. Die was al in 1998 gepland. Maar vorig jaar constateerde men dat door het lange uitstel van de werken alleen al voor de erelonen (dus zonder de hogere materiaalkosten) de meerprijs 16.000 euro zou bedragen.
In het verleden zijn er nog beruchte voorbeelden geweest van immobilisme inzake openbare werken. Het sterkste geval was wel dat van de ondergrondse parking aan de Veeemarkt. Wie weet er nog dat die al in 1951 (ja!) was gepland? En het project Aalbeke-dorpskom? Al in 1984 met een prijs bekroond. De sporthal Lange Munte kreeg al een voorontwerp in 1986. De stadkernhernieuwing moest volgens een beleidsplan al gedaan zijn in 1984.

Bepaalde “prijsherzieningen” komen om een of andere reden dan niet rechtstreeks voor de Raad en worden stoemelings goedgekeurd via de begroting. De verbouwing van de Pentascoop is hier een goed voorbeeld van. In de begroting van dit jaar was er sprake van 140.000 euro. Voor volgend jaar: 100.000 euro. En het Streekbezoekerscentrum: 50.000 euro. Prijsherziening.

Andere gevallen van “prijsherzieningen” zijn netjes gecamoufleerd onder de gedaante van bijkomende werken (parking Appel), zogezegd onverwacht opduikende opportuniteiten (het nieuw stadhuis), uitbreiding van een studieopdracht (de Oude Leie-arm). Of men heeft een of ander euvel over het hoofd gezien (asbest in de Vetex, – straks ook in de Pentascoop?).
Geheide aannemers weten daar alles van. Ze hebben niets liever dan bijkomende werken.
Soms slepen bepaalde werken ook aan omdat bijvoorbeeld het nodige (nieuwsoortig) materiaal nog niet beschikbaar is. En dan laat men natuurlijk de kranen of de stellingen staan zodat die huurgeld opbrengen.
Dan hebben we nog de als bekend staande schepen-Lybeer-truuk.
Die verzwijgt bij gelegenheid (de nieuwe skatebowl aan de Leie) allerhande kosten (studiereizen, mankracht, materiaal) die door ambtenaren en gemeentelijke diensten of vzw’s worden gemaakt.

Veel extra kosten worden nooit zichtbaar voor de nieuwsgierige waarnemer (watcher).
Ramingen van het College zijn natuurlijk bekend. De uitslag van de offertes ook. Maar de notulen van het College vermelden praktisch nooit de uiteindelijke, werkelijke prijs bij de voorlopige en definitieve oplevering. Dat is jammer.
En raamcontracten (voor ICT bijvoorbeeld, en voor Leiedal) zijn ook gevaarlijk. Niet transparant. Geen aanbestedingen meer voor “vervolgwerken” of leveringen of diensten.

Creditkaartje

Die Libel nu.
Dat wordt zeker een origineel bouwwerk ! De moeite waard.
Geïnspireerd op het vlinderpaviljoen op de Floriade 2002 in Haarlemmermeer.
Een project van ene Thijs vanderWal in samenwerking met de landbouwuniversiteit van Wageningen. (Zie nog ons stuk van 25 juni.)
Schepen De Coene heeft dus waarschijnlijk al het idee om een natuur-educatief centrum te bouwen in de vorm van libel in het jaar 2002 opgedaan. In elk geval is in 2003 bedacht om in de begroting van 2004 een bedrag in te schrijven van 74.386 euro. Louter kosten voor de voorstudie. En het bouwwerk staat er nog niet. Komt het er nog vóór de verkiezingen van oktober 2006 ? Of werken andere schepenen een beetje tegen? Gunnen ze De Coene dat werk niet ? Geen idee. Vraag het hem eens.
De schepen heeft wel wat tegenslag gehad met zijn ambtenarij, maar dat moest hij toch kunnen oplossen.
Begin 2005 werden de kosten geraamd op 300.000 euro. Nu wordt dat 354.209 euro.
(Nog wel vlug erbij vertellen dat de stad een subsidie verwacht van 180.000 euro vanwege “Toerisme Vlaanderen”.)

