Maar wat is een “gezond financieel beleid”? (3)

Het was te verwachten. Ook de nieuwe alliantie (TB, SK, N-VA en Vooruit) stipuleert in haar bestuursakkoord dat men wil waken over “een gezond financieel beleid”. En in dat verband rept men over een schuldgraad die niet hoger mag zijn dan 100 procent.

Nu goed.  Ja toch?
Over het begrip openbare schuld van een gemeente heersen er evenwel bij de publieke opinie de grootste misverstanden,  gebaseerd op een ontstellende onwetendheid ook, iets  waar de populaire pers trouwens toe bijdraagt. (Zo’n ranking van de gemeenten met de hoogste schuld per inwoner, – ik krijg het daarvan op de heupen.)

Ja, om te beginnen moet men natuurlijk de volledige én de juiste cijfers kennen. De Kortrijkse dienst Financiën doet dat wel goed. (Pers niet.) Men maakt  onderscheid tussen de schulden eigen aan stad en die van het OCMW. De totaalsom wordt dan aangegeven, met de schuldgraad.  Men stipt daarbij zelfs nog de doorgeefleningen aan.
En jaarrekeningen geven diverse ratio’s aan.

Hierbij is het nuttig om weten wat men bedoelt met de schuldgraad.
In Kortrijk betekent dat de verhouding tussen al wat stad binnenkrijgt aan inkomsten (de exploitatie-ontvangsten) en anderzijds de totale schuld. (Het kan ook anders. )
En die ‘doorgeefleningen’ aan Parko bijvoorbeeld,  of aan de kerkfabrieken of de brandweer, of de politiezone? Wat zijn dat? Die kosten stad niks, ze zijn budgetneutraal: rente en aflossingen worden doorberekend naar de begunstigden en worden dan voor stad uiteindelijk weer  ‘financieringsontvangsten’. Waarom doet ons bestuur dat hier? Omdat stad bij zijn thuisbankier gunstiger voorwaarden kan krijgen.  Maar intussen toch bedenken dat die begunstigden (‘satellieten’) dat geld wel hebben uitgegeven.

Gemeente versus bedrijf
Waar ik zeer zenuwachtig van kan worden, dat is als een burger weer eens  begint met de financiële situatie van de stad te vergelijken met die van een bedrijf.
U kent dat wel, de uitspraak “als ik zo zou handelen in mijn bedrijf, dan was ik al lang failliet.” (Zelfs politiekers maken die vergelijking. In Kortrijk hebben we een keer een schepen van Financiën gekend die het danig moeilijk kreeg  als de activa van Stad verminderden.) Alstublieft zeg, de kerntaak van een gemeente ligt er niet in dat men streeft naar winstmaximalisering. En de inkomstenbronnen van een gemeente zijn niet het gevolg van een productie, maar wel  van het Rijk (subsidies, dotaties)  en  – dat is het toppunt – die ontvangsten  komen van haar klanten, dat wil zeggen: van de inwoners (onder de vorm van belastingen en gebruiksvergoedingen).
Bij bedrijven worden “kosten en baten” (verschillend van “uitgaven en ontvangsten”) gemaakt mits het vervaardigen van producten.  Die worden vervolgens verkocht tegen een prijs waar bovenop winst wordt gemaakt.  Gemeenten streven hoogstens naar kostendekking. Met geleend geld voor de productie stuwt een bedrijf in regel de winst op.  Dat men dat alles nog moet zeggen is godgeklaagd: gemeenten maken op het geleende geld per definitie geen rendement maar wél publieke voorzieningen,  waar die bedrijven dan juist kunnen van profiteren.
Ach.

