Category Archives: burgemeester

De 16 vragen aan Vincent Van Quickenborne (3)

De 15de vraag van psychiater De Wachter is zeker voor bekende politiekers van intieme aard: “Wat maakt van jou dat de liefde kan blijven duren?”
Zoals al gezegd heerst bij de redactie van kortrijkwatcher de opvatting dat het liefdesleven van politici wel degelijk van aard is om hun politiek functioneren te beïnvloeden.
We keken dus met gezonde belangstelling uit naar het antwoord van de minister en titulair burgemeester van Kortrijk. Volgens Vincent is het van groot belang van dat men zich “niet ergert aan de fouten van de ander”. En in dit verband heeft hij het eigenlijk zowel over zichzelf als over zijn vrouw (met naam genoemd) Anouk Sabbe. Over zijn Anouk verklapt hij dat zij “geen rust kent en geen ZEN”.

Bij vraag 7 (“Wat maakt je een beetje ongelukkig?”) heeft hij het niet alleen over “een lege agenda”, maar vertelt hij ten overvloede dat Anouk “een kort lontje heeft en lange tenen.” (Maar men had hem daar nog voor zijn huwelijk alreeds voor verwittigd.)

Op die 15de vraag zegt Vincent nog dat men (in de liefde) best wel (tegelijk dus) beseft hoe moeilijk men ZELF is. Is Vincent moeilijk? Daar heeft hij het onverwacht over in het kader van vraag 10: “Welk talent zou je graag hebben?”

Ademen
Het eerste deel van het antwoord over een mogelijk gebrek aan talenten is nog ter zake: hij erkent een tekort aan muzikale kunde, drummen bijvoorbeeld – met een bijzondere voorkeur voor Metallica. (Kortrijkzanen weten dit maar al te goed want worden in stad bij diverse gelegenheden – Alcazar! – sinds jaren met de muzikale smaak van de burgemeester geconfronteerd.)
Maar dan volgt een verrassend vervolg als antwoord op die tiende vraag.
Plots heeft de minister het over een codewoord dat de medewerkers op zijn kabinet regelmatig van pas komt: “ademen!”. Die uitroep betekent dan dat hij “in overdrive is gegaan en moet kalmeren”.
Zo. Nu weten we waarom Vincent reeds als Kortrijks burgemeester de bijnaam “Asap” opgespeld kreeg.
Nu kunnen we ons tevens voorstellen dat zijn kabinetsmedewerkers hem telkens oproepen tot “ademen” wanneer hij het als minister van Justitie weer eens heeft over snelle strafuitvoeringen en detentiehuizen. (En misschien vraagt Vincent thuis zelf wel een keer aan zijn Anouk – met haar kort lontje – of zij even wil “ademen”. Dit terzijde.)

We komen bij vraag 5. Wat ons betreft de laatste met in het antwoord enige politieke relevantie. “Waarvoor bent u het meest dankbaar?”
Wel, dat zijn vader hem absoluut heeft willen behoeden voor het toen in voege zijnde (progressief want comprehensief) Vernieuwd Secundair Onderwijs (dat in behoudsgezinde kringen verfoeide VSO) en hem daarom naar het traditionele en elitaire Jezuïetencollege Sint-Barbara in Gent heeft gestuurd. Vincent vindt de consequenties daarvan in zijn leven van zo’n groot belang dat hij NU AL zijn beide kleine kindjes in die school heeft ingeschreven! (Tussen haakjes: kan dit zomaar?)
Wat is de politieke relevantie hiervan, zo zegt u nu?
Vincent “verraadt” hiermee zijn ideologische visie op onderwijs en opvoeding in het algemeen. Zelfs een bepaald soort levensbeschouwing van thuis uit.
Stel u even voor dat Van Quickenborne op vandaag Vlaams minister zou zijn, bevoegd voor Onderwijs. Of opnieuw burgemeester wordt en zich een keer terdege gaat bemoeien met het gemeentelijk onderwijs. (Overigens, naar welke school in Kortrijk worden zijn kindjes nu gebracht?)