Volgens Thijs vanderWal zijn de extra kosten o.a. te wijten aan de hogere staalprijs, de toename van de transport- en loonkosten.
(Welk referentiejaar kiest het ontwerpbureau “Tentech” hierbij?)

En ook nog te wijten aan extra uren inzet.
Als ik schepen De Coene was zou ik toch ook even letten op die extra uren inzet.
Thijs vanderWal heeft in Nederland namelijk een leuke bijnaam: “creditkaartje” !
Bij de bouw van het vlinderpaviljoen in Haarlemmermeer vertelde de hoofdaannemer (nog wel op internet, maar die info is nu verdwenen) dat er samen met Thijs vele werklunches en diners waren. En dat de creditkaart van Thijs daarbij nooit werd geaccepteerd, en Thijs ook nooit contant geld op zak had.
Schepen De Coene moet ook nauwkeurig de kosten van de “voorstudie” bestuderen.
Het project van de Floriade is al technisch uitgewerkt door de universiteit van Wageningen en het ontwerpbureau “Tentech” heeft ook al ervaring opgedaan.

Nu nog iets over de kosten. De mogelijke zijdelingse “meerkosten”.
Dat vlinderpaviljoen moet toch nog wel wat “interieur” krijgen? En geëxploiteerd worden?
En er komt toch een omgevingsaanleg? En een parking in de buurt?

P.S.
Hoeveel heeft het vlinderpaviljoen in Haarlemmermeer eigenlijk gekost?

EXCLUSIEF / Statistiek van de belastingopbrengsten (3)

Voor de volledigheid nu nog een overzicht van de eigenlijke (pure) geïnde gemeentebelastingen en retributies.

Retributies zijn rechten door de gemeente geheven ter betaling van een dienst aan u persoonlijk geleverd. Je gaat bijvoorbeeld ergens ondergronds parkeren (eerste uur gratis). Je zet een kraampje op uw voetpad (0,60 euro per m2 en per dag). Je koopt 10 stuks huisvuilzakken (12,24 euro).Je plaatst een grafkelder voor drie personen (750 euro). De brandweer komt uw voordeur openbreken (38 euro). Je koopt opnieuw een huwelijksboekje (8,50 euro). Uw kindje wordt voor drie uur opgevangen (3 euro). Uw buren worden nodeloos gealarmeerd (50 euro). Uw kaartersclub gebruikt voor een week de Kleizaal (2.300 euro).

1995: 8,72 miljoen.
1996: 8,55.
1997: 8,46.
1998: 8,37.
1999: 7,20.
2000: 8,30.
2001: 8,53.
2002: 10,28.
2003: 7,37.
2004: 8,07.

De uitschieter in 2002 is te wijten aan hogere inkomsten vanwege ons parkeergedrag (plus 821.000 van de pakmadams), onze huisvuilzakken, de ophaling van nijverheidsvuil, rioolnetten.

P.S.
Stad zelf betaalt ook belastingen. Maar heel weinig: 417.160 euro.
Bijvoorbeeld op onroerend goed en voertuigen.

Hiermee sluiten we onze lessen over de belastingen af, tenzij we nog een opzienbarend feit te weten komen.
De pers is al op het spoor gebracht van een nieuwsoortige belasting. Gemeenteraadsleden weten officieel nog nergens van. Zo gaat dat. Openbaarheid van bestuur wil hier ter stede zeggen dat de persjongens de primeurtjes krijgen.
Vandaar dat zij niet naar de gemeenteraad komen als er bijvoorbeeld begrotingsdebatten bezig zijn.
Vandaar dat u enkel hier op de hoogte wordt gebracht van het opzienbarend feit we met ons allen apart elk méér dan 700 euro betalen aan de stad. Hoeveel was het weer juist?

EXCLUSIEF / Statistiek van de belastingopbrengsten (2)

In een vorige les zagen we hoeveel de Kortrijkzanen betalen aan zgn. “aanvullende” belastingen op de personenbelasting (APB) en op de onroerende voorheffing (OV).
De term “aanvullend” slaat op het feit dat andere overheden eigenlijk de grondslag van die belastingen bepalen, en de stad mag daar dan ook nog een tarief op plakken.
De grote les was waarschijnlijk dat het om grotere bedragen gaat dan je dacht.
Bijvoorbeeld per capita.
Er zijn evenwel NOG ANDERE en pure gemeentebelastingen.
Stad bepaalt hier zelf of we die wel zullen heffen en waarop dan wel.