Gemeente versus gezin
Tweede misverstand. De financiële huishouding van een gemeente vergelijken met die van een  gezin.
Ook hier zijn de inkomstenbronnen en de doelstellingen van een gemeente in vergelijking met  die van een gezin geheel verschillend.  ‘Schulden maken’ in een gezin wordt trouwens  vaak als negatief ervaren, zeker als het gaat om leningen die  van ard zijn om te ‘potverteren’ .  In een gezin spelen voornamelijk de consumptieve uitgaven een rol. (In Kortrijk ooit een burgemeester meegemaakt die principieel vond dat er eerst moest gespaard worden om dan pas  later met dat  ‘spaargeld’ een project op te starten.)

Houdbare gemeentefinanciën
Maar nu de grond van de zaak: hoe de financiële conditie van een gemeente gaan beoordelen?  Dat is niet simpel.
Daarvoor moet men meerdere aandachtsgebieden in het oog houden. In de literatuur hierover houdt men het bij een tiental criteria, die zelfs expliciet kunnen gemaakt in kengetallen.
Grondvraag is: wat zijn HOUDBARE, BEHEERSBARE  GEMEENTEFINANCIEN ?
Dan hebben we het over een scenario waarbij een gemeente ook bij “economisch slecht weer” genoeg geld overhoudt om de schuldverplichtingen te blijven voldoen, en wel zonder dat de noodzakelijke publieke voorzieningen in de knel komen.

Traditioneel houdt men zeker drie belangrijke signaalwaarden in het oog, de gewenste of ongewenste symptomen.

1. De mate waarin de de uitkomst van de exploitatierekening structureel positief is: het beschikbaar budgettair resultaat (BBR).
Het betreft dus de som (het saldo) van alle uitgaven en ontvangsten i zowel het exploitatie- als het investeringsbudget evenals de financiering ervan (rentekost).  Moet ieder jaar positief zijn. in Kortrijk is dit het geval. De prognoses zijn wel fel dalend.

2. De rentegevoeligheid: de autofinancieringsmarge (AFM).
De AFM wordt berekend door van het exploitatiebudget nog eens de netto-kapitaalaflossingen af te trekken. (Hiermee is de volledige leningslast ingecalculeerd). De AFM geeft dus aan of het bestuur voldoende marge heeft om vanuit de courante werking toch nog de leningslasten te dragen. Wettelijk gezien zou die AFM enkel positief moeten zijn aan het eind van een planningshorizon,  de bestuursperiode. In Kortrijk is dit het geval. (Eén keer was het AFM negatief, in 2022.)
3.  De schuldgraad. Hier de verhouding zijn tussen de geconsolideerde schuld en de exploitatie-ontvangsten. In feite is de hoogte ervan het gevolg van een politieke beslissing.

Niet verwarren met de solvabiliteitsratio: de verhouding tussen vreemd vermogen en totaal vermogen. Hoe hoger, hoe beter.
Die ratio meet in hoeverre het bezit op de balans niet met schulden is belast. Bij een uitkomst lager dan 0% zijn de schulden hoger dan de balanswaarde van de bezittingen. Stad staat onder water!
Een lage solvabiliteitswaarde is een teken dat een gemeente met zijn exploitatieresultaten weinig tot niet spaart voor de financiering van investeringen. Veel minder dan 20% moet het echt niet worden.

(Wordt vervolgd.)

 

Naar gezonde financiën: een maximale schuldgraad van 100 procent (2)

Drie edities van deze krant geleden kon u hier een overzicht bekijken van de totale openbare schuld van onze stad (incl. OCMW) over de jaren heen.
Daar hadden we twee geldige redenen voor.

1. DE 100 PROCENT REGEL

In het bestuursakkoord van de nieuwe alliantie van vier partijen (Team Burgemeester, Stadslijst Kortrijk, N-VA en Vooruit)  van 25 november 2024 troffen we een zeldzaam voorkomend zinnetje aan. Voor het eerst gaf men concreet aan dat er zou gestreefd worden naar een maximale schuldgraad, namelijk 100 procent van de jaarlijkse exploitatie-ontvangsten.  Geplafonneerd dus.