De 16 vragen aan Vincent Van Quickenborne (2)

In de serie “De 16 vragen van De Wachter aan…” is het de bedoeling dat Sabine Vermeiren van ‘Het Laatste Nieuws’ peilt naar de meer diepe gevoelens en verborgen kantjes van Vlaamse VIP’s, heel vaak zijn dat politici.
Niks mis mee. Bij de redactie van “kortrijkwatcher” althans heerst de innige overtuiging dat de gazetten het zwaar mis hebben als zij bij bepaalde ambetante gelegenheden in het leven van politiekers (alleszins bijv. bij liefdesperikelen) altijd uitpakken met de mantra dat het privé-leven van dit soort mensen niets te maken heeft met hun politiek functioneren.

In de HLN-editie van 14 mei kwam Vincent Van Quickenborne aan de beurt.
En wie hem een beetje kent weet dat hij zich terdege heeft voorbereid op de diepe gevoelens die hij wel of niet publiek kwijt wil, namelijk deze die we al kennen. Veel zijn er dat niet.
Tekenend in dat verband is zijn antwoord op de heel moeilijk te peilen, eindeloos diepe 12de vraag: “Heb je ooit troost gevonden in schoonheid en creativiteit?” Het antwoord luidt: “De foto van mijn vader.”
Tja. Het is bij onze minister en burgervader een evergreen: hoe diep begaan hij is geweest – en nog is – met het jarenlange lijden van zijn vader (Alzheimer). Waarlijk, vanuit onze redactie alle begrip én medeleven én respect daarvoor, maar op zo’n 12de vraag verwacht men in het algemeen wellicht een minder laconieke repliek.
Intussen begrijpen we de bezorgdheid van Vincent – als politieker dan – voor Alzheimer-patiënten.
De opbrengst van zijn jaarlijks “etentje met de burgemeester” ging de laatste keer naar een gespecialiseerde lokale instelling voor jongdementen: “Het Ventiel.” Vraag 14: “Welk persoonlijk engagement vind je de moeite waard?” Antwoord: “Het Ventiel.” En ja, ook het engagement van jeugdleiders. Beschouw dit laatste maar als een verkooppraatje. (Te vergelijken met het jeunisme van de hopman-voorzitter van de beweging “Vooruit”.)
Bon.
Zoals het een rechtgeaard beroepspoliticus betaamt doet Vincent zich graag voor als een familie-man. Vraag 13: “Wie wil je graag een plezier doen?” Jawel, zijn moeder. Vraag 9: “Wie of wat bezorgt je een onweerstaanbare glimlach?” Ja: mijn kinderen.
11de vraag dan: “Welke dingen doe je graag?” Antwoord: vuilnisbakken buiten zetten (sic!), wandelen en fietsen, post uit de bus halen. En Vincent praat graag met zijn buurman. (Lezer, wil je soms zijn naam weten? Hij wordt vernoemd: het is den Eddy. Quickie is een volksvriend hoor ! Een gewone jongen ook.)
Hierbij doet Vincent nog vlug kond dat hij graag meedoet aan huisbezoeken. Als burgemeester deed hij er 40.000. (Reken even mee: dat zou dan komen op een gemiddelde van 5.000 per jaar.)

De 3de vraag is machtig interessant: “Is er iemand die je leven heeft bepaald?”
Ja. Ridder en baron Jean-Pierre de Bandt van het vroegere, befaamde advocatenkantoor De Bandt-Van Hecke-Lagae. Als voorzitter van de Belgicistische denktank, de Coudenberggroep, vroeg hij aan de pas afgestudeerde Van Quickenborne of hij geen voortrekker wou worden van een “beweging voor politieke vernieuwing”. (Dat werd dan “Triangel”, een links-unitaire beweging die met iemand als Bert Anciaux zou uitgroeien tot ID21 en SPIRIT.) En aldus is – mede dankzij instigatie van zijn broer – de jonge Vincent niet blijven steken in de banksector.
In het antwoord op die heikele derde vraag heeft Vincent weinig zin om ietwat uit te weiden over zijn flexibele, kronkelige politieke loopbaan. Over AMADA alweer geen woord. Vertelt bijv. ook niet dat hij mede door toedoen van wijlen volksvertegenwoordiger Pierre Lano bij de VLD is terecht gekomen en via een kartellijst verkozen raakte in de Kortrijkse gemeenteraad.