Er zijn evenwel NOG ANDERE en .Stad bepaalt hier zelf of we die wel zullen heffen en waarop dan wel.We betalen bijvoorbeeld voor de afgifte van een administratief document (182.000 euro), voor de aansluiting op riolen (93.000), voor het feit dat we sluikstorten (dit jaar 30.000 euro) , voor de aankoop van huisvuilzakken (1,3 miljoen) en het ophalen van grof vuilnis (1 miljoen).
Of omdat we reclame in de bussen gooien (800.000), of terrassen plaatsen (24.000).
Niet te vergeten ook voor parkeren (2,6 miljoen), of omdat we onze grond nog niet willen verkopen (300.000). (Dit laatste is een uitvinding van schepen Frans Destoop.)

Aan APB en OV samen betaalden we in 2004 dan 41,5 miljoen.
Maar als we voor datzelfde jaar nu een keer alle mogelijke vormen van fiscaliteit samentellen komen we uit op een bedrag van 53 miljoen euro.
Het gaat hier dus om aanvullende belastingen plus de pure gemeentebelastingen.

De opbrengsten uit de totale fiscaliteit waren tien jaar geleden nog zoiets van 38 miljoen.

In 2000: 43,60 mio.
2001: 42,96.
2002: 48,26.
2003: 52,48.
2004: 53,08 mio.

In 2004 betaalden we dus per kop (baby’s inbegrepen) 704 euro.
Het gaat hier om de totale gemeentelijke fiscaliteit.
Want stad heeft nog andere inkomsten die via via uiteindelijk ook uit onze binnenzak komen.
Via andere belastingen: toelagen van hogere overheden, allerhande “Fondsen”.

Als u één cijfer uit deze lessenserie wil onthouden kan het wel dat zijn. Van handje tot handje geven we aan stad 704 euro.

Onze burgemeester en schepenen doen de laatste tijd veel en willen nog veel doen, maar zij betalen dat heus niet uit eigen zak.
Je kunt niet geloven hoe weinig Kortrijkzanen dit mechanisme daadwerkelijk beseffen.
We gaan bijvoorbeeld naar een vuurspel kijken op de Grote Markt. WIJ hebben dit zelf bekostigd. We rijden op een nieuwe fietsroute. Die komt van ons.

Au fond spreekt dit alles voor zichzelf.
Maar we betalen ook voor fouten of disfuncties of mismanagement van het Schepencollege. Die tunnel van de Doorniksestraat. De reusachtige kosten voor vormingscursususen voor stadspersoneel.
Nodeloze inflatie wegens traagheid van bestuur: voor werken in de deelgemeenten.
Of voor megalomanie: Buda.
Of voor frivoliteiten: verlichting van het beeld “Minneke” van Bissegem.
Persoonlijke obsessies: ICT.
Stemmenronselarij: geboortepremies.
Vanwege ons christendemocratisch zijn: overdreven werkingskosten voor kerkfabrieken.

EXCLUSIEF / Statistiek van belastingopbrengsten (1)

Hierna volgt een overzicht van de jaarlijkse belastingontvangsten van de twee (er zijn er nog) belangrijkste belastingen van de stad: de aanvullende personenbelasting (APB) en de onroerende voorheffing (OV). Wat dat zijn is hier vroeger al een keer uitgelegd.

Dit soort gegevens zult u niet zo onmiddellijk aantreffen in de reguliere pers, en nog minder in de Stadskrant.

De statistiek gaat terug tot 1995. Manu de Bethune was toen burgemeester.
Het aantal opcentiemen OV bedroeg toen 1.550. En de aanslagvoet APB 6,5 procent.