De vroegere coalitie onder het burgemeesterschap van Vincent Van Quickenborne was waarschijnlijk danig geschrokken toen uit de vierde aanpassing van het meerjarenplan bleek dat de schuldgraad in het jaar 2026 letterlijk de symbolische 100%  zou bereiken.
Het vijfde meerjarenplan (van november 2024, ook goedgekeurd door de CD&V, toen nog in de oppositie)  heeft voor 2026 de schuldgraad intussen kunnen herleiden tot  97 procent.
Het nieuwe bestuursakkoord geeft ook nog 6 grote principes op om te komen tot een eerlijk en gezond financieel beleid. Daarover later meer.

Intussen vonden we wat recent nieuws inzake leningen.
In telegramstijl:
– Voor de periode 2020-2025 worden (werden) 188,2 miljoen nieuwe leningen opgenomen.
– In 2024: 55,75 miljoen. Daarvan is in de eerste helft van dit jaar 43,25 miljoen opgenomen, volgens thesauriebehoefte.
– De resterende 12,5 miljoen (plus 1 miljoen doorgeeflening voor de politiezone) is onlangs – door de nieuw bestuursploeg- opgenomen bij onze traditionele huisbankier Belfius.)
– In 2025 wil men con brio  voor 38 miljoen gaan lenen.

Maar nu eerst die eerder gepubliceerde tabel van de schulden (leningen) wat aanvullen.
Er werd daar aangegeven hoeveel de schuld bedraagt per inwoner. Méér dan 2.000 euro per capita, baby’s inbegrepen.  Dat maakt indruk. Nochtans, om te oordelen in welke mate de financiën van een gemeente “gezond” zijn (beheersbaar) is het criterium van de schuldgraad (het verloop ervan) van veel groter belang.

Een overzicht van de schuldgraden in de vorige bestuursperiode.
(Het jaar 2019 laten we buiten beschouwing want in de stadsrekening is dan nog geen sprake van een “inkapseling” van het OCMW, de gemeentebedrijven en de vzw’s.)
2020: 91,8%
2021: 78,7%
2022: 80,7%
2023: 79,8%
Dat zijn reële cijfers, uit de jaarrekeningen.
Voor 2024 moeten we ons nog altijd baseren op geraamde bedragen uit het laatste gekende  (vijfde) meerjarenplan (een begroting) van november vorig jaar.
2024 dus: 89% ??

Ha ja. Wat zegt de toekomst?
Dat weten we eigenlijk niet juist.  Hiernavolgende cijfers zijn immers nog altijd  deze zoals berekend onder de vorige coalitie. De nieuwe bestuursploeg zal natuurlijk over enkele maanden uitpakken met een nieuw meerjarenplan (en voor 2024 met de jaarrekening).
En toch vermelden we hier nog  wat de vorige coalitie (incl. de CD&V) goedkeurde, om later des te gemakkelijker te kunnen vergelijken.
2025: 93%
2026: 97%
2027: 92%
Om het de nieuwe en oude raadsleden comfortabel te maken, (om later voor onszelf opzoekingswerk te besparen)  geven we hier nog een vervolg op de al gepubliceerde tabel van de schulden.
We zaaien ook graag wat paniek.
Volgens de huidige prognoses zal de schuldenlast tussen dit jaar 2024 en 2026 stijgen met 10,20 procent. Later te vergelijken met de inflatie.

2024
– Schulden eigen aan stad: 199.602.216 euro
– Doorgeefleningen: 37.191.653 euro
– Boekhoudkundige leningen: 8.054.107 euro
Totaal: 244.847.976 euro
2025
– 217.996.938
– 36.296.433
– 9.010.905
Totaal: 263.304.276 euro
2026
– 225.021.075
– 34.905.348
– 9.885.191
Totaal: 269.811.614 euro
2027 (Oef! Een daling!)
– 216.465.819
– 33.457.594
– 10.805.237
Totaal: 260.85.237 euro

2. MISVERSTANDEN INZAKE SCHULDENLAST
Dat is de tweede reden waarom we het hier wat uitvoerig hebben over de schuldengraad en dat vooropgestelde maximum van 100 procent.
Over de schulden van Stad (en OCMW) horen en lezen we de meest baarlijke onzin. Om te beginnen kent men vaak niet eens de juiste bedragen, en ten tweede  getuigt de commentaar daarrond van enige onwetendheid. Men vergelijkt bijv. nogal eens de financiële toestand van een openbaar bestuur (zoals stad Kortrijk) met die van een gezin of een bedrijf.