P.S.
Er zijn nog vragen en antwoorden.
Voor een volgende keer.


“De 16 vragen vragen van De Wachter” aan Quickie: inleiding (1)

‘Het Laatste Nieuws’ stelt om de week de zgn. ” Vragen (16) van De Wacher” aan een of andere VIP.
Op 14 mei was het de beurt aan Vincent Van Quickenborne, Minister Van Justitie (en Noordzee!), tevens nog altijd titelvoerend burgemeester van Kortrijk.
We gaan straks even na wat heus als relevant is te beschouwen in de antwoorden van de minister, ook al slaan vraag en antwoord voor het overgrote deel op zijn privé-leven.
Kortrijkwatcher blijft overigens – als ervaringsdeskundige in het politieke leven van elke dag en zijn vroegere connecties met politiekers – hardnekkig van oordeel dat een politicus of politica totaal géén privé-leven heeft, beter gezegd: dat zijn (haar) privé-leven wel degelijk repercussies heeft op zijn politiek handelen. Op zijn (haar) werk.
Komaan zeg. Dat geldt au fond toch ook voor u, als gewone burger? Stel dat u met het verkeerde been bent opgestaan.
En: vergeet Quickie soms iets?
Herkennen we hem wel zoals hij is?

Het schepencollege overtrad een ministerieel besluit

Maar dat kan titelvoerend burgemeester én Minister van Justitie, onze lefgozer Vincent Van Quickenborne, geen barst schelen.

Het College van Burgemeester en Schepenen (CBS) was zeer vooruitziend en heeft al op 19 juli het programma (openingstijden) van het Alcatraz Hard Rock & Metal Festival goedgekeurd.
Daarin staat dat op vrijdag 13 augustus de optredens zullen mogen duren tot max. 02.00 uur en de bars ten laatste ook op dat uur moeten sluiten.
Op zaterdag 14 augustus mogen de bars open blijven tot 02.30 uur.
Op zondag 15 augustus eindigen de optredens om max. 01.30 uur en sluiten de bars ten laatste om 02.00 uur.

Hiermee lapte de Minister van Justitie als titelvoerend burgemeester het toen in voege zijnde Ministerieel Besluit van 23 juni (dat maatregelen treft om het coronavirus te “beperken”) gewoon aan zijn laars.
Meer speciaal ART. 12 §4 waarin letterlijk staat dat evenementen, culturele en andere voortellingen (enz.) mogen plaatsgrijpen tussen 05.00 uur en 01.00 uur.
De arrogantie van de tripartite in het CBS kent waarlijk geen grenzen.
Zal er een raadslid in de gemeenteraad van september meer speciaal de schepen van evenementen (Kelly Detavernier van N-VA) even confronteren met een motie van wantrouwen?
Zal raadslid Quickie (want dat is hij nog!) daarbij het woord nemen?

Minister Van Quickenborne nipt niet gebuisd in Humo’s grote regeringsrapport

In het nummer van 29 juni heeft Humo (pag. 11-12) in een eerste rapport de huidige acht Nederlandstalige federale minister laten beoordelen door prominenten als Dave Sinardet (prof politicologie VUB), Peter Deroover (Kamerfractieleider N-VA), Frank Verbrugge (prof strafrecht KUL), Barbara Pas (Kamerfractieleider VB).
Onze minister van Justitie Vincent Van Quickenborne kreeg onder de titel “hijgerige communicatie” het kleinste aantal punten: 5 op 10. (Dit komt niet in ons Stadsmagazine.)
Kortrijkwatcher zit daar voor niks tussen maar kan enkel het oordeel in zijn geheel beamen. Zelfs toejuichen, in deze zin dat uit het rapport blijkt dat Quickie als minister niet anders handelt en functioneert dan als burgemeester. Men zou dit zelfs als een compliment kunnen beschouwen: hij blijft zijn eeuwige en enige zelf !