Om de opbrengsten naar waarde te schatten goed bedenken dat de nieuwe coalitie CD&V-SP.A van burgemeester Stefaan De Clerck de twee tarieven in 2002 gigantisch heeft verhoogd.
De OV werd op 1.750 opcentiemen gebracht en de APB liep op tot niet minder dan 8,5 procent.
Voor de OV is het effect van de tariefstijging al onmiddellijk zichtbaar in het jaar zelf. U merkt in 2001-2002 een bokkesprong van 18 naar 21 miljoen opbrengsten.
Voor de APB doet het effect zich een jaar later voor. De ontvangsten stijgen hier van 14 (2002) naar 19 miljoen (2003).

Nog opmerken dat de aanslagvoet voor de APB in 2005 is gedaald naar 7,9 procent.
De cijfers met betrekking tot de jaren 2005 en 2006 slaan op ramingen. Want voor die jaren zijn de rekeningen natuurlijk nog niet bekend.
Tussen haakjes staat voor de periode 2001-2005 het bedrag aan belastingen dat we per inwoner (baby’s inbegrepen) betaalden.

Dit jaar bijvoorbeeld was dat voor de APB 258 euro en voor de OV 317 euro.
Tien jaar geleden (1995) ging het nog resp. om 147 en 229 euro.
Onvergetelijke cijfers, zeg dat wel.

Daar gaan we.
Kan er iemand een grafiekje van maken?
De bedragen zijn uitgedrukt in miljoenen euro’s.

APB
1995: 11,22 mio (147 euro per capita)
1996: 11,53
1997: 11,85
1998: 12,24
1999: 12,34
2000: 15,88

2001: 13,35 mio (177 euro per capita)
2002: 14,20 (189)
2003: 19,76 (263)
2004: 19,70 (262)
2005: 19,37 (258)
2006: 18,09 (242)

OV
1995: 17,43 mio (229 euro per capita)
1996: 17,93
1997: 17,77
1998: 19,02
1999: 17,94
2000: 16,62

2001: 18,60 mio (246 per capita)
2002: 21,36 (283)
2003: 21,54 (287)
2004: 21,81 (289)
2005: 23,79 (317)
2006: 24,52 (328)

Een grafiekje zou natuurlijk mooier geweest zijn. Maar dat kan nog komen op onze nog altijd in de maak zijnde website.
Maar een index geeft ook al een goed idee van de evolutie.
Stel voor de APB de opbrengst in 1995 gelijk aan 100, dan wordt dat 126 in 2002 en in 2004 (de laatst gekende rekening) bijvoorbeeld 175.
Een gelijkaardig iets voor de OV.
Het jaar 1995 is gelijk aan 100. Dat wordt 122 in 2002 en 125 in 2004.

Kortrijkwatcher is geen belastingmaniak.
Maar dit soort gegevens moet kenbaar gemaakt aan de bevolking.
Het stadsbestuur is op dit gebied niet echt geneigd tot “transparantie”.
Overigens, als het onloochenbaar is dat de stad eindelijk uit zijn krammen is geschoten, dan is het al even waar dat wij Kortrijkzanen allemaal daar verdomd goed hebben voor betaald.

Stadstoelagen 2006: wie krijgt wat?

Jaarlijks schenkt de stad diverse toelagen aan allerhande verenigingen en ook individuele burgers.
Het totale bedrag schommelt al enkele jaren rond de 27 miljoen euro.

