CAMERATOEZICHT en verplaatsing van crimineel gedrag (4)

Voorstanders van cameratoezicht in publiek domein verdoezelen het feit dat camera’s kunnen leiden tot vormen van verplaatsing van crimineel gedrag. Of ze zeggen dan dat het daarmee niet zo’n vaart zal lopen. Terwijl internationaal onderzoek hieromtrent de meest verwarrende en tegenstrijdige uitslagen geeft.

ER ZIJN VIJF VORMEN VAN VERPLAATSING MOGELIJK !

Bij mogelijke vormen van verplaatsing denkt men gewoonlijk enkel aan geografische verplaatsing.
Hetzelfde delict wordt dan in een ander gebied gepleegd. Vandalisme, druggebruik, enz., kan zich in Kortrijk bijvoorbeeld concreet verplaatsen naar de Vlasmarkt, want de camera’s op het Schouwburgplein kunnen nu nog niet om het hoekje kijken. (Het gevolg zal zijn dat er later ook daar nog camera’s worden geïnstalleerd.) En aangezien portieken van woningen niet mogen in de gaten worden gehouden, zullen die toegangen meer dan ooit dienst doen als publieke WC’s. Terwijl de vechtersbazen hun meningsverschillen meer dan ooit binnen het café een verlengstuk zullen geven.

Er is ook nog de periodieke verplaatsing.
Daders plegen dan delicten op een ander tijdstip, bijvoorbeeld als ze vermoeden dat beelden niet worden uitgekeken. Als de toezichthouder vermoedelijk is in slaap gevallen. Als er herstellingen bezig zijn. Als er zoveel volk is op het Schouwburgplein en daarrond dat de beweegbare camera niet weet waar eerst te kijken.

Tactische verplaatsing is ook mogelijk.
Hierbij verandert de manier (de modus operandi) waarop het delict wordt uitgevoerd. Daders zorgen er bijvoorbeeld voor dat ze onherkenbaar worden of meten zich de gedaante van iemand anders aan. (Snuggeren vermommen zich in een meisje of omgekeerd.)

Dan is er nog de verplaatsing van het doel.
Crimineel gedrag krijgt dan een ander doelwit. Bijvoorbeeld: geen vechtpartijen meer maar wel subtiele mobbing. Camera’s zelf kunnen ook gesaboteerd worden.

Tenslotte is er ook functionele verplaatsing mogelijk.
Hierbij stapt de dader bijvoorbeeld over van een autokraak naar een minder makkelijk met camera’s te herkennen delict, zoals bijvoorbeeld professioneel zakkenrollen.

Zoals gezegd valt er aan de resultaten van wetenschappelijk onderzoek over de effecten van cameratoezicht geen touw aan vast te knopen. Men constateert zowel stijgingen als dalingen van delicten.
En in iedere stad of wijk zijn de effecten anders.

Met alle goede wil van de wereld heb ik een keer geprobeerd om uit Nederlandse onderzoeken toch een aantal gemeenschappelijke resultaten van diverse gemeenten te distilleren.

Zéér voorlopige vaststellingen zijn:
* uitgaansgeweld blijft stabiel of is licht dalend;
* jeugdoverlast blijft;
* afname van vernielingen;
* inbraken in wagens nemen af maar verplaatsen zich;
* drugsoverlast verplaatst zich naar binnen en elders;
* verplaatsing van niet-professionele zakkenrollerij.

Het stadsbestuur is dus veel te stellig als zomaar klakkeloos beweerd wordt dat uit onderzoek is gebleken dat cameratoezicht meteen een daling van overlast, vandalisme, graffiti, geweldplegingen, inbraak en autokraak meebrengt.

Ernstige, onafhankelijke onderzoekers (niet verbonden aan de veiligheidsindustrie) en experts zijn het er vooral voorlopig over eens dat we het allemaal niet goed weten wat de effecten zijn van cameratoezicht.
Omwille van een fundamenteel probleem: hoe vaststellen dat er iets niet is gebeurd?
Omwille van een materiëel probleem dat daarmee samenhangt: potentiële en echte delinquenten zouden als het ware over heel het land moeten ondervraagd worden om te weten of ze al of niet daden hebben gesteld waarbij zij rekening hielden met de mogelijkheid van cameratoezicht.
Ook omwille van het feit dat camera’s ingebed zijn in een mix van maatregelen die niet of moeilijk als parameter kunnen geïsoleerd worden.

Tenslotte kan er zich misschien nog iets potsierlijks voordoen: dat juist omwille van de camera’s nog méér delicten worden geregistreerd…

Er is ook nog een zedenles die zegt dat men op het “moment suprême” nog nergens aan denkt, ook niet aan de aanwezigheid van camera’s.

P.S.
Men heeft me gevraagd welke raadsleden dan wel PRO de installatie van cameratoezicht hebben gestemd.
U kunt die namen vinden op de Kortrijkse website. Zie de notulen van de Raad van 9 juli 2004 onder punt 2.12.
Piet Missiaen was de enige die heeft tegengestemd. Cathy Matthieu onthield zich.
De rest van de aanwezigen (26) heeft ja gestemd.
Een aantal (7) waren op het moment van de stemming even taktisch koffie gaan drinken.
Waren verontschuldigd: schepen P.De Coene en de raadsleden P.Lano, N. Zonnekein, G.Vanhoutte, E.Van Lancker, V. Vandenbroucke.