In een woordje vooraf merkt een redacteur van het rapport op dat de neus van Quickie nog altijd scherp staat voor het ruiken van opportuniteiten. Kortrijkwatcher weet dit ook en zei vroeger al dat hij er in slaagt om altijd en lang op voorhand in te zien aan welk wagentje (persoon) hij moet hangen om in zijn politieke loopbaan vooruitgang te brengen. (Omgekeerd merkt ook alras op voorhand wanneer hij best met iemand zou afhaken. Zelfs liquideren.)
Prof. Sinardet is van oordeel dat Van Quickenborne wellicht de minister is met het hoogste populistische gehalte. “Hij weet wat de mensen graag horen.” Ja!
Kamerlid Pas breidt dit oordeel verder uit. “Sterker”, zegt zij, “hij is de kampioen van de populistische aankondigingen.”
En meestal doet hij die eerst in de pers, pas daarna in het parlement En zij voegt er aan toe: “Maar zijn decibels worden niet gevolgd door realisaties.” (Lezers van kortrijkwatcher weten dit maar al te goed. Denken dan aan de lage realisatiegraad van de voorziene investeringen.)
Prof. Verbruggen is ook niet mals. Hij wijst op een contradictie in het voornemen van de minister om zerotolerantie in te voeren. “Als je elke korte gevangenisstraf effectief uitvoert, moet je een hoop gevangenissen bijbouwen. Dat kost fortuinen: willen we dat?” De prof strafrecht meent nog dat Quickie – “los van zien hijgere communicatie – de heilige huisjes spaart.” Hij neemt een afwachtende houding aan in zake zoals de hervorming van het strafrecht, het Hof van Assisen. En zelfs van de digitalisering van Justitie zien we nog niks.

Eindoordeel van Humo:
“Vincent steekt vaak zijn vinger op en maakt de klas graag aan het lachen, maar moet dringend meer aandacht schelen aan zijn huis- en studiewerk. 5/10 dus.

P.S.
In de gemeenteraad van morgen 5 juli zal onze titelvoerende burgemeester het nieuwe huishoudelijk reglement van de Raad goedkeuren. De oppositie wordt nog méér monddood gemaakt. Zie daar ook maar de hand in van Quickie.

Kortrijkse Burgermoeder geeft goede raad aan de jeugd

Kortrijks burgemeester Ruthie Vandenberghe uitte in Het Laatste Nieuws (18 mei) enige bezorgdheid over rumoerige laatavondbijeenkomsten van de jeugd langs de Leieboorden.
Net als een soort tante Kaat gaf ze volgende goede raad mee aan de jeugd (we splitsen die raadgeving gemakshalve op in drie delen – dat leest beter):
– “Doe wat je moet doen,”
– “Doe niet wat je niet mag doen,”
– “En gebruik je verstand.”

DOEN ZEG !
Ik zou zelfs durven zeggen: voortdoen.

“Van volksjongen tot burgemeester” (2)

De biografie over gewezen Kortrijks burgemeester (1988/1994) Antoon Sansens (nu 88) is uit.
Auteur is de bekende “Roularta”- journalist Karel Cambien. Uitgegeven in eigen beheer en daarom te koop via E-mail www.karelcambien.com. Ook vanaf vandaag te verkrijgen bij “La Cantina” van Koen Byttebier, gelegen aan de rechterkant van de Sint-Maartenskerk (Vandaleplein). Geen idee waarom net daar.
Dat boek moet een beetje overal ter inzage liggen…

Het mooie (sober) uitgegeven werk kost 30 euro, voor 200 bladzijden met 100 historische foto’s..
Ere-burgemeester Toone (voor de vrienden) was namens de CVP 54 jaar lang actief in de Kortrijkse politiek. Was daarbij nog eens in vier termijnen 24 jaar schepen en tussen 1982 en 2000 ook nog voorzitter van de machtige intercommunale Leiedal.
Commentaar op het levensverhaal volgt hier nog wel een keer.