Wordt vervolgd.

Error querying index azure

Ik wil ons stuk  van twee edities geleden over de stadschulden (“gezond financieel beleid”) verder zetten (VOORTDOEN!) maar krijg dit antwoord van de website van stad Kortrijk als ik zaken wil opzoeken uit de jaarrekeningen en de meerjarenplannen.
Dus is kortrijkwatcher tijdelijk  technisch werkloos.

Opnieuw 19 cabinetards voor ons nieuw College van Burgemeester en Schepenen

De tripartite van voormalig burgemeester Van Quickenborne startte zowel in 2013 als in 2019 met 19 medewerkers.
Het  huidige CBS (leden uit vier partijen)  met  burgemeester Ruthie en haar 8 schepenen doen het sinds 7 december 2024 met evenveel cabinetards.  Omgezet in Voltijdse Equivalenten (VE) ook  evenveel, namelijk 17,6 VTE.

Dat kan nog veranderen
, want de fractie N-VA wil blijkbaar op een later moment  nog aansturen op een verdere aanstelling voor een attaché.  Weliswaar binnen het toegekende budget aan die fractie. Ook TBSK wil een verder invulling , nu voor een attaché en voor een deskundige.

En dat is wel een interessante nieuwigheid die ons kan bekoren.
In de vorige bestuursperiode was er een enorm verloop van medewerkers, – wij waren werkelijk de tel kwijt.  Nu is het zo geregeld dat flexibiliteit en wissels in de kabinetsformaties nog altijd mogelijk blijven maar dan wel binnen het strakke kader van een jaarlijks (geïndexeerd) bedrag.

– Zo krijgen de twee schepen van de N-VA het recht op een jaarlijks budget van 318.612,50 euro.  Momenteel  stellen ze  daarmee 3 VTE (= 3 personen)  aan het werk, waarvan één ietwat (0,25 VTE) onbetaald verlof neemt.
– TBSK (Team Burgemeester én Stadslijst Kortrijk) met de burgemeester en vijf schepenen moet het doen met 1.022.027,47 euro en telt 11,6 VTE  (= 12 personen)
– VOORUIT met één schepen krijgt 315.856,56 euro voor 4 VTE waarvan één slecht voor 3 maand (= 4 personen).

We kennen dus voortaan de totale loonkost van de kabinetten:
1.656.496,56 euro.
(Zijn kabinetten nodig? Is één persoonlijke medewerker (sherpa) per schepen niet genoeg?)

Die jaarlijkse bedragen zeggen u waarschijnlijk niets.
Om het wat concreter te maken zeggen we even wat een medewerker gemiddeld jaarlijks kost in stad Kortrijk.
– Niveau A (laat ons zeggen: van universitair of zeker hoger onderwijs):  ca. 93.000 euro.
– Niveau B (laat ons zeggen: zeker secundair onderwijs): ca. 73.000 euro.
– Niveau C: ca. 60.249 euro.

Zo,  nu weet u wat een fractie zich kan veroorloven met die bedragen.
In detail de huidige toestand.

FRACTIE N-VA
– Kabinetsattaché (niveau A): Jean-Baptiste Tobler.
– Kabinetsdeskundige (niveau B): Mike Verslijpe.
– Kabinetsmedewerker (niveau  C): Fabienne Tuyttens  (detachering).