Er steken in de lange subsidielijst toch enkele rariteiten.
Weet er iemand wat “Halte R” is? Krijgt 5.000 euro. En het Diakonaal Centrum moet het stellen met 248 euro. Net zoals het trommel- en klaroenenkorps van de brandweer! Het bedrag dat voorzien is voor de begrafenis van oudstrijders blijft al jaren gelijk: 13.684 euro. Voor de bescherming van zwaluwnesten hebben we weer 2.500 euro over. Voor landbouweducatie voorzien we ook weer 500 euro. Syntra West en Unizo krijgen voor “beroepsopleiding” elk 11.155 euro. De koepel van de vrijzinnigen daarentegen 24.789 euro. Overleg cultuur (dat is “Dertien”) : 15.106 euro. Geschenken bij huwelijksjubilea: 3.099 euro. De politieke fracties in de Raad krijgen 5.200 euro. (Dat is officieel voor opleiding, studiewerk, en de kosten moeten gemotiveerd worden, maar geen fractieleider die er ook maar aan denkt om dit te doen.)Werkingskosten kerkfabriek Sint-Maarten: 101.207 euro. (Dit jaar nog: 66.864 euro.) Hoogstamfruitbomen: 1.000 euro. C.O.K. Kontinenten: 2.000 euro. De persbond: 279 euro. Het Komitee voor Frans Vlaanderen: 124 euro. De Vereniging West-Vlaamse schrijvers: 279 euro. Geboortepremies: 18.592 euro. Ook ieder jaar gelijk.
Daar kan allemaal moeilijk in gesnoeid worden als men aan niemand leed wil berokkenen.Nu de grote posten.
Natuurlijk de toelage voor de politiezone VLAS (11,9 miljoen). Het OCMW (9,1 miljoen). De kerkfabrieken (1,1 miljoen). Dan zijn er nog de gemeentelijke vzw’s. Bruisende Stad (379.335).
De bieb (207.493). Sportplus (125.420). Enzovoort. We wijden daar een keer een afzonderlijk stuk aan. Maar misschien nu reeds zeggen dat de vzw Jongerenatelier (schepen Lybeer) goed bedeeld is. Rechtstreeks met ca. 151.000 euro, en via de speelterreinen nog met 111.000 euro.
De vzw Fietsrijk (schepen Leleu) traditioneel veel geld: 121.362 euro. Vzw Mobiel ook: 60.000 euro.
Het ondernemerscentrum (van Syntra West) in de Leistraat: 100.000 euro. Leiedal: 156.005 euro. Private professionele podiumkunstensector: 85.000 euro. Het Fonds voor Sociaal Kapitaal wordt gespijsd met 276.531 euro. Jeugdverenigingen: 282.962 euro (tegenover 255.761 euro dit jaar).
Bij de premies van schepen Destoop vallen op: starters en leegstand (120.000), wonen boven winkels (50.000), renovatie (540.000).

Natuurlijk de toelage voor de politiezone VLAS (11,9 miljoen). Het OCMW (9,1 miljoen). De kerkfabrieken (1,1 miljoen). Dan zijn er nog de gemeentelijke vzw’s. Bruisende Stad (379.335).De bieb (207.493). Sportplus (125.420). Enzovoort. We wijden daar een keer een afzonderlijk stuk aan. Maar misschien nu reeds zeggen dat de vzw Jongerenatelier (schepen Lybeer) goed bedeeld is. Rechtstreeks met ca. 151.000 euro, en via de speelterreinen nog met 111.000 euro.De vzw Fietsrijk (schepen Leleu) traditioneel veel geld: 121.362 euro. Vzw Mobiel ook: 60.000 euro.Het ondernemerscentrum (van Syntra West) in de Leistraat: 100.000 euro. Leiedal: 156.005 euro. Private professionele podiumkunstensector: 85.000 euro. Het Fonds voor Sociaal Kapitaal wordt gespijsd met 276.531 euro. Jeugdverenigingen: 282.962 euro (tegenover 255.761 euro dit jaar).Bij de premies van schepen Destoop vallen op: starters en leegstand (120.000), wonen boven winkels (50.000), renovatie (540.000).Wie behoort tot de sterke stijgers?
Bijvoorbeeld de kerkfabrieken van Sint Maarten, Sint Godelieve, Sint Eutropius, Sint Brixius.
(O.L.Vrouwkerk blijft gelijk. Schepen Jean de Bethune antwoordt niet op een schriftelijke vraag naar een onderhoud en uitleg hierover. Spirit-raadslid Piet Missiaen heeft het een keer gewaagd van daarover vragen te stellen. Hij werd uitgescholden voor rotte vis. En de burgemeester vond dit maar van weinig respect voor kerk en eredienst en geloof getuigend.)
Het Fonds voor sociaal kapitaal gaat van 125.000 naar ca. 276.000 euro.
Toerisme Leiestreek van 644 (ja!) naar 16.515 euro.
Buda-kunstencentrum van 25.000 naar 35.000.
Bruisende Stad (schepen Bral) van ca. 300.000 naar 379.000.
Sculpturen in de Stad zag dit jaar zijn budget van 10.000 euro geschrapt maar krijgt volgend jaar 15.000 euro.
Ontwikkelingsprojecten: van 26.000 naar 31.000.
(Die verhoging zal dienen om het snoepreisje van februari naar het verre Cebu te betalen. We gaan in die metropool aan de krotbewoners leren hoe men kan composteren. Er wordt binnen het Schepencollege ruzie gemaakt over de vraag wie meemag.)Er zijn ook toelagen verdwenen uit de lijst.
Fel besproken is de gelukkige verdwijning van de toelage (49.790 euro) aan het Guldensporencomité.
Een bende ruziemakers eerste klas. Bloed en bodem flaminganten.
(Er komt nu een vzw Kortrijk 1302 die veel geld zal krijgen voor ondermeer een 11-daagse 11-juliviering.)
Van Jeugdhuis Reflex is geen sprake meer. De toelage voor PIC is ook weg. Niemand die wist wat die vzw deed.