“Van volksjongen tot burgemeester”

Dat is de titel van een heel binnenkort te verschijnen biografie over niemand minder dan ere-burgemeester Antoon Sansen. Bij mijn weten de eerste en enige Kortrijkse burgemeester waaraan een boek is gewijd.
(De andere ere-burgemeester Manu de Bethune liet in 2006 wel een autobiografie van hem het licht zien. Titel: “Gedachten en herinneringen”.)
Aanvulling
Een attente lezer wijst er ons op dat er over Jules Coussens ook een politieke biografie bestaat. “Jules Coussens, een geboren dwarsligger”. Auteur: Pieter Jan Verstraete. Uitg. Groeninghe, 2008. (Juul was burgemeester van 1950 tot 1959.
)

Sansen (°1932) werd voor het eerst verkozen als raadslid van ACW-strekking in 1958 en zetelde in de Kortrijkse Raad van 1 januari 1959 tot en met 2 januari 2013. Dat is 54 jaar, een record. Hij was gedurende 24 jaar schepen en was van 1989 tot 1994 een populair burgemeester.
Maar dat laatste is niet zonder slag of stoot gegaan. Bij de verkiezingen van de jaren ’80 heerste er binnen de christen-democratische standenpartij een ware stammenoorlog tussen de ACW-vleugel en (“de gilde”) en de NCMV-vleugel (“de middenstand”). Probleem was telkens hoeveel kandidaten van beide strekkingen een plaats kregen op de lijst (20 of 21, en waar?), wie lijsttrekker zou worden en op welke grond men aan deze of gene het burgemeesterschap zou toekennen (voorkeurstemmen of totale stemmen per vleugel). Dat ging telkens gepaard met geknoei, onduidelijke afspraken en geheime combinaties. Iemand als gewezen burgemeester, wijlen Jozef De Jaegere, had het zelfs nog op zijn sterfbed over die stammentwist.
Benieuwd wat Sansen daarover nog weet te vertellen. (Hij was daar vroeger zwijgzaam over.)
Ook benieuwd om weten of ‘Tone’ ons wat nader inzicht zal geven over zijn politiek beleid als burgemeester, bijv. zijn houding tegenover de gemeenteraad, participatie van de burger, zijn investeringspolitiek.

Auteur van de biografie is Karel Cambien, jarenlang bekend Roularta-journalist en nu nog altijd hoofdredacteur van de digitale nieuwsbrief “Made in West-Vlaanderen”. Hij heeft naast oneindig veel artikels en ca. 15 (of is het 20 ?) boeken op zijn naam, altijd rondom politiek-economische thema’s.
Het boek (uitgegeven in eigen beheer) beslaat 200 bladzijden en bevat 100 historische foto’s. Prijs 30 euro.
Officiële voorstelling van het werk aan de pers op 8 mei in de afspanning “De Vlasblomme” (aan het vroegere vlasmuseum).

P.S.
Een weetje.
Onze methusalem Tone Sansen heeft nog altijd zijn privé-kleedkamertje in het open zwembad aan het kanaal.
Zijn kennissen aldaar zullen hem volgende zomer hopelijk weer met vreugde terugzien.




“Potverdorie,” zei de korpschef van PZ VLAS nog…

In de laatste politieraad van vorige maandag bracht VB-fractieleider Wouter Vermeersch (ja, wie anders?) het camerabeleid – of het non-beleid? – ter sprake. Dit naar aanleiding van de geruchtmakende VRT-reportage “Privcacy & ik” van de week tevoren, waarbij het Kortrijkse gebruik van politionele camerabeveiliging en technologie het hard te verduren kreeg.
(Stadsambtenaren, schepenen doen er intussen alles aan om in naam van de burgemeester met persnota’s en gesprekken met behulp van de bevriende, traditioneel onwetende plaatselijke pers de imagoschade zoveel als mogelijk te beperken.)