FRACTIE TBSK
Kabinetschef (niveau A5): Maarten Vander Stichele.
(Een oud gediende! Voormalig parlementair medewerker van Van Quickenborne.)
–  Vier kabinetsattachés (niveau A): Jeroen David, Eva Vanmarcke, Sander Maenhoudt (oud gediende), Abdelouarete Benammar.
– Drie deskundigen (niveau B): Thorin Levecque (oud gediende), Peter Van Heuven, Geoffrey Sabbe.
– 2,6 VE medewerkers (niveau C): Veerle De Zegher (detachering, ,2 onbetaald verlof), Severina Peters, (0,2 VTE zorgkrediet), Katrien Tant.
– kabinetschauffeur (niveau D): Hakim Aderdour.

Wie van deze medewerkers zouden uitdrukkelijk naar voor zijn geschoven door de CD&V-schepenen?

FRACTIE VOORUIT
-Twee kabinetsattachés (niveau A): Ruben Mayer (oud gediende), Eef Vandenbogaerde.
– Twee kabinetsdeskundigen: (niveau B): Tomas Bulcaen, Emile De Clercq (voor de duur van drie maanden).

P.S.
Krijgen kabinetsmedewerkers nog een speciale toelage?

“We waken over een gezond financieel beleid.” (Citaat uit nieuw coalitieakkoord)

En daarom “hanteren we steeds een maximale schuldgraad van 100 procent.”
De schuldgraad is de verhouding tussen het schuldbedrag en de (exploitatie)ontvangsten.
De ramingen zijn:
-2024: 94,6%
-2025: 96,8%
-2026: 100,38%

ACTUALISERING
Ramingen van de schuldgraad volgens de vijfde aanpassing van het meerjarenplan, daterend van november 2024:
2024: 89%
2025: 93%
2026: 97%
2027:92%

P.S.
Commentaar volgt nog.

Nieuw schepencollege laat raadsleden nog altijd in het ongewisse

Tsja, eigenlijk vraag ik me af of de raadsleden (de ouden maar zeker de  nieuwe) het wel beseffen en/of  zij daar wel van wakker liggen.
Sinds de installatievergadering van de Gemeenteraad (en tegelijk de Raad voor Maatschappelijk Welzijn) op 6 december zijn er al vijf (of vier?)  zittingen van het College van Burgemeester en Schepenen (al of niet ook als Vast Bureau) gepasseerd.

Er was er al één om 21u30, onmiddellijk na die installatievergadering  van 6 december om een aantal machtigingen toe te kennen.

Toelichtingen over de agendapunten van die 5 (4?) zittingen nog altijd niet gepubliceerd.
Raadsleden weten nog altijd nergens van. Goed begin zeg !

De vergaderingen van het CBS (en het Vast Bureau)  gaan traditioneel door op maandag. Vaste aanvangsuren waren er niet voor het vorige College. Hing waarschijnlijk af van de beschikbaarheid van burgemeester Van Quickenborne. (Of dit nu zal veranderen, of al gebeurd is, weten we niet.)
Nu, in elk geval zijn er (na 6 december) al bijeenkomsten geweest, telkens op de maandagen 9, 16 en 23 december.
Maar wat ons bijzonder intrigeert is dat er volgens de kalender (rubriek bestuur) op de website van stad een CBS-zitting zou zijn geweest op een ZONDAG.  Jawel, op zondag 15 december om 16u37. Dat hebben we nog nooit meegemaakt. “De inhoud van deze zitting is (nog) niet bekendgemaakt,” staat er te lezen. Maar er is ook een raadselachtig woordje aan toegevoegd, namelijk “Test”. Misschien is er dus niets gebeurd, tenzij een ICT-maneuver van een ijverige ambtenaar.

Van de zittingen op 9 , 16 en 23 december kennen  we wel de agenda maar zonder de inhoudelijke toelichting. De verslagen van de zittingen van  9 en 16 december zijn al goedgekeurd, dus moesten die ook alreeds zijn kenbaar gemaakt aan de gemeenteraadsleden.