Fel besproken is de gelukkige verdwijning van de toelage (49.790 euro) aan het Guldensporencomité. (Er komt nu een vzw Kortrijk 1302 die veel geld zal krijgen voor ondermeer een 11-daagse 11-juliviering.)Van Jeugdhuis Reflex is geen sprake meer. De toelage voor PIC is ook weg. Niemand die wist wat die vzw deed.En wat is er nieuw?
Nogal wat in de sport (schepen Bral). Jeugdsportpromotie (24.000). Ronde Van Vlaanderen (10.000). Individuele sporters met wereldprestatie (2.500). Sportverenigingen hoogste afdeling (9.000).
Bij de jeugd gaat er geld naar het project Habbekrats (40.000).
“Kortrijk Creatie”: 75.000 euro. (Is dit voor onze designmeesters?)
En dan hebben we nog de buurt-en nabijheidsdiensten die al aan de slag moesten zijn: 24.000 euro.

De ware investeringsinspanningen (3)

Zowel lezers als kandidaten voor de volgende raadsverkiezingen weten nu hoeveel buitengewone uitgaven (met daarin de pure investeringen) werden begroot voor de aflopende bestuursperiode. Weten evenwel ook hoeveel daarvan daadwerkelijk per jaar is vastgelegd en wat uiteindelijk in dat jaar werd aangerekend.

Uit ons tabelletje van de vorige keer blijkt al onmiddellijk dat er in het zicht van een verkiezingsjaar ambitieuze programma’s naar boven komen.
Dit jaar 2005 werd er voor 41 miljoen begroot, en in 2006 wordt dat zelfs 47 miljoen euro. Voor de pure investeringen daarin gaat het resp. om 31 en 30 miljoen.
Onmiddellijk na een verkiezingsjaar volgt er dan een dieptepunt. In 2001 moesten we het plots stellen met slechts 21 miljoen in de buitengewone dienst.

Begroten (ramen, schatten) is nog iets anders dan vastleggen.
Je kan bijvoorbeeld bedenken van een klein wasmachientje te kopen, maar je hebt een contract ondertekend voor een hele keuken. Of omgekeerd. Schijnbaar zonder het te willen. Je kreeg een aperiefje.
Die onderschattingen doen zich ook in onze stad voor. Men noemt dat dan prijsherzieningen.
Soms zijn die dusdanig groot (bijvoorbeeld ook door traagheid van bestuur waardoor de prijzen zijn gestegen) dat de zaak opnieuw voor de gemeenteraad moet komen. Schepen Leleu weet daar alles van. Soms worden die prijsherzieningen ook zorgvuldig gecamoufleerd. Dat nieuw stadhuis (N.A.C.) bijvoorbeeld. Van Jean de Bethune. De Lange Munte. Indertijd van Waegemans.
U weet toch ook hoe dat gaat in uw ménage?

Maar nu iets voor de ware kenners.
Een onvoorstelbare goede truuk is dat je als schepen aan uw partner (de bevolking, de gemeenteraad) zegt dat je dat dak gaat laten herstellen en dan tegelijk ervan profiteert om de gehele zolder in te richten.
Dan blijf je bij uw eigenste geliefkoosde dakwerker, zonder daar iemand anders – de rivaal van uw partner – bij te betrekken. (Ik weet niet of dit nu goed is uitgelegd. Het komt erop neer dat je als openbaar bestuur geen nieuwe aanbesteding moet doen die dan weer voor iedereen geldt.)