De korpschef F.D. van de politiezone VLAS nam bij de vraagstelling onverwijld het woord.
Dus niet de verantwoordelijke burgemeester. Zij zit er voor spek en bonen bij, dat is nu – en steeds meer – voor zowat iedereen duidelijk die ietwat begaan is met, en weet heeft van het politieke reilen en zielen in Kortrijk.
(Ruth Vandenberghe is voorzitter van de Politieraad én van het Politiecollege maar veroorlooft het zich om nergens op te repliceren. Zij aanziet het blijkbaar enkel en alleen als haar opperste en enige taak om het Vlaams Belang de mond te snoeren. Overigens ook in de gemeenteraad.)
Onze korpschef dus.
(Probeer maar eens om zijn naam te vinden op de website van de PZ Vlas.)
Potverdorie,” zo riep F.D. dus duidelijk geëmotioneerd uit, dat is niet (meer) correct.”
Hij reageerde hierbij op – och ja – één ietwat ongelukkige uitspraak van Vermeersch uit zijn heel gestoffeerd requisitoir, met name zijn inleidende zin: “U doet maar wat.”
De korpschef gaf daarmee blijk van zijn kennis van een vaak toegepaste politieke handigheid (trukendoos) om bij een debat lastige vragen te ontwijken. Dat gaat zo. Aanvallende interpellaties worden afgeweerd door emotievol en geïrriteerd te reageren op één welbepaalde, enigszins ongelukkige zinsnede van de opposant om daardoor de essentie van de kritiek te omzeilen.
We doen maar wat?” Korpschef vond dit een zéér pijnlijke uitspraak, niet alleen voor hem persoonlijk, maar niet in het minst en vooral héél erg onbetamelijk voor zijn, door hem toch wel héél geliefd personeel. “Er wordt hier hard gewekt, ja elke dag!” En we hebben hier geen backoffice om cijfertjes bij te houden of mooie grafiekjes of rapporten over ons beleid te maken. Alstublieft zeg! Wij – ons korps – werken hier liever gewoon hard op het terrein. Zo zijn wij wel!
De repliek van Vermeersch bracht geen aarde aan de dijk. Burgemeester Ruthie vond als slotsom dat de korpschef F.D. “klare taal” had gesproken. (In haar naam dus.)

Korpschef was eigenlijk al te voren wat onder stoom geraakt bij de interpellatie van alweer Vermeersch over het feit dat hij (F.D.) op 8 maart al een drone had ingezet nog VOOR de gemeenteraad van diezelfde dag daarvoor zijn principiële toestemming had verleend. Hiermee overtrad de chef de Wet op het Politieambt. Dat is geen klein bier, me dunkt. Dat is stof voor het Comité P !
Maar goed. De korpschef gaf toe dat die beslissing “niet heel correct” was. Oké, hij nam dat op zijn conto.
Maar dat is – (weten jullie wel?) – toch een technisch heel complex dossier hoor. Maar ja, “het is gebeurd, dat geef ik toe.” En de daders zijn gevat! (En het was toch een geschikter en veel minder duur middel dan het inzetten van een helikopter?)

Tja, het is wat het is – zo zouden we zeggen.
Burgemeester had er weer geen verhelderend woordje aan toe te voegen.
En daarmee was de kous af. Zo gaat dat hier, in de politieraad.

P.S.
In een gemeenteraad is het niet de gewoonte dat de stadssecretaris (de algemeen directeur) in plaats van de burgemeester de vergadering domineert. Naar analogie wordt verondersteld dat een korpschef in de politieraad hoogstens (hoogstens!) even geraadpleegd wordt bij een zeer pure technische kwestie.