Vooral het CBS van 9 december omvatte belangrijke agendapunten.
We vernoemen:
– verdeling van de bevoegdheden van burgemeester en schepenen;
– samenstelling van de kabinetten;
– allerhande omgevingsvergunningen;
– toelage aan CHEFCHAOUEN;
– gunning van werken aan de schouwburg (nog méér?);
– talloze bezwaarschriften inzake belasting op leegstand.

Voor de zitting van 16 december verdienen deze agendapunten wel enige aandacht:
– evaluatie van de samenwerkingsovereenkomst met de woonmaatschappij SW+ ; (actueel!)
– idem voor ‘design Kortrijk’;
– een verrekening met de  firma Artes voor de tentoonstellingssite Abby. (Oei!)

Wat ons nog opvalt is dat er op vrijdag 20 december op 17 uur een kabinetsvergadering van de burgemeester was gepland, evenals de dag daarop,  op zaterdag om 9 uur. Wie daar dan nog bij is, dat weten we niet. (Quickie ook?) Dagorde (reden) natuurlijk niet publiek. (Ook voor fractieleiders niet?)

Beste lezer.
Stel dat u NU REEDS ietwat zou willen weten over de eventuele kwaliteit van het raadslid waarvoor u hebt gekozen, STEL!
Dan vraagt u hem of haar :
– Hebt u al gemerkt dat er nog altijd geen verslagen zijn bekend van het nieuwe CBS?
– Wat weet u over Chefchaouen? (Waarom toelage?)
– Wanneer is de volgende gemeenteraad?
– Bent u naar de Verenigde Sectie (Raad) van 14 december geweest?
– Wie is er lid van het Vast Bureau?

 

 

 

Quote van de dag: “eigenlijk niet”

Het weekblad genaamd “KW” (“Krant van West-Vlaanderen”), – niet verwarren met de afkorting van ‘kortrijkwatcher’ –  publiceert vandaag 27 december een uitgebreid interview met voormalig schepen van cultuur Axel Ronse (N-VA).

Een vanzelfsprekende vraag: “Waar ben je zelf het meest trots op?”
Het spreekt dat hij fier gaat over de realisatie van een museum 1302 in de Gravenkapel van de O.L.V.-kerk, de tentoonstellingssite Abby (nu opening voorzien eind maart) en de nog altijd lopende grondige renovatie en reorganisatie  van de schouwburg (opening halfweg dit jaar?)

(Over de onvoorstelbare overschrijding van de budgetten wordt beleefdheidshalve niet gerept.)

Er komt wel een logisch vervolg op bovenstaande  vraag.
“Had u zelf nog graag enkele projecten willen realiseren?”
Antwoord? “EIGENLIJ K NIET.”

Schepen Ronse vergeet hier de grootste ambitie die stad (en hij zelf) ooit heeft gehad: in 2030 Culturele Hoofdstad worden van Europa.
Daar is met een groot team onder leiding van Tom Hillewaere gedurende jaren naartoe gewerkt. Geen raadslid dat durft vragen wat die voorbereidende werkzaamheden hebben gekost. De leiding van het team zelf, de opmaak van het bidbook (kandidaatstelling) alleen al.
Voor schepen Ronse moest het behalen van de titel “Kortrijk European Capital of Culture” DE kroon op het werk geweest zijn.  Eeuwige roem als cultuurschepen van Kortrijk zou hem ten deel zijn gevallen.
En daar wordt dus  met geen woord over gerept in dat KW-interview.  (Bedenk nog: met dat project ECoC 2030 was over de jaren heen een budget van 63,5 miljoen mee gemoeid.)

P.S.
Eigenlijk zouden we graag bij interviews met meerdere politiekers bij gelegenheid  het laconieke antwoord “EIGENLIJK NIET” te horen krijgen.
Stel u eens voor. Een vraag in “KW” aan onze nieuwe burgemeester Ruth Vandenberghe:
– “Had u graag van in den beginne van deze bestuursperiode Vincent Van Quickenborne als schepen gezien in uw College?”
– Antwoord (aarzelend): “Eigenlijk niet.”