De vastleggingen zijn ook heel interessant want hier gaat het om daadwerkelijke aangegane verbintenissen inzake “het programma van de werken”.
Iedere positivo weet dat onze burgemeester pas echt op gang is geraakt in 2003. Al direct in vijfde versnelling.
Tevoren had hij teveel beslommeringen als CD&V- voorzitter bijvoorbeeld. Toen pas is wat externe waarnemers noemen “de drive” boven gekomen. En waarlijk, in dat jaar zien we een record aan vastleggingen: 84 procent van wat er werd begroot.
(Diezelfde externe waarnemers – de zgn. visitatiecommissie van het Stedenfonds – hebben het nu over een “overdrive”. Het zijn negativo’s!)
Met de vastlegginsgraad in buitengewone dienst zit het dus tamelijk goed, maar nu ook weer niet zó goed. In de periode 2000-2004 halen we constant meer dan 80 procent. Maar dat was ook al zo vanaf 1996 tot 1999.

Opvallend is wel dat de daadwerkelijke aanrekeningen ten overstaan van de vastleggingen een laag percentage kennen. Er was een uitschieter in 2000 (52 procent) en in 2003 (48 procent). Maar over het algemeen wordt er jaarlijks gemiddeld zowat 35 procent gefactureerd.
Bij de aanrekeningen van de pure investeringen is de realisatiegraad nog lager: gemiddeld 25 procent. (Weer met een uitschieter in 2003: 32 procent.)
Wijst dit op een zekere “traagheid van bestuur”?

Voor de cijferfanaten nog een en ander.
Wat was in de voorbije periode 2000-2004 de zgn. investeringsinspanning per inwoner?
Dat wil zeggen: hoeveel betaalden we per kop voor de hoe dan ook aangegane verbintenissen (contracten, gunningen) in die jaren.
Nog beter gezegd: hoeveel haalde burgemeester en schepen uit onze eigen zak om hun plannen waar te maken?
In het vorige verkiezingsjaar 2000 niet minder dan 520 euro. Per inwoner. En het jaar tevoren 369 euro. Dat geld (ons geld) was heel goed dienstig om een nipte verkiezingsoverwinning te behalen.

In 2001: 234 euro. Per kop.
2002: 303 euro.
2003: 272 euro.
2004: 193 euro.

Voor dit jaar 2005 zijn nog geen bedragen gekend want de vastgelegde uitgaven zijn nog niet gepubliceerd.
Maar als het College in 2006 dan werkelijk alles zou vastleggen wat men met ons van plan is te doen dan kost ons dat elk 641 euro !

Ik weet het, ik weet het. Begin nu niet te zagen.
Als het stadsbestuur niets doet (zoals in de beginjaren ’90) is het ook niet goed.
En we hebben ervoor gekozen ook.
Maar het is ook zo dat Kortrijkzanen (en raadsleden uit de meerderheid) niet altijd opgezet zijn met bepaalde zeer kostelijke projecten.
U mag kiezen dewelke u zou willen schrappen.
(Mijn prioriteit zou bijvoorbeeld absoluut gegaan zijn naar wijksaneringen en deelgemeenten. Naar inburgering ook.)

In elk geval is er nu een soort “pauze” nodig.
Een afmaken van datgene wat ooit en sinds lang (de stationsomgeving!) is voorgenomen. Geen totaal nieuwe grootse plannen. Wel onderhoudsinvesteringen. Lagere belastingen.
Stop aan de “overdrive”. Laat ons nu een keer ophouden met Kortrijk op de wereldkaart te zetten. Cebu! Wuxi! Rijsel! Milaan! NewYork !
Alsof Brugge niet bestaat, of Roeselare. Of Gent. Kortrijk is een provinciestadje en behoort tot een Ruit die wij kunnen opbouwen.
Men moet daar niet beschaamd over zijn.
Laat ons dat stadje leuk houden.