Iets over het belabberd interview met Kortrijks burgemeester op Canvas (2)

Vorige donderdag 15 maart liep er op de VRT een reportage over politionele camerabeveiliging op openbaar domein, met focus op de mogelijke aantasting van onze privacy. Vandaar ook de titel: “Privacy & ik”. (Er komt nog een tweede deel dat wil nagaan in hoeverre men ons ‘gaan en staan’ én vertier én afkomst in winkels en straten in de gaten houdt, via het gebruik van onze mobiele telefoon. In Kortrijk betaalde stad aan Proximus daar vorig jaar al 30.000 euro voor.)
Aangezien de straten van Kortrijk en deelgemeenten onder impuls van (nu titelvoerend) burgemeester Vincent Van Quickenborne over de jaren heen (en in de toekomst nog steeds) werkelijk bezaaid worden met camera’s van allerlei slag, en stad Kortrijk op dit gebied samen met Mechelen trendy-koplopers zijn, sprak het vanzelf dat de makers van de documentaire maar al te graag meer speciaal de verantwoordelijke burgemeesters van beide steden fysiek bij het programma wilden betrekken.
Met Bart Somers (ook met een dubbel-functie) had men blijkbaar geen problemen.
Maar het contact met Van Quickenborne liep van geen leien dak.
Na aanvankelijke toe- en afzeggingen voor een mondelinge afspraak met presentator Tim Verheyden weigerde Quickie uiteindelijk elk interview. Met als drogreden dat hij nu Minister van Justitie is en de materie derhalve eerder toekomt aan een Minister van Binnenlandse Zaken. Van Quickenborne is nu wel iemand die – als het hem goed uitkomt – in de media absoluut niet nalaat om te benadrukken dat hij nog altijd DE burgemeester is van stad Kortrijk. (En die zich als Minister van Justitie intussen federaal gevaarlijk dicht op het terrein van Binnenlandse Zaken waagt. Daar komt nog boel van.)
De waarheid is dat hij als een heus ‘politiek beest’ terugschrok voor die reportage. Het feit is dat hij op voorhand wel goed aanvoelde en voorzag dat hij zou geconfronteerd worden met een spervuur van zeer ongemakkelijke vragen. Over de proportionaliteit en effectiviteit van zijn steeds maar aangroeiend cameranetwerk. Over de gigantische kosten. Over oneigenlijk gebruik van ANPR-camera’s. Over de rol van Securitas (burgers). Over preventieve en repressieve resultaten, enzovoort.
Vandaar dat hij het karwei waarmee hij nu een keer niets had bij te winnen het liefst overliet aan zijn plaatsvervangend burgemeester, Ruth Vandenberghe. Het schaap…
Het is deze politieke gang van zaken die ons hier interesseert.

We laten daarom hier en nu in deze bijdrage met opzet de problematiek van de (politionele) cameratechnologie geheel achterwege omdat de reportage een onverwachte (ongewilde) openbaring opleverde over het gebrekkige politieke reilen en zeilen van het bestuur in deze centrumstad.
Alleen al het feit dat Van Quickenborne voor een televisieprogramma vaandelvlucht pleegt, dat is voor al wie hem een beetje kent totaal opzienbarend. Zoals gezegd is hij de grote instigator van het cameranetwerk in onze stad. Na zijn aantreden in 2013 met de nieuwe coalitie zijn er binnen de kortste keren in één jaar tijd 28 camera’s geplaatst. En met zijn nieuwe bestuursakkoord van 2019 (“Kortrijk, Beste Stad van Vlaanderen”) is het hek helemaal van de dam. Onder zijn bewind is al meer dan één miljoen euro gespendeerd aan die surveillance, en zijn meerjarenplan voorziet voor vijf jaar nog 2,5 miljoen. We zitten nu al aan 1 camera per 328 inwoners.
Over dit alles en de resultaten ervan wenst Quickie dus landelijk geen publieke verantwoording af te leggen. (Kortrijkse raadsleden zijn dit al gewoon en zijn al jaren in slaap gewiegd.)
Dit is evenwel al een eerste politiek feit zonder weerga. Dat hij dan maar ontslag neemt als titelvoerend burgemeester. (Er is heus meer voor hem weggelegd.)