 

 

 

 

Awkward tribute voor Vincent van Quickenborne, nu gemeenteraadsvoorzitter

Installatiezitting van de nieuwe gemeenteraad, 6 december 2024.
Op het scherm in de zaal is het 19u30.

Djeezes zeg! Wat krijgen we nu?
Begint de VB-fractieleider Wouter Vermeersch daar niet met het afsteken van een lofbetuiging ter ere van de aanstelling van Quickie als voorzitter van de gemeenteraad?
Hij start met een bedanking voor de nieuwe burgemeester Ruth Vandenberghe voor haar keuze om raadslid Van Quickenborne te laten benoemen tot voorzitter  van de Raad.
En waarom?
“De Kortrijkse gemeenteraad is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een toonbeeld voor Vlaanderen. Een lichtend voorbeeld van hoe de lokale democratie écht hoort te werken.”
Welnu, – zo gaat het verder – net met die keuze geeft de meerderheid aan dat men op dat ingeslagen pad wil verder gaan. “Dat men het goed meent met de gemeenteraad, inclusief met de leden van de oppositie.”

(Dat moet ironie zijn, zo bedenk ik gelukkig algauw. Geleerd op school:  ironie is het tegenovergestelde zeggen van wat men denkt. En dat kan ontaarden in cynisme. Zal dat gebeuren? De raadsleden zitten er als versteend bij.)

Vermeersch vervolgt zijn betoog. Hij begint duidelijk te overdrijven, meen ik.
De voorzitter (Quickie dus) is een figuur die een diep respect heeft voor zowel de leden van de meerderheid als van de oppositie. Een figuur die boven het politiek gewoel staat, geliefd is over alle partijgrenzen heen, iemand ook die zich nooit zou verlagen tot scheldpartijen.”

Maar dit begint toch op bittere ironie te lijken, of is het een tikkeltje spot?
“(De voorzitter) is een figuur die het spreekrecht van de oppositie  respecteert maar ook apprecieert. Een man die steeds met een brede glimlach de raadszaal binnenkomt en al hunkert naar de volgende zitting. Die geniet van het open debat en de diverse meningen in onze stad.”

Nu begint Vermeersch te overdrijven, zelfs te liegen. Maar dan wel heel doorzichtig  gevolgd door enige vleierij.
“Hij werd de afgelopen verkiezingen ook duidelijk beloond en gedragen door de kiezer. U hoort het, wij komen werkelijk superlatieven tekort op deze feestelijk installatievergadering. Als hij
(Quickie dus) bijvoorbeeld de politieraad leidt, verlopen de vergaderingen onder zijn voorzitterschap respectvol en vooral ook zeer correct.”

Vermeersch haalt hier tussendoor een demagogisch argument aan. Hij beweert hierbij  namelijk dat de collega’s die destijds de politieraad bemanden dit zeker zullen beamen.
Ja, hij betrekt zelfs iedereen bij zijn lofbetuigingen!
“Ik denk dat wij (meervoud!) hier een keuze hebben gemaakt  die op steun kan rekenen over alle partijgrenzen heen, niet alleen hier in deze gemeenteraad maar nog heel ver daarbuiten.”

Een schijnbaar mooi slot nog, ter afronding.
“Dank aan de collega’s en hulde aan zij die die deze wijze beslissing hebben genomen. Het moet gezegd: dit is een positief signaal, een mooie start.”

Maar dit is nu wel een te grove leugen:
“Wij kijken uit naar nog minstens twee jaar van schitterende samenwerking.”

Beste meneer Vermeersch van het Vlaams Belang!
Denk vooral niet dat u ‘kortrijkwatcher’ hiermee hebt kunnen beetnemen!

 

 

 

Weblog over het reilen en zeilen in de Kortrijkse politiek door Frans Lavaert