Een tweede belangrijk, concreet politiek gegeven uit de TV-uitzending leerde ons nog iets opzienbarend, met name over de bestuurskracht van onze Kortrijkse administratie. De presentator van het programma “Privacy & ik” vertelde ter info dat hij in totaal – en na aandringen, in drie fasen – acht (8) maanden heeft moeten wachten op vragen en antwoorden naar enige deftige, schriftelijke informatie over het Kortrijkse cameranetwerk.
De hete aardappel werd doorgeschoven naar plaatsvervangend burgemeester Ruth Vandenberghe. Dat is uitgedraaid op een catastrofe.
Derde politiek feit. Ook Ruth VDB weigerde aanvankelijk tactisch geheel laconiek om mee werken aan het programma. Met als onvergetelijk – maar wel geloofwaardig argument – dat zij niet wist waarover zij inzake deze materie iets accuraat zou kunnen vertellen.
Uiteindelijk wilde Ruthie (koosnaampje) op de valreep wél een interview toestaan. In de uitzending zelf verontschuldigde zij zich voor haar aanvankelijke weigering, ditmaal met het ONgeloofwaardige argument dat zij het vanwege al die corona-beslommeringen véél te druk had.
Dat is dan een vierde politiek feit, geleerd uit de uitzending : onze nieuwe burgemeester durft ook een leugentje ten beste geven. Want in werkelijkheid wist zij natuurlijk over geheel die cameratechnologie geen snars, en heeft men haar op het laatste nippertje met wat (nieuwe) documentatie nog ietwat kunnen klaarstomen voor het interview.
Ach ja. Ruthie en haar omgeving (de veiligheidsadviseur) zagen op de duur wel in dat stad Kortrijk zich geheel belachelijk zou maken indien men (als enige stad) bleef weigeren om aan het programma mee te werken.
Zij heeft dat eigenlijk ook min of meer bekend. Op een bepaald ogenblik vraagt presentator Tim Verheyden (niet zonder enige ironie) waarom het stadsbestuur eerst het perspectief op een mogelijk TV-programma nodig heeft om pas daarna met een soort visie-nota en cijfermateriaal op de proppen te komen. Jamaar-ja, zei Ruthie: de nodige data waren er wel hoor, maar ze moesten nog ietwat geordend geregistreerd. Maar goed, zij geeft het toe: het is een werkpunt voor het stadsbestuur. (Men is intussen wel “in vijfde versnelling” gekomen”.)
Dat werkpunt is dan te beschouwen als een vijfde politiek feit: het bestaan van een slordige, trage administratie.

In het TV- interview met Ruth Vandenberghe – dat men wel degelijk kan beschouwen als een vuurproef in haar politieke loopbaan – is er nog een bijzondere passage geweest waarbij onze eigenste “cerebrale” pijngrens ernstig werd overschreden. We zullen dit maar niet als een politiek, maar wel als een puur persoonlijk feit bestempelen.
Ruth beweerde dat camera’s wel degelijk een soort schrikeffect teweegbrengen. Zij is er heilig van overtuigd dat mensen (en dan zeker wie iets in het schild voert) zich anders gaan gedragen in de nabijheid van veiligheidscamera’s.
Presentator Tim Verheyden repliceerde daarop dat de wetenschappelijke studies hieromtrent dit terdege tegenspreken. Waarop Ruth zomaar antwoordt: “Dan zeg ik dat uit eigen naam.” (Zij voelt zich als jonge vrouw veel veiliger in de winkelstraten met camera’s in de buurt.) We hebben in burgemeester Ruth nu een persoon leren kennen die de wetenschap in eigen naam én als jonge vrouw tegenspreekt! Dit slaat waarlijk een bres in ons cognitief welzijn.

Tenslotte gaf onze nieuwe burgemeester toch wel toe dat de effectiviteit van camera’s niet precies (“één op één”) te meten valt. Maar het draagvlak bij de bevolking is groot. Dat maakt haar blij.
Tja, Wat moeten we daarmee nu aanvangen? Nog meer camera’s??